Porto Montenegro: het Monaco van de Balkan

Porto Montenegro. © GF
Wim Denolf
Wim Denolf Wim Denolf is journalist bij Knack Weekend. Liefst schrijft hij elke week over een ander thema.

In het zuidwesten van Montenegro zijn ’s werelds grootste aanlegplaats voor luxe- en superjachten en het luxedorp errond nog volop in ontwikkeling. Toch valt er al heel wat te ontdekken in Porto Montenegro. Tijd voor een bezoek aan de nieuwste speeltuin van de superrijken.

Montenegro staat dan niet bekend als een luxebestemming, in de jaren zeventig en tachtig staken hotspots aan de Adriatische kust de Franse Rivièra naar de kroon. Badplaats Budva lokte toeristen van beide kanten van het IJzeren Gordijn, terwijl Club Med een vakantiedorp uitbaatte op het Sveti Marko-eiland. Elders ontsnapten Sophia Loren, Elizabeth Taylor en andere sterren aan opdringerige paparazzi.

De bloedige oorlogen in voormalig Joegoslavië in de jaren negentig maakten een abrupt einde aan het succesverhaal. Toen Montenegro in 2006 onafhankelijk werd, herinnerden weinigen zich dat het Balkanland ooit de jetset verleidde.

Miljoenenproject

Velen waren dan ook verrast toen de Canadese miljardair Peter Munk dat jaar plannen ontvouwde om uitgerekend hier, op de voormalige marinebasis en scheepswerf van een ingeslapen arbeidersstadje, de belangrijkste thuis- en aanleghaven voor luxe- en superjachten in het Middellandse Zeegebied uit de grond te stampen. Een hippe koffiebar was in Tivat niet te vinden, laat staan luxefaciliteiten.

Porto Montenegro wil een alternatief zijn voor bekende jachthavens als die van Saint-Tropez en Monaco. © gf

Munk, oprichter van ’s werelds op een na grootste goudmijnbedrijf Barrick Gold en tot aan zijn dood in 2018 een verwoed pleziervaarder, geloofde echter rotsvast in het miljoenenproject. Doordat er steeds meer jachteigenaars zijn en hun speeltjes alsmaar groter worden, kampen bekende jachthavens als die van Saint-Tropez, Monaco en Capri immers al jaren met plaatsgebrek. Bovendien was de kersverse regering in Podgorica op zoek naar buitenlandse investeerders en overnemers voor in onbruik geraakte staatseigendommen. Porto Montenegro, meegefinancierd door ondernemers als Bernard Arnault, oprichter en hoofd van luxegroep LVMH, kwam dus als geroepen.

Bye Abramovich

Ondertussen, veertien jaar na de opening, zijn de oude marinebasis en Tivat onherkenbaar veranderd. Waar ooit een vervuilde industriële site lag, biedt Porto Montenegro de superrijken nu alles om overbevolkte oorden als Monte Carlo en Portofino de rug toe te keren: een zonovergoten, door bergen tegen sterke winden beschutte locatie in de Baai van Kotor, maar ook exclusieve appartementen, gastronomische restaurants, luxeboetieks, kunstgaleries en een internationale school.

Onze uitvalsbasis is het statige Regent-hotel in het centrum van het luxedorp. De kamers zijn geïnspireerd op de nautische wereld: hardhout, luikjes en andere details roepen de cabine van een elegante oceaanlijner op. “Onze gasten bezitten niet allemaal een jacht”, stelt marketingdirecteur Elena Ljiljanic me gerust. “Sommige charteren tijdens hun verblijf een boot via de hotelreceptie, maar de meesten willen gewoon van een glamoureuze setting en levensstijl proeven.”

Het zwembadenbcomplex van het statige Regent-hotel. © gf

Veel moeite hoef je daar in Porto Montenegro niet voor te doen. Het hotel ligt vlak aan de jachthaven. Op het balkon van de kamer, aan het zwembad en bij een ontbijt in de openlucht ligt dus altijd een fortuin aan luxe- en superjachten aan je voeten. Zo bespeuren we tussen de bijna vijfhonderd ligplaatsen onder meer de 108 meter lange Luminosity van een Koeweitse ondernemer (kostprijs: 257 miljoen euro), de Olivia O van een Israëlische vastgoedmagnaat (89 meter, 200 miljoen euro) en de Trident van een Oekraïens zakenman (65 meter, 87 miljoen euro).

Omdat tien procent van de ongeveer 9300 superjachten in de wereld in Russische handen is, waren tot voor kort ook pronkstukken van oligarchen als Roman Abramovich en Vagit Alekperov hier regelmatig te gast, maar zij verdwenen snel van het toneel toen Montenegro zich in april bij de Europese sancties tegen Rusland aansloot.

Paleizen en palmbomen

Het luxedorp rond de jachthaven is compact en verkeersvrij en dus ideaal om te voet te verkennen – golfkarren zijn het enige waarvoor je hier moet uitkijken. Onze vrees een vreemde eend in de bijt te zijn is niet helemaal onterecht: penthouses kosten hier al gauw twee à vier miljoen euro, terwijl de jachtmakelaars in het dorp al evenveel nullen afficheren. Ook de boetieks van merken als Dior, Alexander McQueen, Rolex en Bulgari zijn niet meteen voor iedereen weggelegd.

Porto Montenegro is bezaaid met luxeboetieks van merken als Dior en Alexander McQueen. © gf

Toch maakt Porto Montenegro, nu voor ongeveer veertig procent voltooid, een uitnodigende indruk. Zo zijn de kades, met geïmporteerde palmbomen versierd, gemaakt om te flaneren en doen de terrassen van de restaurants en bars – altijd met zicht op drijvende luxepaleizen – eerder kosmopolitisch dan snobistisch aan. Vakantiegangers en dagjestoeristen vind je hier zij aan zij met crewleden en tweedeverblijvers, die ondertussen uit ruim veertig landen komen.

Anders dan exclusieve resorts is het luxedorp bovendien vrij toegankelijk. Daardoor komen in het weekend ook locals uit Tivat en omstreken de sfeer opsnuiven. Eten en drinken doen de meesten echter in Tivat zelf. Ook al zijn de maaltijden en drankjes hier minder prijzig dan aan de Côte d’Azur, met een gemiddeld maandloon van zevenhonderd euro houden de Montenegrijnen het vooral bij kijken.

Authenticiteit gezocht

Tivat zelf telt 14.000 inwoners en is eerder een vertrekpunt om de nabije bergen en de Baai van Kotor te verkennen dan een bestemming op zich. Toch wordt het terras van Hotel Astoria op de brede promenade al gauw onze favoriete pleisterplaats. We genieten er van het weidse uitzicht op de baai en vangen tegelijk een glimp op van het leven ter plaatse, dat zich in dit mediterrane klimaat grotendeels in de openlucht afspeelt.

Porto Montenegro nodigt uit om te flaneren en te ontspannen. © Wim Denolf

Het contrast tussen de eenvoud van Tivat en de westers geïnspireerde weelde van Porto Montenegro is groot, maar ook verfrissend. Hoe smaakvol de moderne architectuur, de brede straten met fonteinen en groenvoorzieningen en de trendy horecazaken in het luxedorp ook zijn, als nieuwbouwproject mist het wat authenticiteit. Denk de baai van Kotor weg en je beseft amper dat je in Montenegro bent.

Net Italië

De volgende ochtend scheuren we met een watertaxi door de twintig kilometer lange baai naar Kotor, een middeleeuwse, tegen kalksteenrotsen aan gebouwde havenstad die van het rijke handelsverleden van Montenegro getuigt. In het hoogseizoen wordt hij onder de voet gelopen door passagiers van cruiseschepen, eind oktober kunnen we echter in alle rust door het oude centrum binnen de 14de-eeuwse omwalling slenteren: een doolhof van kronkelende stegen, kerken, Venetiaanse palazzo’s in renaissance- of barokstijl en pleintjes met pizzeria’s en ijskramen.

De middeleeuwse stad Kotor. © getty images

Lunchen doen we iets verderop bij Conte, een traditioneel vis- en zeevruchtenrestaurant aan de oevers van het schilderachtige kustdorpje Perast. Hier willen we al snel niet meer weg: de idyllische locatie aan het water roept het Italiaanse Comomeer op, terwijl de steile bergen rond de baai aan een Scandinavische fjord doen denken.

Twee uur later haalt de watertaxi ons uit onze droom en vertrekken we naar Gospa od Škrpjela of Onze-Lieve-Vrouwe van de Rotsen, een kunstmatig eiland met een 17de- eeuwse kerk in het midden van de baai. Volgens de overlevering vonden plaatselijke zeelieden hier in 1452 op een rif een icoon van de maagd Maria, waarna ze van allerlei kwalen genazen. De jaren nadien brachten de inwoners van Perast uit dankbaarheid op dezelfde plek oude schepen tot zinken, tot de opeengestapelde wrakken in 1630 toelieten om er een eiland op te bouwen. Vandaag worden er religieuze schilderijen en votiefgaven van zeevaarders tentoongesteld en is het eiland een populaire locatie voor huwelijksceremonies.

Onze-Lieve-Vrouwe van de Rotsen, een kunstmatig eiland. © gf

Gangmaker

De eeuwenoude dorpjes en legendes in de baai wekken de indruk dat de tijd hier stilstaat, maar schijn bedriegt. Aangespoord door het succes van Porto Montenegro werken verschillende projectontwikkelaars er aan trekpleisters voor kapitaalkrachtige tweedeverblijvers en toeristen. Zo verschenen elders in de baai al resorts als Luštica Bay en Portonovi. Net als Porto Montenegro maken ze gebruik van een voormalige marinebasis en verenigen ze vijfsterrenhotels, luxewoningen, designerboetieks en restaurants rond een jachthaven.

De baai van Kotor. © gf/Mathias Falcone

Danica Banjevic, hoofd van de toeristische dienst van Tivat, noemt het luxedorp dan ook een gangmaker: “Porto Montenegro heeft het toeristische imago van de baai helemaal veranderd. Vijftien jaar geleden hadden luxetoeristen hier weinig te zoeken, vandaag zetten tophotels en -restaurants de regio weer op de kaart. Enkele jaren geleden kwamen bezoekers vooral uit Rusland en buurlanden als Servië, Bosnië en Herzegovina, nu vinden ook West-Europeanen steeds makkelijker de weg.”

Makkelijke klanten

De door Porto Montenegro aangezwengelde ommekeer is nergens voelbaarder dan in Tivat. De stad – volgens Danica ooit de minst toeristisch ontwikkelde stad van het land – werd bijna honderdtwintig jaar lang gedomineerd door z’n marinebasis en scheepswerf, die eerst het Oostenrijks-Hongaarse Rijk en later het Joegoslavische leger dienden. De site was ook de grootste werkgever, zodat haast elke familie ermee verbonden was. Nu leeft de stad vooral van het toerisme en valt van het industriële verleden nog amper iets te merken.

Porto Montenegro bracht luxe naar een ingeslapen arbeidersstadje. © Wim Denolf

Toch verliep de transformatie niet zonder slag of stoot. Zo moesten de honderden ingenieurs, machinisten en scheepsbouwers in Tivat plots aan de slag in de toeristische sector, terwijl jonge werkzoekenden uit het noorden en luxueuze vastgoedprojecten de woningprijzen de hoogte injoegen. Ook de povere weginfrastructuur in de baai is een pijnpunt: een autostrade ontbreekt, zodat de enige kustweg voortdurend dichtslibt in het hoogseizoen.

Volgens de taxichauffeur die ons naar de luchthaven brengt, is de stad er echter op vooruitgegaan. “Vroeger was Tivat niet erg aantrekkelijk en vervuilde de scheepswerf zowel het water als de grond. Wij hebben ook geluk met het type toeristen dat naar hier komt. Luxeklanten, daar heb je nooit problemen mee.”

Praktisch

– Tivat ligt op zo’n drie uur vliegen van Brussel. Rechtstreekse vluchten zijn er in het zomerseizoen vanuit Brussel (TUIfly) en Luxemburg (Luxair). Alternatieve reisroutes lopen via Dubrovnik (50 kilometer van Porto Montenegro, met TUIfly of Brussels Airlines vanuit Brussel) of Podgorica (90 kilometer, met Ryanair vanuit Charleroi).

– Een Belgische identiteitskaart volstaat, ter plaatse betaal je met de euro.

– Een overnachting in een superior kamer in het Regent Porto Montenegro kost 210 euro voor twee personen, inclusief ontbijt en toegang tot de spafaciliteiten.

portomontenegro.com, ihg.com/regent/hotels

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content