De grootste kever in België, het vliegend hert, heeft het steeds moeilijker
Het vliegend hert, de grootste kever van ons land, komt in België nog maar op een paar plaatsen voor.
Behalve populaties in de vallei van de Maas, de Lesse en enkele zijrivieren, is de soort nog terug te vinden ten zuiden van Brussel. Maar die Brabantse populaties staan steeds minder met elkaar in contact en dat kan leiden tot lokaal uitsterven. Dat meldt Natuurpunt in een persbericht.
Het vliegend hert is een doodhoutkever die tot 9 centimeter groot kan worden. Vooral de mannetjes zijn heel herkenbaar door hun imposante kaken in de vorm van een hertengewei. Tot voor kort kwam de soort voor van Halle tot Leuven. Momenteel wordt het beestje enkel nog aangetroffen in Beersel, Sint-Genesius-Rode, Watermaal-Bosvoorde en Overijse. Daar zitten ze vooral in tuinen, oude laanbomen, beboste taluds en holle wegen.
Versnippering
De achteruitgang is vooral te wijten aan verlies aan leefgebieden en de versnippering ervan. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek bekeek in een recent genetisch onderzoek in hoeverre de Brabantse populaties nog met elkaar in contact staan. Als de populaties geïsoleerd geraken, gaat de genetische variatie achteruit en kan de soort lokaal uitsterven.
De resultaten van het onderzoek wezen uit dat de verschillende populaties in het recente verleden nog met elkaar verbonden waren, maar dat er nu bijna geen genenuitwisseling is. Om verdere achteruitgang te vermijden, zijn gerichte beheersmaatregelen nodig, zoals het creëren van geschikte broedlocaties met ondergronds dood hout. Dat zou de overlevingskans van het vliegend hert verhogen en de populaties meer verbinden.
De conclusies van het onderzoek zijn zeer belangrijk om het soortenbeschermingsprogramma voor de kever, dat Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir in december 2020 goedkeurde, succesvol uit te voeren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier