De Democratische Republiek Congo verliest zijn giraffes aan sneltempo en telt nog maar 34 volwassen exemplaren en enkele kalveren.
Alle overblijvende giraffes leven in het enorme Garamba National Park, een Unesco Werelderfgoedsite in het oosten van het land, tegen de grens met Zuid-Soedan.
De populatie is er al sinds de jaren negentig in vrije val. In 1993 telde het park nog 356 giraffes, maar in 2007 daalde dat aantal tot 85 en bij een laatste telling in januari bleven er amper 34 volwassen dieren en enkele kalveren over.
Daarmee slaat de klok vijf voor twaalf. Met een ratio van 2,4 vrouwtjesdieren per mannetje kan de populatie er nog bovenop komen, maar het verlies van enkele volwassen dieren kan nu onherroepelijk het uitsterven van de Congolese giraf betekenen.
Burgeroorlog
De teloorgang van de populatie is voornamelijk te wijten aan de aanhoudende onrust in Congo en buurland Zuid-Soedan. Lokale Congolezen doden de giraffes niet voor het vlees omdat de consumptie ervan volgens een lokale legende lepra zou veroorzaken.
Maar Soedanese vluchtelingen op zoek naar voedsel zijn minder kieskeurig. De giraffen worden ook gedood omwille van hun huid, die als statussymbool gebruikt wordt en onderdeel kan vormen van de bruidsschat.
De giraf is lang niet de enige kwetsbare soort in het park. Ook de olifantenpopulatie is sterk teruggevallen, van twintigduizend dieren in de jaren zestig tot amper tweeduizend dieren in 2012. Vorig jaar alleen al werden 68 olifanten gedood om hun ivoor.
(IPS)
