Bazel

Het Zwitserse Bazel kun je moeilijk een hippe stad noemen. Maar op het vlak van kunst en architectuur vind je hier wel het neusje van de zalm. Ideaal voor wie zich een weekend lang wil onderdompelen in een cultuurbad.

Het Zwitserse Bazel kun je moeilijk een hippe stad noemen. Maar op het vlak van kunst en architectuur vind je hier wel het neusje van de zalm. Ideaal voor wie zich een weekend lang wil onderdompelen in een cultuurbad.

Met 200.000 inwoners is dit de derde grootste stad van Zwitserland, na Zürich en Genève. Hoewel geen metropool heeft ze wel een eigen gezicht en vooral een cultureel aanbod van internationale allure. De Kunstmesse is een van de grootste ter wereld en er zijn tientallen musea en galerieën die de moeite waard zijn.

In het Basler Kunstmuseum zijn de Zwitserse kunstenaars Hans Arp, Alberto Giacometti en Paul Klee uitvoerig aanwezig. Verder noteren we enkele meesterwerken zoals Christus in het graf van Hans Holbein; Le Jockey Blessé van Edgar Degas; Les Nymphéas van Claude Monet; Les deux Frères van Picasso; en De Burgers van Calais van Rodin.

Zowel het bouwwerk van Mario Botta als het oeuvre van Tinguely zijn het bekijken meer dan waard. Botta’s gebouw in lichtroze zandsteen, dat bestaat uit een afwisseling van ronde vormen en rechte lijnen, vormt een zacht kader voor de harde wereld van de bewegende machines van Tinguely die meer dan eens de dood oproepen. Een uitermate boeiend museum waar ook kinderen met volle teugen van genieten.

Bij de Tinguely-fontein, vlak bij de Kunsthalle, gebeurt altijd wat. En op de Mittlere Brücke over de Rijn heb je een prachtig zicht op de oude stad. Deze brug is tegenwoordig een van de zes bruggen tussen Groot- en Klein-Basel, 650 jaar lang was het echter de enige verbindingsweg.

Erasmus

Zoals zovele grote en kleine steden is Basel ontstaan aan een knooppunt van rivieren: onder de Barfüsserplatz loopt de Birs, die ter hoogte van de Marktplatz in de Rijn stroomt. De Münster-kathedraal torent hoog boven het water uit.

Op de Münsterplatz begon de geschiedenis van Bazel. De Kelten vestigden zich hier in vijftig voor Christus, later kwamen de Romeinen, die op hun beurt verdreven werden door de Allemannen en de Franken. De naam Basiliam werd voor het eerst genoemd in 374. Zoals de meeste Europese steden kreeg ook Basel zijn portie vernielzucht te verwerken.

De diverse oorlogen hebben hun sporen nagelaten, maar er was ook natuurgeweld. In 1356 werd de stad bijna volledig verwoest door een aardbeving, waardoor je hier nog maar weinig gebouwen vindt van voor die tijd. En in 1529 hebben de iconoclasten lelijk huis gehouden. Tot aan de Reformatie was Bazel immers een bisschopsstad en veel van het katholieke patrimonium is toen vernield.

De periode tussen 1431 en 1529 is om meer dan één reden bepalend geweest voor de stad. Zo gaf het Concilie van Basel (1431-1448) ontstaan aan de papierindustrie. Alle besluiten en notulen moesten ergens worden neergeschreven. Dus is een familie papiermakers uit Italië naar Bazel gebracht. Dat trok op zijn beurt drukkers aan, en schrijvers: humanisten zoals Erasmus van Rotterdam, die hier in de kerk begraven ligt.

In 1501 trad Basel toe tot de Confédération Helvétique en de cantonregering besloot ten tijde van de Reformatie vluchtelingen uit de omringende landen op te nemen. Generaties later lagen zij aan de basis van de chemische industrie.

Meneer Dingedinge

Wandelend door de straatjes van de Altstad ontwaar je overal petites histoires: de typische gevelversieringen met zwarte bollen, het huis waar Herman Hesse heeft gewoond en zich naar verluidt voor zijn Steppewolf heeft laten inspireren door het embleem, de Tinguely-fontein, gemaakt van restanten van het oude theater, het standbeeld van meneer Dingedinge, zo genoemd omdat de man, alom gerespecteerd omdat hij zovele monumenten voor afbraak behoedde, geen naam kon onthouden.

Én het Läckerli Huus. Basel heeft eigenlijk geen echte culinaire specialiteiten, behalve de Läckerli. Een koekje dat tijdens het Concilie voor het eerst werd gebakken, om de vergaderingen wat zoeter te doen smaken. Je moet het echt proeven.

Als het op shoppen aankomt, is Basel beslist geen hippe stad. Geen grote designwinkels, en trendy modezaken vind je er slechts mondjesmaat. Alleen in de Freie-strasse komt de modebewuste shopper een beetje aan zijn trekken.

Ondanks het onhippe karakter is Basel op het vlak van architectuur wel interessant. De historische stadskern die in de jaren ’50 en ’60 behoorlijk gehavend werd door waardeloze invulbouw, wordt nu verrijkt met hedendaagse creaties van grote architecten.

Bezoekers zullen er revolutionaire gebouwen aantreffen zoals het UBS bankgebouw van Mario Botta, afkomstig van Ticino, dat gebouwd is in een halve cirkel; het witte Euregio-gebouw van Richard Meier in een kubusstructuur; de modernistische gebouwen van Diener & Diener en het station van Herzog & de Meuron.

De moderne gebouwen werden op een gedurfde manier geïntegreerd in het oude straatbeeld dat voornamelijk bestaat uit traditionele huizen met speksteenlagen die met een mengeling van koeienbloed en notenolie rood werden ingekleurd.

Ondanks het feit dat Zwitserland in de loop van de kunstgeschiedenis maar weinig kunstenaars van grote internationale betekenis heeft voortgebracht, heeft een cultuurtrip naar Bazel heel wat verrassingen in petto.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content