Bij het Roopkund meer, gelegen op 5029 meter hoogte in de staat Uttarakhand in India, werden in 1942 de botten van 300 mannen, vrouwen en kinderen gevonden. Waaraan en wanneer overleden deze mensen? Het mysterie lijkt opgelost.
In het Roopkund meer (ook Skeleton Lake genoemd), gelegen op 5029 meter hoogte in de staat Uttarakhand in India, vond een ranger in 1942 de botten van wat later 300 mannen, vrouwen en kinderen bleken te zijn. Waaraan en wanneer overleden deze mensen? De ranger dacht eerst dat het Japanse soldaten zouden zijn, maar de botresten bleken veel ouder te zijn.
In de loop van de jaren werden talloze verklaringen bedacht voor dit mysterie. De oplossing lijkt gevonden, blijkt uit deze video van Atlas Obscura.
De skeletten komen allemaal ongeveer uit het jaar 850. De 300 mensen bestonden uit twee groepen: een stam met familieleden vormde de ene groep en hun dragers, gidsen en bedienden de tweede groep. Ze waren waarschijnlijk onderweg naar het Nanda Devi Raj Jat festival. Ze overleden allemaal op dezelfde manier: door inslagen van ronde objecten op het hoofd. Ze hadden ook wonden aan de schouders en andere plaatsen op het lichaam.
Waardoor werden deze wonden veroorzaakt? De vrouwen in de Himalaya zingen een eeuwenoud traditioneel liedje over een godin die zo boos werd op vreemdelingen die haar heiligdom op de berg beschadigden dat ze enorme hagelkorrels, zo hard als ijzer, naar beneden wierp.
En precies daar lijken de 300 mensen aan overleden te zijn: door een gigantische hagelbui waar geen ontkomen aan was. (MS)
