Fado, de klaagzang van het leven

© iStockphoto

De Fado is springlevend en laat zich zowel beluisteren in de toeristische casas dofado als in geheime tavernas voor puristen. Tussen traditie en toeristische attractie blijft de weemoedige zang een wezenlijk onderdeel van de Portugese cultuur.

De Fado, de zang die een onvertaalbare melancholie uitdrukt, de saudade, is onverbrekelijk verbonden met de Portugese identiteit. De oorsprong blijft onduidelijk, maar men zegt dat hij in de 18e eeuw in de volkse wijken van Lissabon werd geboren. De Fado zingen, dat is de ziel van het Portugese volk uitdrukken doorheen verzen en muziek. Die saudade valt moeilijk aan buitenstaanders uit te leggen, zodat we beter mensen aan het woord laten met kennis van zaken. ” Ik hou van alles dat niet meer is, de pijn die me al verlaat, het oude en verkeerde geloof… ” schrijft Fernando Pessoa, de beroemde dichter uit Lissabon. De fado beschrijft een onbeschrijflijk gemis, een verborgen verlies, ” de blik van minachting van Portugal voor de God waarin het land ooit geloofde, maar dat Portugal toch in de steek liet “, zal Fernando Pessoa nog zeggen.

Fado, de klaagzang van het leven
© iStockphoto

Voor André Laurins, een atypische toeristische gids die al meer dan 20 jaar in Lissabon leeft, is de fado inderdaad een “zang van overwonnenen”. Die van de moslims die in 1496 uit Portugal werden verdreven, of met geweld tot het christendom werden bekeerd (de Mozaraben) en die naar de “vallei van de overwonnenen ” werden verbannen, vandaag de wijk Mouraria van Lissabon (de “wijk van de Moren “).

Moeder van de Fado

Mouraria is de onbetwistbare bakermat van de fado. Daar werd de legendarische Maria Severa geboren, die als de eerste fadozangeres wordt beschouwd. Deze prostituée zong in de tavernes, begeleid door een muzikant die op de fameuze Portugese gitaar speelde, een instrument dat verwant is aan de Arabische oed. “Als ze zong veranderde Maria Severa van status en bedekte ze haar blote schouders met een sjaal”, legt André Laurins uit. De sjaal behoort vandaag nog tot de typische klederdracht van de fadozangeressen, die op die manier hulde brengen aan hun idool. Onder haar talrijke minnaars telde Maria Severa ook de graaf van Vimioso, die haar meenam om te zingen in de paleizen van de lokale adel, wat bijdroeg tot de populariteit van de fado. Toch blijft de fado een zang van het ‘kleine volk’, van de meest bescheiden klasse van de Portugese maatschappij.

Fado, de klaagzang van het leven
© iStockphoto

Revolutionaire Fado

“Op het einde van de 19e eeuw was de fado hoofdzakelijk een zang van de arbeidersklasse, die politiek erg geëngageerd was. Er waren liederen over Marx, Lenin…”, legt de Portugese musicoloog Rui Viera Nery uit in de documentaire ‘De geschiedenis van de fado’, die Simon Broughton in 2007 voor de BBC maakte.

“Tijdens de periode van de Estado Novo (de dictatuur van Salazar, van 1933 tot 1974), wrongen de Portugese dichters en tekstschrijvers zich in bochten opdat hun werk zou ontsnappen aan de censuur”, voegt José Augusto Madaleno eraan toe, de algemeen directeur van Radio Amália. De radio is exclusief aan de fadomuziek gewijd en zendt in Lissabon en omgeving uit, alsook in een groot deel van het nabijgelegen Alentejo. Samen met Fatima en Football maakte Fado deel uit van de ‘drie F’s’, de Portugese nationalistische waarden waar de dictatuur nooit aan kon raken. Er bestond dus ook een ‘propagandistische’ en puriteinse fado, zoals men die nog kan zien op archiefbeelden in zwart-wit, met de zangeres die er uit ziet als een brave huisvrouw met witte schort.

Constante evolutie

Maria Severa werd in 1820 geboren. Een eeuw later ziet Amália Rodriguez het levenslicht, een andere ‘grote dame van de fado’, wiens internationale carrière een keerpunt betekende in de geschiedenis van de fado. Het is vooral met haar dat de meest getalenteerde fadozangeressen van de huidige muzikale scène zich identificeren. Wordt er in 2020 een derde diva geboren? “Met de inbreng van nieuwe instrumenten is de fado vandaag lichtvoetiger, waardoor sommige puristen stellen dat het zichzelf verloochent”, observeert José Augusto Madaleno. “Ik deel deze opinie niet en ondersteun de nieuwe wegen die de fado inslaat.”

Mouraria, de bakermat van de Fado

Mouraria weerstaat behoorlijk aan de toenemende ’toeristische conversie’. De wijk heeft zijn ouderwetse charme nog niet verloren met zijn kleine huisjes, steile en onregelmatig geplaveide steegjes, wasgoed en geraniumpotten bij de vensters… Iedereen die geïnteresseerd is in fado moet deze buurt absoluut bezoeken. De Engelse artieste Camilla Watson schilderde de portretten van de artiesten die hier geboren zijn op de muren van de huizen.

In Mouraria is er maar één fadohuis… de overige plekken waar men zingt, blijven geheim voor de toeristen. Soms is er een concert op straat of op een zaterdagnamiddag in een achterzaaltje van één van die kleine bedenkelijke restaurantjes… Daar, bij het schemerlicht van enkele kaarsen op een tafel, komen de liefhebbers van fado bijeen voor het plezier en omdat, zoals het in het lied Fado do fad, geschreven door António Tavares Teles klinkt, “Het lot van fado is gezongen te worden om niet te sterven.”

Dit artikel verscheen in de extra editie van Knack Weekend geheel gewijd aan Madrid en Lissabon die je hier kan bestellen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content