Geschiedenis

De vroegste gegevens uit de geschiedenis van Amsterdam dateren van kort na 1200. De huidige hoofdstedelijke regio was toen een moerassig gebied dat vanuit de Utrechtse gebieden werd ontgonnen.

Op de dijk langs de westelijke oever van de Amstelrivier, waaraan Amsterdam zijn naam ontleent, schoten rond 1225 de eerste huizen uit de grond. Toen ook de westelijke oever bewoond werd, bouwde men tussen beide oevers een dam (de Amsteldam).

De monding van de rivier, het huidige Damrak, werd een binnenhaven. Vanaf 1275 komt de naam ‘Aemstelledam’ in gebruik. In de haven aan het Damrak ontwikkelde zich snel een levendige handel.

In datzelfde jaar verleende graaf Floris V van Holland tolvrijheid aan vissers en dus ook het recht op vrije vaart, maar hier kwam 21 jaar later een eind aan na de moord op Floris V.

Omstreeks 1300 kreeg Amsterdam stadsrechten toegewezen van de Utrechtse bisschop Gwijde Van Henegouwen. De Amsterdamse economie dreef toen op bier en haring. De stad verwierf in 1323 het alleenrecht op de invoer van bier uit Hamburg.

Brussel hoofdstad
De staatkundige eenheid van de Nederlanden (ongeveer de huidige Benelux) werd in 1543 tot stand gebracht door Karel V. Het zwaartepunt van de nieuwe staat lag in het zuiden, met Brussel als hoofdstad. Amsterdam werd vooral belangrijk in de Nederlanden door zijn status als handelscentrum.

Rijke kooplui die gevlucht waren uit Antwerpen omwille van de plunderingen daar, zochten hun toevlucht in de stad aan de Amstel en brachten welvaart met zich mee. Het bewijs hiervan is de huidige diamantindustrie die zowel in Antwerpen als in de Nederlandse hoofdstad te vinden is. Door die economische bloei groeide Amsterdam uit tot de grootste stad van Holland.

In 1602 ontstond de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Amsterdam nam meer dan de helft van het kapitaal in die nieuwe onderneming voor zijn rekening en werd ook het financiƫle hart van Europa.

De zeventiende eeuw werd begrijpelijkerwijs de ‘Gouden Eeuw’ genoemd. Het was de glorietijd van de Republiek en in het bijzonder van Amsterdam. Rijkdom, macht en cultuur floreerden in de stad.

Koning naar Den Haag
Tijdens de 18e en begin 19e eeuw kende de stad opnieuw een donker bestaan, onder Frans bewind. Amsterdam werd toen wel de hoofdstad van Nederland, omdat Lodewijk Napoleon (broer van) er zich had gevestigd en benoemd was tot koning van Holland. Na de jaren van deze Napoleon begon in 1850 een nieuwe rijke periode. Hoewel de regering en het koningshuis naar Den Haag verhuisden, bleef Amsterdam de hoofdstad.

Met de Industriƫle Revolutie vanaf ongeveer 1870, begon een nieuwe periode van expansie. Vernieuwing van de handel en industrie leidden tot een bevolkingsexplosie.

De sociale misstanden waar de industriƫle revolutie mee gepaard ging maakten van Amsterdam het centrum van de Nederlandse sociaaldemocratie en brachten grootschalige projecten rond stadsuitbreidingen met zich mee. Aan het einde van de twintigste eeuw kwam Amsterdam in een nieuwe periode van bloei en culturele, economische en vooral etnische diversiteit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content