Wondermooi wandelparadijs: het binnenland van Gran Canaria

De weg naar kaasmakerij Las Jaitas. De lokale pijnboom is goed bestand tegen bosbranden. Zwartgeblakerde bomen komen na een aantal jaar vanzelf weer tot leven. © BJORN SNELDERS

Gran Canaria is een wondermooi wandelparadijs. Als je de drukbevolkte kust achter je laat en het binnenland intrekt, kom je terecht in een indrukwekkend landschap met subtropische bossen, grillige vulkaankraters, authentieke dorpen en de resten van een uitgestorven beschaving.

Slingerend gaat het pad omhoog, over gestolde lava die hier duizenden jaren geleden naar beneden stroomde. Soms is de helling zo steil dat mijn voeten wegglijden over de donkergekleurde stenen. De vegetatie langs het pad doet denken aan de kamerplanten die dertig jaar geleden de huiskamers sierden, met vettige, ronde bladeren en rode bloemen. Ook zie ik een drakenbloedboom, een prehistorische plantensoort met wortels die vanaf de kruin omlaag hangen en rood vocht dat door de takken stroomt. De boom is vrijwel nergens meer te vinden in wilde staat. Behalve op een aantal afgelegen plekken, zoals hier, in het binnenland van Gran Canaria.

Ambachtelijke geitenkaas maken.
Ambachtelijke geitenkaas maken. © BJORN SNELDERS

Van berghut naar berghut

De meeste mensen kennen Gran Canaria als een typische zon-zee-en-strandbestemming, met discotheken, resorts en zonovergoten promenades. Maar in het binnenland laat het eiland zich van een andere kant zien. De hordes toeristen die de kust bevolken tref je hier niet. Over een uitgebreid netwerk van bewegwijzerde wandelpaden kun je het eiland doorkruisen. Als je wilt, kun je een dagenlange trektocht maken van berghut naar berghut. Maar gewoon met een huurauto naar een mooie plek rijden voor een wandeling van een paar uur, behoort natuurlijk ook tot de mogelijkheden. Grote delen van het eiland zijn nog onaangetast door de moderne tijd. “Ik stel voor om bij de T-splitsing naar links te gaan”, zegt Nina, de wandelgids die ons begeleidt. “Het is een leuke en uitdagende lus die straks weer uitkomt op de hoofdroute.” Ik ben niet direct enthousiast. De afgelopen dagen heb ik ontdekt dat Nina over aanzienlijk meer uithoudingsvermogen en lef beschikt dan ik. Wat zij makkelijk vindt, vind ik vaak helemaal niet makkelijk. Ze klimt op gevaarlijk uitstekende rotspunten, waar ik liever voorbij wandel, en loopt twee keer zo snel omhoog. Maar ik klaag niet, want als gids is Nina onovertroffen. Haar enthousiasme is aanstekelijk en niemand weet meer over het eiland dan zij. We stemmen in met Nina’s voorstel en slaan linksaf. Maar al snel blijkt dat mijn voorgevoel klopte. “De route is uitdagender dan ik dacht”, geeft Nina toe. De berghelling is bedekt met een dikke laag sediment, achtergelaten door het vele regenwater dat hier in de loop van de eeuwen omlaag stroomde. Hele stukken zijn weggeslagen en in het ravijn gestort. Op sommige plaatsen verspert de woekerende vegetatie de doorgang. Geconcentreerd banen we ons een weg door de rimboe. Scherpe stengels schrapen langs mijn blote armen. Nina houdt de moed erin. “Het wordt zo meteen beter”, zegt ze. Na een paar honderd meter ploeteren wordt het steile pad inderdaad beter begaanbaar. In de verte zien we het dorp waar we heen willen en de asfaltweg die ernaartoe leidt. Als we even later die weg bereiken, zie ik een geplastificeerd A4’tje op de wegwijzer bij de afslag naar het pad, met daarop een waarschuwing: ‘Dit pad is afgesloten wegens aardverschuivingsgevaar.’ De persoon die de waarschuwing ophing, had blijkbaar geen zin om af te dalen en op de T-splitsing beneden óók zo’n A4’tje te plaatsen.

Rondom de resorts aan de kust domineren fastfoodzaken, maar in het binnenland serveren restaurants alleen maar lokale producten.

Bron van leven

In Artenara worden we na een lange dag ontvangen alsof we bij onze oma op bezoek zijn. Juanate, de eigenares van restaurant Arte Gaia, wilde eigenlijk net sluiten, maar speciaal voor ons blijft ze nog wat langer open. “Ik serveer vandaag een verrassingsmenu”, zegt ze, nadat we hebben plaatsgenomen aan een tafel op de stoep voor het restaurant. “Alle gerechten zijn biologisch en volgens lokale recepten gemaakt met streekproducten. Ik hoef alleen maar te weten of jullie wel of geen vlees eten, en bepaalde dingen niet lusten.” Even later komt ze naar buiten met het voorgerecht: gerookte geitenkaas met een saus van aloë vera en cactusvrucht. Daarna volgen papas arrugadas, in de schil gekookte aardappelen, met kikkererwten en gestoofd rundvlees. Als nagerecht serveert ze yoghurt met siroop, gemaakt van sap dat uit een palmboom is getapt. Het is allemaal heerlijk. Na de maaltijd komt de gastvrouw bij ons aan tafel zitten, om nog wat te kletsen. Als ik vraag naar haar jeugd, vertelt Juanate dat ze is geboren op een boerderij niet ver van Artenara. Op haar tiende vertrok ze naar Las Palmas, de hoofdstad van Gran Canaria, om er naar de middelbare school te gaan en daarna te studeren en te werken. Tien jaar geleden keerde ze terug naar Artenara. Op de boerderij van haar ouders teelt ze nu haar eigen groenten en fruit. Kaas en vlees haalt ze bij kleine boeren in de omgeving. “Ik wil een duurzame eetcultuur promoten”, legt ze uit. “Tegenwoordig draait alles om geld. Mensen kopen voedsel in de supermarkt en hebben geen idee hoe het wordt gemaakt. Ambachtelijke boeren, die op een eerlijke manier hun producten maken, dreigen erdoor ten onder te gaan.” Gelukkig zijn streekproducten vrijwel overal ter wereld bezig aan een comeback. Gran Canaria loopt daarin zeker niet achter. Rondom de resorts aan de kust domineren pizzarestaurants en andere fastfoodzaken, maar in het binnenland serveren restaurants bijna alleen maar lokale producten. Zelfs vis staat vaak niet op het menu, omdat men naar de kust zou moeten om het te kopen. Behalve kaas, vlees en groenten produceren de eilandbewoners ook hun eigen bier, wijn en koffie. Ondanks het reliëf is het binnenland dus erg agrarisch. De vruchtbare vulkanische grond is een bron van leven.

Bedevaartsoord Terror, met een altaar voor de Maagd van de Pijnboom.
Bedevaartsoord Terror, met een altaar voor de Maagd van de Pijnboom. © BJORN SNELDERS

Vruchtbaarheidsrituelen

Net als de andere zes Canarische Eilanden is Gran Canaria ontstaan door een vulkanische uitbarsting op de bodem van de Atlantische Oceaan. Fuerteventura ligt het dichtst bij Afrika en is waarschijnlijk het oudst. In de loop van de geschiedenis verplaatste de vulkanische activiteit zich naar het westen en kwamen er nieuwe eilanden bij. La Palma, waar eind 2021 een hevige uitbarsting plaatsvond, is het jongste Canarische eiland. Op de oudere eilanden is de vulkanische activiteit echter zo goed als verdwenen. De laatste uitbarsting op Gran Canaria was al zeker tweeduizend jaar geleden.

De oorspronkelijke inwoners van de Canarische Eilanden, de Guanches, woonden in uitgehakte grotten in het vulkanisch gesteente. “Sommige grotten deden eeuwen geleden dienst als tempel”, vertelt Florencia, die in het Risco Caído-museum in Artenara de rondleiding verzorgt. “De Guanches vereerden in die grotten hun traditionele goden. De belangrijkste tempel, de Risco Caído, is vanwege instortingsgevaar helaas gesloten. Daarom hebben we in het museum een exacte replica gebouwd.” Langs een aantal panelen met historische informatie leidt ze ons naar de grot, die vol staat met aardewerken en verrassend ruim en behaaglijk is. “Deze tempel was gewijd aan de zon, of maghik, zoals de Guanches het hemellichaam noemden”, gaat Florencia verder. “We gaan ervan uit dat de grotten gebruikt werden voor vruchtbaarheidsrituelen. De Guanches vroegen hun goden zo om een goede oogst. Wellicht kwamen hier ook vrouwen die geen kinderen konden krijgen.”

Over de geschiedenis van de Guanches is door recent onderzoek veel nieuwe informatie beschikbaar. Ooit werd gedacht dat ze afstamden van de Vikingen of Basken, maar recent DNA-onderzoek toont historische banden met Noord-Afrika. Een verschil met andere berbers is dat de Guanches nooit zijn onderworpen door de Arabieren, waardoor de islam geen wortel schoot op de Canarische Eilanden.

Naast de grotten en enkele plaatsnamen is er nog maar weinig dat aan de Guanches herinnert. De Spanjaarden onderwierpen hen met harde hand. Ze moesten zich bekeren tot het katholicisme en hun taal werd verboden. Uit DNA-tests is gebleken dat veel hedendaagse eilandbewoners Guanches-bloed hebben.

De gegrilde vis van Restaurante Esther in Peurto de la Aldea is een aanrader.
De gegrilde vis van Restaurante Esther in Peurto de la Aldea is een aanrader. © BJORN SNELDERS

Omgaan met de droogte

Artenara, dat ook wel ‘het balkon van Gran Canaria’ wordt genoemd, kan niet alleen bogen op een uitstekende keuken en eeuwenoud Guanches-erfgoed, maar ook op een wondermooie omgeving. Vanaf het centrale dorpsplein kijk je uit op een kale vulkaankrater en bizarre rotsformaties. Daarachter, uit het zicht, ligt een pijnboombos en een loofbomenbos vol beuken en eiken. Het is nauwelijks voor te stellen door de vele bomen en dichte begroeiing, maar Gran Canaria kampt met een serieus droogteprobleem. Er zijn onvoldoende zoetwaterbronnen. Boeren zijn grotendeels afhankelijk van zeldzame regenbuien. Hoog in de bergen zijn overal reservoirs aangelegd om regenwater op te vangen. Wandelend over het eiland passeren we telkens opnieuw waterleidingen en kanalen die dat water naar de lagergelegen akkers en weiden leiden. Sommige kanalen zijn al eeuwenoud, en gemaakt van gemetselde natuurstenen. Maar we passeren ook veel moderne plastic pijpen, die vaak open en bloot tegen de hellingen aan liggen.

Om meer te weten te komen over het agrarische leven in het droge binnenland, besluiten we op bezoek te gaan bij Theresa. Haar kleinschalige geitenkaasfabriek gaat schuil in een uitgehakte grot en bevindt zich aan de doorgangsweg ten zuiden van Artenara. Rond het erf staat een cactushaag met de eetbare vruchten die we proefden in het restaurant van Juanate. “Is het jullie al opgevallen dat er bijna geen koeien, schapen en varkens te zien zijn op het eiland?” vraagt Theresa. Ze heeft gelijk. Tot nu toe zagen we alleen rondscharrelende geiten. Vrijwel alle restaurants die we bezochten serveren geitenkaas, die op verschillende manieren in lokale gerechten wordt verwerkt, bijvoorbeeld door het te bakken of te roken. Ook geitenvlees en geitenmelk zijn overal te krijgen. Theresa legt uit: “Geiten kunnen als geen ander dier tegen droogte. Het zijn taaie dieren die weinig aandacht nodig hebben. Zelfs als er bijna niks groeit, vinden ze wel iets eetbaars. Koeien en schapen zijn daar veel minder goed in. Als er echt geen ander voedsel is, zijn geiten desnoods ook tevreden met een paar stukken karton.” Helaas zijn de geiten van Theresa vandaag in geen velden of wegen te bekennen. “Ze trekken soms ver de bergen in op zoek naar iets eetbaars.” Maar ’s avonds komen ze volgens Theresa netjes en op eigen initiatief weer terug naar de stal, om gemolken te worden. In de grot waarin de kaasfabriek huist, buigt Theresa zich over een roestvrijstalen kuip waarin ze verse geitenmelk heeft laten stremmen. Ze doet de klonterige substantie in een ronde vorm en drukt de inhoud zorgvuldig met de hand samen, zodat het vocht eruit loopt. De plank waarop ze dat doet, heeft ribbels, in een geometrisch patroon, die op iedere kaas een unieke afdruk achterlaten. Als de kazen stijf genoeg zijn, haalt Theresa ze uit de vorm om ze in een aangrenzende grot te laten rijpen. Door de natuurlijke koelte is er geen duur klimaatsysteem nodig.

Hotel Las Longueras in Agaete huist in een oude haciënda.
Hotel Las Longueras in Agaete huist in een oude haciënda. © BJORN SNELDERS

De droogte op Gran Canaria vormt niet alleen een probleem voor dieren, vertelt Theresa als we even later uitkijken over het erf. “Twee jaar geleden woedde hier een grote bosbrand. Duizenden mensen moesten vluchten. Gelukkig is mijn boerderij gespaard gebleven.” De zwartgeblakerde pijnbomen in de omgeving herinneren nog aan die brand. Maar net als de geiten is de lokale pijnboomsoort van een bijzondere taaiheid. Door het vulkanische verleden zijn ze veel beter dan andere soorten bestand tegen vuur. Door de zwartgeblakerde schors steken dan ook overal jonge groene takken naar buiten. De Canarische pijnboom wordt nu zelfs massaal aangeplant op het vasteland van Spanje, zodat ook daar de natuur sneller herstelt na een bosbrand.

Veel mensen op het platteland wonen nog steeds in grotten, die verrassend comfortabel zijn ingericht.
Veel mensen op het platteland wonen nog steeds in grotten, die verrassend comfortabel zijn ingericht. © BJORN SNELDERS

Een met de omgeving

Ook in de vruchtbare Agaetevallei is weinig te merken van de aanhoudende droogte. De bomen in de uitgestrekte plantages dragen onder meer sinaasappels, guaves en citroenen. Verderop, in de gaard van Bodega Los Berrazales, worden druiven geteeld en wijnen gemaakt. We strijken neer op het beschutte terras van de bodega en bestellen een lokale witte wijn. Terwijl ik uitkijk over de groene vallei en de grillige bergen eromheen en een slok neem van de wijn, speel ik het filmpje van de afgelopen week nog eens af in mijn hoofd. We liepen over oude vulkanen, verkenden grotten en struinden door pittoreske dorpen: stuk voor stuk authentieke plekken ver weg van de toeristische kustoorden. De afgelopen dagen heb ik Gran Canaria heel intens beleefd. Intenser dan veel andere Europese bestemmingen die ik bezocht. Dat heeft alles te maken met de manier waarop we ons voortbewogen: te voet, blootgesteld aan de elementen. Wandelen is de ultieme vorm van slow travel. De enige manier van reizen die traag genoeg is om de omgeving echt door te laten dringen.

6X GRAN CANARIA WEG VAN DE MASSA

1. Wandel door een vulkaankrater
Verspreid over Gran Canaria vind je verschillende oude vulkaankraters waaruit lang geleden lava stroomde. Verken het vulkanische landschap als het even kan te voet. De mooiste wandelroutes starten in het dorp Artenara. Regel een gids via etnoexperience.com

2. Bezoek de zonnetempel van de Guanches
In het Risco Caído-museum in Artenara staat een exacte replica van de tempel waar de Guanches hun zonnegod vereerden, artenara.es

3. Bewonder de lokale flora en fauna
Op Gran Canaria vind je talloze planten en diersoorten die nergens anders ter wereld voorkomen. Zo zie je langs de wandelpaden vaak vetplanten die eruitzien als miniatuurboompjes met een fleurige bloem aan het uiteinde van de takken.

4 . Proef de lokale geitenkaas
Vaak wordt de kaas gerookt en geserveerd met een vruchtensaus. Een van de beste restaurants om de lokale keuken te ontdekken is Arte Gaia in Artenara, artegaiarestaurante.com

5. Fiets de vulkaan op
Voor sportievelingen zijn er mountainbikes of racefietsen te huur. Je kunt ook voor een e-bike kiezen. Er zijn voldoende verkeersluwe wegen. Neem contact op met Wilier. Of ga bij ze langs in Las Palmas, wiliergrancanaria.com

6. Eet vis in een authentieke kustplaats
Niet de hele kust van Gran Canaria is vergeven van de toeristen. Als je een authentieke plek zoekt om aan het strand te eten, kun je dat in de haven van La Aldea, een gemoedelijke vissersplaats aan de westkust. Zwemmen kan hier ook, als je het niet erg vindt om over grijze vulkanische keien de zee in te lopen, grancanaria.com/turismo/nl

Heen en terug
Onder andere TUI fly, Brussels Airlines en Ryanair bieden vluchten aan van Zaventem naar Las Palmas op Gran Canaria. De beste en snelste manier om je over het eiland te verplaatsen is per huurauto. Het busnetwerk op Gran Canaria is echter verrassend uitgebreid en goedkoop. Met één of twee keer overstappen kun je bijna overal komen. Stippel je route uit op guaguasglobal.com

Wij sliepen in Casa Cueva El Mimo, een gerenoveerde grotwoning in een klein dorp even buiten Artenara. artenatur.com/property/casa-cueva-el-mimo.

We verbleven ook in Hotel Las Longueras, een oude haciënda omgeven door landerijen met fruitbomen, laslongueras.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content