Wijnboer zkt toerist

© iStockphoto

Het wijntoerisme zit in de lift. Almaar meer wijnhuizen zetten dan ook hun deuren open voor mensen die een of meer nachten op het domein willen verblijven. Een selectie.

Nog niet zolang geleden werden wijnliefhebbers die op verkenning gingen in veel wijnstreken als regelrechte lastposten beschouwd. De Franse wijnbouwers stonden nu eenmaal niet echt bekend voor hun openheid en gastvrijheid. Ze waren vaak zelfs erg stug en achterdochtig, tot en met de traditionele tweeloop naast het bed. Nu is het werk in een wijngaard natuurlijk ook geen lachertje : na een zware dag heeft menige wijnbouwer vaak geen zin om ook nog eens bezoekers te gaan rondleiden. In de loop der jaren is de situatie echter veranderd.

Niemand kan vandaag zomaar de deur dichtslaan voor de neus van een nieuwsgierige klant. De concurrentie tussen de wijnstreken is moordend en een klant is een klant. De wijnbouwer van de nieuwe generatie is dus, behalve druiventeler, wijnmaker en handelaar, min of meer noodgedwongen ook hotelhouder.

In een tijd waarin miljoenen Chinezen een passie voor wijn ontwikkelen, ontstaan er bovendien steeds meer initiatieven voor de ontvangst van wijntoeristen. Zo richtten de Franse ministers van Landbouw en Toerisme in 2009 de Hoge Raad voor Oenologie op, die ieder jaar de beste initiatieven op dit gebied bekroont. En het werd hoog tijd, want in regio’s zoals Toscane, Rioja en de Dourovallei was men op dit gebied al ver gevorderd. Toch blijven de zwaargewichten in Frankrijk, vooral de bourgogne- en bordeauxboeren, nog altijd stevig op de rem staan als het gaat om de ontvangst van bezoekers.

In afwachting dat alle deuren opengaan, geeft Knack Weekend u alvast een selectie van logeertips over heel Frankrijk, zodat u zich op een even aangename als efficiënte manier kunt verdiepen in deze uitzonderlijke wijnen. Eén zaak is zeker: wie de gelegenheid krijgt de mensen achter de wijnen te ontmoeten, zal nooit meer op dezelfde manier wijn drinken.

Bourgondische baanbrekers

De meeste bordeaux- en bourgognehuizen blijven dralen met hun aanbod inzake wijntoerisme. Maar er zijn uitzonderingen. De mooiste is te vinden in de wijnstreek Puligny-Montrachet, waar La Maison d’Olivier Leflaive uitpakt met een viersterrenhotel met dertien kamers. Hoewel het hotel niet echt te midden van de wijngaarden van het achttien hectare grote familiedomein ligt, is de plek zeker een omweg waard.

Patrick Leflaive: “Onze familie is al achttien generaties actief in Puligny en dit domein is al drie generaties in onze familie. We zijn langzaam maar zeker gegroeid, mede door de vraag van invoerders uit de Verenigde Staten. Daardoor konden we uitbreiden van één naar achttien hectare. Vanaf 1996 richten we ons ook tot particulieren in Frankrijk. We organiseerden eerst informele bezoeken, gekoppeld aan een lunch en later aan een diner. Dat was de eerste gastentafel op een wijndomein in Bourgondië. We dekten enkele tafels en discussieerden over ditjes en datjes, terwijl de gasten van onze wijnen konden proeven… Het was perfect. Op een bepaald moment moesten we zelfs mensen weigeren.”

“Tot we zes jaar geleden de kans kregen om dit pand te kopen, eigendom van een appellation-wijnbouwer, en besloten er een hotel van te maken. We hebben personeel in dienst, maar de sfeer blijft familiaal en ontspannen. Mijn zus Carol zorgde voor de interieurinrichting. Julie, de dochter van mijn broer, runt het hotel, terwijl Olivier en ik ons bezighouden met de rondleidingen door de wijngaarden en de wijnkelder.”

Met meer dan elfduizend bezoekers in enkele jaren tijd mag La Maison d’Olivier Leflaive als een onmiskenbaar succes worden beschouwd. Een succes dat Patrick Leflaive grotendeels toeschrijft aan zijn ‘didactische aanpak’, op basis van unieke degustatiemenu’s met naar keuze vijf, acht of tien wijnen, gekoppeld aan “een onovertroffen inzicht in de wijnmozaïek van de Bourgogne”.

Zo verbouwt het domein niet minder dan negentig van de honderd appellaties die in dit deel van Frankrijk gangbaar zijn. Daar zijn best prestigieuze namen bij, zoals de Chevalier-Montrachet Grand Cru, de Bâtard-Montrachet Grand Cru, de Puligny-Montrachet 1er Cru Les Pucelles, de Puligny-Montrachet 1er Cru Les Folatières, of de Meursault 1er Cru Blagny Sous le Dos d’Âne.

Hoewel La Maison d’Olivier Leflaive een uitstekende uitvalsbasis is in Bourgondië, moeten we toch ook twee andere adressen vermelden, al kun je er (voorlopig) nog niet optimaal logeren. Het eerste, het bijzonder charmante Domaine Trapet, is vooral bij ingewijden bekend. Dit is het werk van Jean-Louis Trapet, een biodynamische wijnbouwer die de pinot noir tot zijn recht laat komen zoals weinigen dat kunnen. De wijnen die hij maakt zijn moeilijk te vinden, gewoon omdat ze zo geliefd zijn. Ideaal is dat je ze bij hemzelf gaat proeven, in combinatie met een eenvoudige maar smaakvolle lunch.

Voor de goede sfeer wordt gezorgd door de vriendelijke Damien Lippe. Helaas is dit nog steeds een work in progress, het gastenverblijf en de tuinschuur zijn nog niet helemaal voltooid. De gerechten zijn wél onberispelijk, van een uitmuntende jambon persillé of een boeuf bourguignon in een gietijzeren Staubpan tot époisses-kaas, geaffineerd met marc de bourgogne en streekworst “die Jean-Louis meebrengt als hij gaat skiën in Val d’Isère”, zo wordt er nog aan toegevoegd.

Echte fijnproevers kiezen wellicht voor Le Paradis (84 euro), goed voor acht glazen huisgemaakte wijn, waaronder een Gevrey-Chambertin, een Gevrey-Chambertin Premier Cru ‘Capita’ – een assemblage van drie percelen die werden gerangschikt als premier cru – en verder een Chapelle-Chambertin Grand Cru of Chambertin Grand Cru. En dat alles in een mooi kader, ontworpen door het bureau Epokhé uit Dijon, gekenmerkt door een mix van oude elementen – een grote open haard, originele parketvloeren, een houten gebinte – en hedendaagse accenten, zoals een originele verlichting en eigentijdse wandtapijten.

Een tweede adres is la Table Comte Senard, in het dorpje Aloxe-Corton op de beroemde Colline de Corton. Ook hier geen gastenverblijf, maar wel een unieke kans om zeldzame wijnen te ontdekken. Dit is een initiatief van Philippe Senard, die de fakkel inmiddels heeft doorgegeven aan zijn dochter Lorraine. Volgens Philippe Senard is de traditie van de gastvrijheid bij de wijnbouwers in de loop der jaren wat verloren gegaan. “Onze voorouders ontvingen de invoerders bij hen thuis. Ik vind dat we onze deuren weer moeten opengooien voor bezoekers, en niet alleen om flessen te verkopen. We moeten terug naar de oorsprong en aan de mensen de rijkdom en de complexiteit van deze streek uitleggen.”

La Table Comte Senard is gevestigd in oude stallen en focust op een gezellige tafelervaring. De enscenering bestaat uit slechts enkele tafels. Voor 65 euro kun je hier kennismaken met acht wijnen, zoals de Aloxe-Corton blanc Pinot Beurot, de Premier Cru Les Valozières en de Corton Grand cru Blanc, waaronder vijf grands crus. Er komen alleen maar vaste waarden op tafel, zoals boeuf bourguignon of coq au vin, bereid volgens de regels van de kunst, inclusief een verbluffende saus op basis van cortondroesem.

Andere aanbiedingen

In Chablis is Thomas Pico een van die vakmensen die de chablis op een verfrissende wijze in ere houden. Trouw aan zijn compromisloze visie nam hij een deel van het voorouderlijk domein over. Met zijn productie, die wordt verkocht onder de naam Domaine Pattes Loup, bouwde hij in negen jaar tijd een sterke reputatie op. Wie wil kennismaken met dit veelbelovende talent, reserveert het best een kamer in zijn Faubourg Saint Pierre. Dit eenvoudige maar gezellige gastenverblijf, onder de deskundige leiding van zijn moeder Denise Pico, is gevestigd in een achttiende-eeuwse herenwoning. Er is geen betere basis voor een initiatie in de wijnen van deze streek.

Zin in een zuidelijker uitstap? Dan kunt u terecht in het Domaine de la Bégude, met als specialisatie de bandol. Dit vijfhonderd hectare grote domein wordt gerund door de familie Tari uit Margaux en pronkt met een weids uitzicht over de Middellandse Zee. Het biedt vier sfeervolle kamers en verleidt zijn gasten met 27 wijnpercelen (17 ha) en olijfgaarden, volgens de biologische teelt, die kunnen worden bezocht. Kortom, na dit bezoek weet u vast alles over liggingen, terroirs, druivensoorten en wijnvariëteiten.

Ook niet te versmaden is Le Clachet van Agnès en Jean Foillard. Die laatste is een grote naam in de beaujolaiswereld, met het accent op de morgon. Terwijl Jean zelf nogal knorrig en weinig beminnelijk overkomt, is zijn vrouw een en al vriendelijkheid en spontaniteit. Een pretentieloos adresje, waar u geniet van een heerlijk ontbijt inclusief onvergetelijke huisgemaakte jam. Dit verblijf is ideaal gelegen voor een uitvoerige kennismaking met de zowat tien cru’s van de appellaties beaujolais.

In Saint-Emilion kunt u dan weer overnachten in het Château Troplong Mondot. Onze tip? De kamer Acajou in het hart van het landgoed. Eveneens in Saint-Emilion is er het Château Franc-Mayne, bekend om zijn grand cru classé, met negen indrukwekkende gastenkamers. Elke kamer is ingericht volgens een specifiek thema : popart, Indian fusion, black & white, British landscape, African lodge… Maar de grootste verrassing is wellicht de grotwoning waarin de wijn van dit domein wordt bewaard.

Dol op bubbels? Dan adviseren we u Avize, in de buurt van de Côte des Blancs, waar u wordt opgewacht door de voortreffelijke Anselme Selosse, die samen met zijn vrouw Corinne het hotel Les Avisés uitbaat. En het resultaat mag gezien worden. Het is trouwens een ontwerp van de Belgische interieurarchitect Bruno Borrione, die jarenlang projectmanager was bij Philippe Starck. De keuken draagt de signatuur van Stéphane Rossillon, die zijn sterren verdiende bij Anne-Sophie Pic, na een carrière als souschef en chef in het bijhuis van het gastronomisch restaurant Nationale 7. In zijn oogstrelende open keuken bereidt Stéphane lichte gerechten op basis van gezonde, lokaal geproduceerde ingrediënten. Wat jammer toch dat we die heerlijke bubbels niet mee naar huis kunnen nemen, want de volledige productie wordt opgekocht door kenners uit de hele wereld.

Tot slot mogen we natuurlijk ook de Loire niet vergeten. Deze langgerekte wijnstreek, ruwweg tussen Nantes en Tours, heeft zeer veel te bieden. We vermelden in het bijzonder de Manoir de la Tête Rouge, met de appellaties Saumur en Saumur-Puy-Notre-Dame. Dit is de thuisbasis van de uitstekende wijnbouwer Guillaume Reynouard, die voluit koos voor de biologische landbouw. Naast de drie mooi verzorgde kamers wordt er nu en dan een gastentafel aangeboden, hoewel zijn vrouw Sophie zeker niet wil concurreren met het lokale dorpsrestaurant.

Michel Verlinden

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content