Marken

Over de Apennijnen, aan de Adriatische Zee, bevindt zich een van de mooiste streken van Italie. In het landschappelijke schoon van de Marken bevinden zich kleine kunststeden met uitzonderlijke schatten.

Over de Apennijnen, aan de Adriatische Zee, bevindt zich een van de mooiste streken van Italië. In het landschappelijke schoon van de Marken bevinden zich kleine kunststeden met uitzonderlijke schatten.

Hoewel de Marken slechts een goede drie procent van de Italiaanse oppervlakte in beslag nemen, bezit de streek een ongemeen rijke culturele erfenis. De Marken herbergen 344 musea, er zijn meer dan 200 romaanse kerkjes bewaard gebleven, naast nog eens zeventig historische theaters. En toch is het gebied nauwelijks bekend buiten het schiereiland. De meeste reizigers blijven ten westen van de Apennijnen hangen, in Toscane en Umbrië.

Aan de oostkant van de bergketen loopt nochtans een opmerkelijke streek golvend af naar zee. Elf min of meer evenwijdige valleien zorgen voor diversiteit. Eeuwenlang gedijde er een eigenzinnigheid, die vaak aan ongehoorzaamheid jegens het gezag grensde. Er bloeiden tal van kleine steden, elk met een eigen, hardnekkig gezag.

Wie de streek bezoekt, moet eerst door de ruwe schoonheid van de Apennijnen, waar het water ondergronds flink heeft huisgehouden. Die erosie creëerde een opmerkelijk geheel van grotten, die pas laat werden ontdekt, ze behoren tot de omvangrijkste van Europa.

Het grottencomplex van Frasassi strekt zich over een lengte van zo’n dertig kilometer. Die brute schoonheid contrasteert met het veel lieflijker landschap dat zich zal ontrollen op weg naar de Adriatische Zee. De heuvels herinneren op veel plaatsen aan Toscane, maar dan zonder de toeristische overlast die steden als Firenze en Siena onvermijdelijk aantrekken.

Imposant verleden

In de renaissance beleefden de Marken een indrukwekkende culturele bloei. In het noorden zat Federico, hertog van Montefeltro, stevig in het zadel als militair leider. Hij haalde echter vooral de geschiedenis met zijn liefde voor kunst en cultuur, en onder zijn gezag verwierf Urbino wereldfaam, omdat hij als mecenas veel kunstenaars aantrok.

Vrij veel kleine steden uit die periode zijn goed bewaard gebleven, met stevige, vaak indrukwekkende verdedigingssystemen, al zijn die soms wat te keurig gerestaureerd. De steden koesteren hun verleden met trots, de historische thema’s zijn dan ook vaste prik in hun jaarlijkse feesten.

Maar soms is dat verleden permanent aanwezig: in Mondavio staan een aantal replica’s van middeleeuwse oorlogstuigen opgesteld, en Corinaldo pronkt met zijn 912 meter lange versterking die de hele stad grandeur geeft. Omdat de stadjes vrij dicht bij elkaar liggen kun je beter de auto aan de kant laten, op de Vespa ervaar je het landschap, en zijn geuren, zoveel intenser.

Onverwachte schoonheid

Het stadje Jesi geniet weinig naamsbekendheid, maar blijkt van een onverwachte schoonheid en verfijning. Het lot van de stad heeft lange tijd in de weegschaal gelegen, want zowel pausen als keizers betwistten mekaar de eigendom ervan. Uiteindelijk schoof Karel de Grote de hele regio in de achtste eeuw onder de koepel van de Pauselijke Staten.

Daar bleef Le Marche tot de Italiaanse eenmaking in de negentiende eeuw dat rijk reduceerde tot het Vaticaan. Jesi heeft intieme pleintjes en indrukwekkende palazzi, en vooral een allerschattigste opera, het Teatro Pergolesi dat op het einde van de achttiende eeuw werd opgetrokken en genoemd werd naar de componist en beroemdste inwoner van de stad.

Maar Jesi is geen uitzondering. Na elk dal duikt wel een ander juweeltje op, een kleine ingetogen stad op een heuveltop, met een kerk die kunstschatten herbergt. Het is moeilijk kiezen tussen de kleine kunststeden van de Marken.

Er is het bedevaartsoord Loreto of de roem van Macerata met zijn ovaalvormige Sferisterio, een soortement sportstadion uit het begin van de negentiende eeuw, dat tegenwoordig gebruikt wordt als podium voor het zomerse operaseizoen.

Urbino, het ommuurde stadje dat uit het platteland oprijst en in de renaissance de grote kunststeden naar de kroon stak, is in vele opzichten een verademing. Meer dan achtduizend studenten zorgen voor een bijzonder levendige sfeer.

Het stadje is door kenners alom geroemd, maar wie er niet geweest is, kan zich nauwelijks voorstellen dat de stad, die slechts zestienduizend inwoners telt, een schat aan kunst herbergt die menig Toscaanse kunststad kan laten blozen.

De liefhebber van Toscane, dat zich altijd het centrum van de renaissancewereld heeft gewaand, moet het weten: aan de andere kant van de Apennijnen wacht in een miskende regio nog zoveel moois.

Pierre Darge in Weekend Knack

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content