Wetenschappers hebben in El Salvador de restanten van vijf of zes jaguar-sculpturen uit de Mayacultuur ontdekt.
De in totaal 160 fragmenten werden gevonden bij opgravingen in Cihuatán ten noorden van de hoofdstad San Salvador. Dat deelde het ministerie van Cultuur mee. De jaguar had voor de Meso-Amerikaanse volkeren een grote betekenis.
Gelijkaardige figuren werden voor het laatst in 1929 in Cihuatán uitgegraven. Van de toen ontdekte jaguar-sculpturen is vandaag geen spoor meer terug te vinden.
Cihuatán kende zijn bloeiperiode tussen 1000 en 1200 na Christus. Zijn eerste inwoners waren afkomstig uit het midden van het huidige Mexico, dat ze na de ineenstorting van het daar gevestigde
Maya-rijk hadden verlaten.
De wetenschappers vonden de overblijfselen van de beeldhouwwerken aan een ruïne in de omgeving van de muur, die destijds het ceremoniële centrum van de stad afbakende. Mogelijk was het gebouw een soort controlepost, zei de Amerikaanse wetenschapper Paul Amaroli.
“Deze vondst is van groot belang”, zei de chef-archeoloog van het Salvadoraanse ministerie van Cultuur, Miriam Méndez. “Het zal ons helpen de functie van de muur en het gebouw te begrijpen”. (Belga/MS)
