Regenwoud moet wijken voor cocaïneproductie in Colombia
Een piek in de cocaïneproductie in Colombia veroorzaakt ontbossing in het noorden van het land. Zelfs beschermde nationale parken moeten wijken voor cocaplantages. Na het vredesakkoord tussen de FARC en de regering kregen gewapende groepen vrij spel in het regenwoud, met desastreuze gevolgen voor het milieu.
Generaties lang bood de Catatumborivier in het noordoosten van Colombia doorgang aan vissers en kleine boeren. Steeds vaker wordt de waterweg gebruikt om illegale goederen te vervoeren, zoals wapens, hout en de cocagewassen waarvan cocaïne gemaakt wordt. Het is een strategische route voor gewapende groepen om drugs het land uit te smokkelen, net over de grens met Venezuela.
Territoriale ruzies over cocaproductie zijn dagelijkse kost in het departement Norte de Santander. Bewoners leven in angst voor ontheemding, zeggen ze, of staan doodsangsten uit door de illegale activiteiten die samenhangen met de drugshandel in de regio. ‘Wees voorzichtig met deze informatie’, waarschuwt een lokale boer, Pablo. Hij gebruikt een schuilnaam, net als andere geïnterviewden in dit artikel. Uit schrik voor hun veiligheid willen ze anoniem blijven.
Liever coca dan cacao
Tot een paar jaar geleden was Pablo cocaboer. Vroeger teelden boeren hun cocagewassen in afgelegen, verborgen gebieden. Volgens Pablo zijn de huidige cocavelden steeds meer zichtbaar, meer aanwezig, tot de rand van de wegen en oevers van de rivier Catatumbo toe. ‘Weilanden en grond voor veeteelt en fruitbomen hebben nu plaatsgemaakt voor coca’, getuigt Pablo, die tegenwoordig enkel legale gewassen verbouwd. ‘De cocaboeren respecteren niks, zelfs de rivier niet.’
De regio is niet meer hetzelfde sinds er coca geteeld wordt, legt Pablo uit. Dat gebeurt al sinds 1997. De situatie verergerde na het vredesakkoord met de Revolutionaire Gewapende Strijdkrachten van Colombia (FARC), in 2016. ‘Er zijn bijna geen bomen meer over’, vertelt de boer, die al langer dan vijftig jaar in het gebied woont. ‘Veel kreken rivier waar ik als kind baadde, bestaan niet meer.’
Volgens Pablo zwichten boeren voor het geld dat de cocateelt hen oplevert. Dat is meer waard dan de gemoedsrust van het verbouwen van een legaal gewas, zo vertelt hij. ‘Als je genoeg cocabladeren verbouwt, kan dat je een goed inkomen opleveren. Dat is wat anders dan het kleinschalige werk dat ik deed.’ Hij zegt erbij dat zijn cocaveld van destijds minder dan 10 hectare groot was. ‘Cocavelden zijn nu veel groter, soms zelfs honderden hectares.’
Pablo rekent uit dat een kilo cocapasta ongeveer 2,7 miljoen pesos (650 euro) oplevert. Als de koper betrokken is bij een guerrillagroep, levert het 2,58 miljoen pesos (458 dollar) op. Ter vergelijking: de prijs van een kilo cacao levert slechts 8000 pesos (1,90 euro) op.
De regering moedigt boeren aan om dat laatste gewas te telen, als strategie om de cocaïne-industrie te bestrijden. Dat beleid doet echter veel stof opwaaien. ‘De programma’s richten zich enkel op boeren die illegale gewassen telen’, geeft Jericó, een cacaoboer, aan. ‘Gezinnen die iets anders verbouwen, moesten verhuizen. De indirecte boodschap die de regering daarmee geeft, is dat boeren pas kunnen profiteren van het beleid als ze coca telen.’
Ontbossing nam toe in 2020
De productie van cocaïne veroorzaakt niet enkel spanning onder boeren, maar lijkt ook de reden dat er veel ontbossing is in de regio. Zelfs gebieden die het meest beschermd worden, zoals het nationaal park Catatumbo Barí, worden aangetast. Hoewel satellieten steeds dieper in het oude regenwoud van het park ontbossing detecteren, is het natuurpark niet immuun.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Catatumbo Barí het enige gebied in het noorden van het Andesgebergte waar Amazoneplanten en -dieren leven. In het park vind je heuvels tot 2000 meter en bomen van meer dan 45 meter hoog. Er zijn orchideeën, bromelia’s, lianen en heliconia’s. De biodiversiteit in de regio gaat echter ernstig achteruit door landbouw en oliewinning.
Op weg naar het park kan je makkelijk de cocavelden spotten. ‘De gewassen bereiken Cúcuta’, zo verwoordt een inwoners van de regio het. Cúcuta is de hoofdstad van het departement Norte de Santander. Meer dan zes uur duurt het om van daaruit het park te bereiken. Toegankelijke wegen zijn er amper. De beste manier om er te geraken is per boot. Dat kan met de hulp van de Barí, een inheemse groep die in leeft in Motilón Barí en Gabarra-Catalaura, twee reservaten in het park.
Dichter bij het park neemt de ontbossing steeds meer toe: de gemeente Tibú, die een deel van het park beheert, heeft de grootste ontbossingsgraad in heel Norte de Santander. Uit het laatste rapport van het Instituut voor Hydrologie, Meteorologie en Milieustudies (Ideam) blijkt dat er in 2019 7.103 hectare bos gekapt werd: bijna driekwart van het gebied. Volgens het Integrated Illicit Crops Monitoring System van de Verenigde Naties (Simci) werd datzelfde jaar 41.711 hectare cocagewassen verbouwd in de regio. Dat is een toename van meer dan 76 procent ten opzichte van 2016.
Norte de Santander verloor een tiende van zijn bosareaal tussen 2001 en 2019. Dat blijkt uit satellietgegevens van de Universiteit van Maryland (UMD). Het nationaal park Catatumbo Barí verloor 6,2 procent. Uit de voorlopige data van de UMD voor 2020 blijkt dat in beide gevallen diverse ‘ongebruikelijk hoge’ pieken aan ontbossing waren, in vergelijking met de afgelopen jaren.
FARC is weg, straffeloosheid regeert
Nationale Natuurlijke Parken van Colombia (PNN) is de milieu-autoriteit die toezicht houdt op Catatumbo Barí. De gebieden buiten het park vallen onder toezicht van de Regionale Autonome Corporatie van de Noordoostelijke Grens (Corponor), die hernieuwbare natuurlijk bronnen beheert in Norte de Santander. Sandra Gómez, plaatsvervangend directeur van Corponor, legt uit dat de hoge ontbossingsgraad buiten het park grotendeels veroorzaakt wordt door landbouw, illegale gewassen, illegale mijnbouw en houtsmokkel. ‘Het is moeilijk het gebied binnen te komen’, verklaart Gómez. ‘Dat komt niet enkel omdat er weinig wegen zijn, maar ook door de conflicten en veiligheidsproblemen. Dit vereenvoudigt illegale activiteiten.’
In het laatste rapport van Simci staat dat in Catatumbo Barí 1448 hectare coca werd geteeld in 2019. Dat komt overeen met 15 procent van het gebied dat ontbost werd tussen 2001 en 2019. Ten opzichte van 2018 is het een stijging van zestig procent. Volgens een overheidsbron die anoniem wil blijven verbleekt dat cijfer tegenover de mogelijke stijging in 2020. De bron stelt dat negentig procent van het ontboste gebied in Catatumbo Barí nu beplant is met cocagewassen. De overige tien procent zou gebruikt worden voor bakbananen en yucca of als weidegrond voor vee.
Volgens de Simci-cijfers werden ook in de twee inheemse reservaten in Catatumbo Barí cocagewassen geteeld in 2019: in Motilón Barí ging het om 411 hectare, in Gabarra-Catalaura 43 hectare. De in totaal 454 hectare was een groei van 66 procent van de cocateelt in de twee reservaten, vergeleken met 2018.
Zorgwekkend, vindt Juan Carlos Quintero, voorzitter van de Associatie voor Kleine Boeren in Catatumbo (Ascamcat). Ook de expansie van grootschalige oliepalmplantages baart hem zorgen. Hij bevestigt de stelling van boer Pablo dat de situatie verslechterd is na de ondertekening van het vredesakkoord met de FARC in 2016. Volgens Quintero heeft het verdwijnen van overheidstoezicht na het vredesakkoord een sfeer van straffeloosheid gecreëerd in de regio. ‘Enkel het leger is hier aanwezig’, zegt hij. In het gebied dat door de FARC achtergelaten werd, konden volgens hem al snel gewapende groepen binnendringen.
Landroof beïnvloedt ons ecosysteem
De situatie in de regio Catatumbo is volgens Sandra Gómez (Corponor) een structureel probleem. Ze verwijst naar een wet uit 1959. Daarin heeft de regering bosgebieden aangewezen die beschermd moeten worden. Bescherming betekent echter nog niet dat de gebieden formeel geregistreerd zijn. Als dat wel zo was geweest, hadden ruzies over landgebruik voorkomen kunnen worden. Dat had geholpen om de milieudegradatie in beschermde gebieden tegen te gaan. ‘Het gaat om landroof’, stelt Gómez.
‘Het is mogelijk om landgebruik illegaal te veranderen’, legt ze uit. ‘Mensen kunnen land aankopen en coca telen omdat er geen fysieke registratie bestaat van de beschermde gebieden. Als het slecht gaat, verkopen boeren hun land. Deze vrijgekomen stukken grond behoren aan de staat toe.’
De Colombiaanse regering wil nu het bezit van alle stukken grond in de regio vastleggen. Dat zegt Rodrigo Botero, directeur van de Stichting voor Natuurbeheer en Duurzame Ontwikkeling (FCDS). Het zou een eerste stap zijn op weg naar registratie van eigendomsrechten, gebruik, uitbreiding, gebruiksduur en een legale status van de grond.
Brilbeer
Het nationale park Catatumbo Barí heeft ongerepte stukken regenwoud die nog steeds niet bestudeerd zijn door wetenschappers. Carols Herney Cáceres Martínez voert als bioloog onderzoek in verschillende Colombiaanse parken. Hij probeert al jaren het beschermde gebied binnen te komen om genetisch materiaal van de brilbeer (Tremarctos ornatus) te verzamelen. Zijn project is bedoeld om de relaties tussen de verschillende Andesberen in Colombia in kaart te brengen. De brilbeer komt in acht verschillende regio’s van het land voor. Catatumbo Barí is het enige gebied waar het nog niet mogelijk was monsters te verzamelen doordat het park zo ontoegankelijk is.
Cáceres zegt dat ontbossing zoals die in en rondom Catatumbo Barí een serieuze impact heeft om de lange termijn. Die impact kan het ecosysteem en de menselijke gemeenschappen die daarvan afhankelijk zijn veranderen. ‘Als een regenwoud beïnvloed wordt, heeft dat een impact op alles: van de opslag van koolstofdioxide en het zuurstofniveau tot waterregulering en erosieprocessen.’
‘Op die manier geraken we niet enkel planten en dieren kwijt. Als samenleving verliezen we ook de gratis diensten die de planeet ons levert, de reden waarom we een gezond leven kunnen leiden.’ Zo kan het vuur dat vaak gebruikt wordt om land vrij te maken schadelijk zijn voor de bossen in de regio. Die situatie kan je niet zomaar omkeren. ‘Het is moeilijk om bossen terug te krijgen naar hun natuurlijke toestand’, besluit de bioloog. ‘Als je het ook maar voor de helft wil herstellen, heeft een bos minstens honderd jaar nodig.’
–
Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij IPS-partner Mongabay.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier