De laatste Belgen

© G. Friedrich, Wikicommons

Men benoemt in de rest van het land de inwoners van Duitstalig België graag als de ‘laatste Belgen’.

Duitstalig België ziet er op de kaart, van boven naar beneden bekeken, als een langgerekte rups uit, of als een slap hangende (Belgische) vlag, of hoe dan ook als een langwerpig, dun, aangeplakt aanhangsel van dit eigenaardige land, geprangd als het ligt tussen de staatsgrens van België en Duitsland en de taalgrens van de eigen Gemeenschap en Wallonië. Maar helemaal België. Men benoemt in de rest van het land de inwoners van Duitstalig België zelfs graag als de ‘laatste Belgen’.

Troostprijs

Dat kan echter enkel maar een naar de tijd verwijzend begrip zijn – in die zin dat de ‘Oostkantons’ (waarover zo dadelijk meer, want ‘Oostkantons’ en ‘Duitstalig België’ zijn fundamenteel verschillende begrippen) pas in 1919, als ‘laatste’ dus, bij ons land werden gevoegd. Het begrip ‘laatste Belgen’ slaat dus niet noodzakelijk op een allesoverheersende belgicistische overtuiging.

België kreeg de Oostkantons cadeau in het Verdrag van Versailles (1919), dat de Eerste Wereldoorlog afsloot. België behoorde toen tot het kamp van de overwinnaars en had voor het tijdens de Duitse bezetting geleden leed gebiedsuitbreiding gevraagd, en niet van de minste: Zeeland, Nederlands Limburg, en (het latere) groothertogdom Luxemburg, gebieden die het jonge België in 1839 was kwijtgespeeld, na een inval van het Hollandse leger en bemoeienissen van de groten van toen: Engeland, Pruisen en Rusland.

Diezelfde groten, met het in eer herstelde Frankrijk, minus het verslagen Pruisen, dachten er in 1919 geen moment aan om het neutraal gebleven Nederland te bestraffen, vonden de Belgische eisen overdreven, en kwamen met een troostprijs op de proppen waar niemand om had gevraagd: de ‘Oostkantons’.

Naar verluidt, want overtuigend bewijs bestaat niet voor deze stelling, hebben de opeenvolgende Belgische regeringen in de jaren na Versailles nog gepoogd om van de Oostkantons – of van Neubelgien, een benaming die het op termijn niet haalde – af te raken, maar zonder succes.

Die Oostkantons hadden ook beter ‘Westkantons’ geheten, want de kantons Eupen, Malmedy en Sankt-Vith (dat toen nog deel uitmaakte van het kanton Malmedy) lagen per definitie in het uiterste westen van wat nog Pruisen heette. De drie kantons hadden, buiten die ligging, weinig met elkaar te maken.

Helemaal Duits

Eupen was al eeuwen gericht op het hertogdom Limburg (en op Aken), Malmedy op de abdij van Stavelot en op het prinsbisdom Luik, Sankt-Vith helemaal op het hertogdom Luxemburg. Meteen zijn ook de richtingen aangegeven waarin die ‘Oostkantons’ zich bij een opsplitsing van België vermoedelijk zullen begeven.

Malmedy was onverduitst gebleven, ondanks de Pruisische dictatuur, die het gebruik van het Frans in het openbare leven en in de kerken verbood, maar geen graten zag in het gebruik van het Waals. De priester Nicolas Pietkin speelde bij het bewaren van de Waalse volkstaal, en onrechtstreeks ook van het Frans, een grote rol. Ook de Waalse beweging had haar petits vicaires, tot in Pruisen.

Eupen en Sankt-Vith waren helemaal Duits, maar verschillen onderling sterk, tot op vandaag. Zo is het dialect in het noorden verwant met het Hoogduits, en dat in het zuiden met het Luxemburgs. En tussen Eupen en Sankt-Vith strekten en strekken zich de eindeloze Hoge Venen uit, en die liggen voor het overgrote deel in de gemeente Waimes, kanton Malmedy, vandaag Wallonië. Een gekozene uit het zuiden moet ’s winters, als de weg door de Venen is afgesloten, geregeld omrijden langs de baan naar Verviers om op tijd in het parlement in Eupen te komen.

Meteen is daarmee het onderscheid aangegeven tussen de begrippen Oostkantons en Duitstalig België. De Oostkantons zijn de drie kantons die Versailles ongevraagd aan België schonk: Eupen, Sankt-Vith én Malmedy. Duitstalig België verscheen op de kaart bij de indeling van ons land in taalgebieden, in de periode 1962-’63, en bestaat sindsdien enkel uit de kantons Eupen en Sankt-Vith. Daarna ontwikkelden zich in elk van de vier taalgebieden aparte instellingen, met regeringen en parlementen, en dat geldt ook voor Duitstalig België.

Hitler en de Oostkantons

Voor het zover kwam, voor die eigen instellingen er waren, is de Duitstalige Belgen veel leed toegebracht. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog annexeerde Hitler de Oostkantons (dus mét Malmedy) meteen weer aan zijn Reich. Meer dan achtduizend jongeren uit het gebied werden naar het front in Rusland gestuurd, en de kleine helft van die Zwangsoldaten overleefde het niet.

Dat heeft, veel meer dan het vaak onhandige optreden van de Belgische overheid, van deze Duitstaligen Belgen gemaakt, de ‘laatste Belgen’ dus.

Guido Fonteyn

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content