Wat als je niét wil skiën?
Wie niet wil skiën, kan natuurlijk langlaufen of snowboarden: die alternatieven zijn al genoeg ingeburgerd. Maar in Vorarlberg is meer dan de helft van de wintersportgasten op zoek naar andere vormen van sneeuwplezier.
Winterwandelen Wie de winter zacht wil beleven, doet dat best op het tempo van de wandelaar. Behoedzaam klimmen we zelf langzaam vanuit het centrum van Brand naar de hut op de Schattenlagant, vijfhonderd meter hoger en zeven kilometer verder dan ons hotel, vlakbij de winters bevroren Lünersee. Wandelen in de winter is een ideale manier om je longen met verse, stofvrije lucht te vullen en van het winterlandschap te genieten zonder dat je moet kunnen skiën. Toch onderschat je winterwandelen best niet: het is zwaarder dan de zomerse variant omdat de ondergrond kan variëren van losse poedersneeuw over krakende oude firn tot blank ijs. En plat zijn die winterwandelwegen zelden.
Rodelen Zo oud als de straat: met de slede naar beneden. Rodelen is in Oostenrijk tot een volkssport verheven. Niets zo leuk en – om een Oostenrijks cliché uit de kast te halen – zo gemütlich als een avondje gezelligheid in een hut en nadien met de slede terug het dal in. Overdag zie je meer en kan je dus beter anticiperen bij het sturen. Dat doe je door je voeten voor de slede lichtjes in de sneeuw te duwen. Maar let op : rodelen is niet zo onschuldig als het eruitziet.
Elk jaar opnieuw gebeuren er ongelukken door overmoedige toeristen die te snel – en zelden helemaal nuchter – naar beneden glijden op hun sledes. Nog een goede tip : hou de slee altijd met een touw rond je pols vast. Zo voorkom je vervelend zoekwerk als je omtuimelt en de slede er alleen vandoor gaat. Zeker in het donker en in bossen kan dat voor heel wat irritatie zorgen. Vandaag biedt elk skistation in de Alpen rodeltochten aan, zowel overdag als ’s avonds. Beperk de snelheid, maximaliseer de fun.
Rakettentochten
Iets sportiever gaat het eraan toe bij een tocht op sneeuwraketten. Dat zijn op tennisrackets lijkende hulpmiddelen uit plastic, aluminium of titanium die je onder je schoenen bindt. Door het grotere oppervlak zorgen ze ervoor dat je niet in de sneeuw wegzakt. Pinnen aan de onderkant beletten dat je gaat glijden.
We doen de test met gids Matthias Mayr op het hoogplateau van Tschenga, net buiten Brand. Vorarlberg kent een uitgebreid winterwandelnet dat je ideaal met sneeuwraketten kan uitlopen. Terwijl je er met gewone schoenen in de sneeuw wegzakt, houden raketten je zalig aan de oppervlakte. Er zijn tien duidelijk aangegeven wandelingen, goed voor 25 kilometer. Een gids is dus niet nodig. Toch is ook bij rakettentochten – het wordt monotoon – voorzichtigheid geraden. Neem best een apparaatje mee waarmee je opgespoord kan worden mocht je onder een lawine terechtkomen. Je kan zo’n ‘bieps’ in de meeste bergsportwinkels huren.
Ook raketten zijn te huur. Wil je er een paar kopen, reken dan op honderd tot vierhonderd euro. Hijgend en puffend komen we intussen zelf boven, na een tocht van zo’n twee uur. We hebben snel door dat je wijdbeens moet lopen zodat je niet over je eigen raketten struikelt. We genieten van het ongerepte uitzicht, weg van pistes en joelende après-ski.
Huskytochten
Oorspronkelijk Scandinavisch, maar door het groeiende succes in steeds meer winterse landen ingeburgerd : maak eens een ritje met een slede die door huskyhonden wordt voortgetrokken. ‘Husky Toni’ heeft een roedel van tien Siberische husky’s in Brand. Per vier spant hij ze voor een slede. We krijgen wat uitleg : onze chef-hond heet Nanuk. Toni neemt de eerste slede. Onze honden huilen als Formule 1-bolides die op het punt staan te ontploffen. Zij willen rennen!
De honden schieten vooruit, hun geloei verstomt snel en maakt plaats voor gehijg. Vanaf acht jaar kan je in Brand terecht voor een volledig dagarrangement : een wandeling, soep en thee bij het kampvuur, uitleg over de honden en een tocht die kan variëren van 2 tot 25 kilometer. Zelf houden we het bij een kort rondje. Op een stukje bergop kijken Nanuk en haar kompanen naar achteren, alsof ze willen zeggen : “Domme toerist, zie je niet dat we niet boven raken ? Duw dan toch een beetje mee !” We doen het uit sympathie. In strakke cadans trekken de honden ons verder het besneeuwde dal in.
Airboarden Echt hot is vandaag een afdaling op iets wat je nog het best kan omschrijven als een stevig opgeblazen luchtmatras met twee handvatten. Zorg voor stevige kniebescherming, een helm, sneeuwbril en dichte, dikke winterkledij. Neem beide handvatten goed vast en gooi je – met wat gevoel voor dramatiek natuurlijk – de helling af. Het effect valt te vergelijken met golfsurfen. Profi’s springen op sneeuwbulten echt de lucht in : dankzij hun airboard vallen de schokken die ze daarbij opvangen best mee.
Het airboard – ondertussen een beschermde naam – werd zo’n tien jaar geleden uitgevonden door de Zwitser Urs Steiner. De versie waarop wij vandaag in de buurt van Brand een met poedersneeuw beladen helling afsuizen, is sterk genoeg om zonder kleerscheuren over eventuele steentjes te geraken. Sturen en remmen doe je op twee manieren: gewicht verplaatsen (naar links voor een linkse bocht, rechts voor een rechtse) maar evenzeer door het airboard dwars te houden.
Ribbels aan de onderkant zorgen voor richtingsstabiliteit maar bij een dwarse stand ook voor afremming. Airboarden is verboden op skipistes. Neem dus een gids mee die je de plekjes kan tonen waar je wél naar beneden kan op je supersnelle matras (tot vijftig kilometer per uur).
Gids Matthias Mayr : “Airboarden is haalbaar voor iedereen die ouder is dan twaalf jaar en groter dan het airboard.” Gevaarlijk? Mayr: “Niet echt. Wél gevaarlijk wordt het als mensen eerst stevig zitten te borrelen in een berghut en dan overmoedig naar beneden sjezen.” Een boom, een put, een rots : opletten blijft bij airboarden de boodschap. Maar de kick is echt wel bijzonder. In Oostenrijk is airboarden in no time tot een echte hype uitgegroeid. Bergaktiv Brand biedt dagtrips aan die bestaan uit een rakettentocht, een instructie en een airboardafdaling van een uur. Inclusief materiaal maar exclusief liftpas moet je daarvoor op 48 euro per persoon rekenen.
Ijsklimmen
Evenzeer in het rijtje van meer extreme wintersporten thuishorend : ijsklimmen. Watervallen die in de zomer lieflijk zijn, veranderen in de winter in enorme bevroren stalactieten. Met stijgijzers en twee ijsbijlen zijn die perfect beklimbaar. Niet eens zo moeilijk en haalbaar voor iedereen met genoeg kuitspieren, stamina en lef. Een gids klimt voor, bevestigt een verankerd touw bovenaan de waterval en beveiligt daarmee de volgende klimmer. Op die manier kan hij nooit vallen.
Dankzij de frontale punten aan je stijgijzers kan je als een balletdanser tegen de waterval naar boven klimmen. Houvast en trekkracht haal je uit twee messcherpe ijsbijlen die je met voldoende geweld in het ijs slaat. Helm, handschoenen, klimgordel, schoenen met een vaste zool, stijgijzers en ijsbijlen kan je in zowat elk berggidsenkantoor in de Alpen op de kop tikken. Een tip: geniet met volle teugen van de resonantie die trillend dik ijs geeft terwijl je het beklimt. Een unieke belevenis!
Toerskiën
Bij toerskiën klim je eerst op ski’s naar boven, om nadien buiten de piste af te dalen. Je gebruikt er speciale ski’s voor, waaronder je synthetische zeehondenhuid bevestigt : die beletten dat je terug naar beneden glijdt. Toerskiën vereist een goede tot zeer goede basis-skitechniek en een bovengemiddeld uithoudingsvermogen. Ga nooit op pad zonder berggids, want met je toerski’s kom je in een winterse hoogalpiene omgeving die geen toegevingen doet. Uitdagend, fysiek zwaar maar van een onbeschrijfbare intensiteit. Een van de mooiste manieren om het winterse hooggebergte te beleven.
Aart De Zitter
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier