Het zwemwater in Europa is doorgaans van goede tot uitstekende kwaliteit, blijkt uit het jaarlijkse rapport van het Europees Milieuagentschap.
België behoort wel tot de landen waar proportioneel de meeste zwemzones niet voldoen aan de Europese minimumnormen.
In België voldeden vorig jaar 3,5 procent van de onderzochte zwemzones niet aan de minimumnormen van de Europese richtlijn over het zwemwater. Ons land belandt daarmee samen met Frankrijk op de derde plaats, na Estland (5,7 pct) en Nederland (5,1 pct), en net voor Spanje (3,3 pct). Cyprus en Luxemburg beschikken dan weer enkel over uitstekende zwemsites.
Belgische kust doet het prima
In België werden 113 zwemzones onderzocht, tien minder dan het jaar voordien. Vier sites voldeden niet aan de normen, op twee andere plaatsen bleek een beoordeling onmogelijk, bijvoorbeeld door een ontoereikend aantal stalen. De zes betrokken zones situeren zich in het Franstalige landsgedeelte.
De 42 zones aan de kust voldeden allemaal aan de minimumnormen, op twintig plaatsen was de kwaliteit van het zwemwater zelfs uitstekend. Van de 71 zwemzones in het binnenland bleek 70 procent van uitstekende kwaliteit.
In heel Europa werden vorig jaar meer dan 22.000 badplaatsen onder de loep genomen. Meer dan 95 procent voldeed aan de minimumnormen en in 83 procent van de gevallen was het zwemwater van uitstekende kwaliteit, een stijging met vier procent in vergelijking met 2012.
Met name aan de Cypriotische en Sloveense kusten en de Luxemburgse, Deense en Duitse rivieren, vijvers en meren hoeven zwemmers zich weinig zorgen te maken over de kwaliteit. Twee procent van de onderzochte sites haalde vorig jaar de minimumnorm niet. (Belga/MS)
