Geschiedenis

Nadat eerder Philadelphia, New York en Princeton als hoofdstad gediend hadden van de Unie, besloot het Amerikaanse Congres rond 1800 dat het tijd werd voor een permanente hoofdstad. George Washington mocht uitkiezen waar de nieuwe hoofdstad zou komen.

Zijn keuze viel op een plek langs de Potomac en Anacostia rivieren. Aan de Potomac rivier lagen al twee havensteden: Georgetown in Maryland en Alexandria in Virginia. Bovendien konden zowel de noordelijke als de zuidelijke staten instemmen met deze locatie. Een laatste, maar niet onbelangrijke reden was dat George Washington op een steenworp afstand van de stad die naar hem genoemd zou worden woonde.

Washington werd dus al ontworpen en gebouwd met het oog op zijn functie als hoofdstad. De staten Maryland en Virginia stemden ermee in om een stuk grond af te staan voor het district of Columbia (genoemd naar Christopher Columbus.).

De Fransman Pierre Charles l’Enfant zou de stad gaan ontwerpen en maakte een plan met brede boulevards en ceremoniële ruimtes in de trant van Parijs. Het Afro-Amerikaanse wiskundige genie Benjamin Banneker zorgde voor de ruimtelijke berekeningen voor de planning van de stad. L’Enfant kwam al snel in conflict met de lokale inwoners omdat hij een huis dat zijn plannen doorkruiste liet afbreken. Dat ging George Washington te ver en l’Enfant werd ontslagen. Banneker ging de plannen verder uitvoeren.

Capitol Hill

In 1793 werd begonnen met het bouwen van het monument op Capitol Hill. Maar heel ver kwamen ze nog niet met het voltooien van de nieuwe hoofdstad: in 1814 maakten de Britten Washington weer bijna gelijk met de grond. De stad zou heel wat tijd nodig hebben om van de schade te herstellen.

Terwijl men nog bezig was om het vernielde Capitol Hill monument te herstellen brak de Amerikaanse Burgeroorlog uit. De overheidsgebouwen en zelfs het Witte Huis dienden toen als barakken en ziekenhuizen voor de soldaten. Vele bewoners van de hoofdstad vroegen zich hardop af of de bouw van Capitol Hill niet stop gelegd moest worden, maar daar wilde president Lincoln niets van weten. Volgens hem toonde het bouwen van Capitol Hill juist dat de Unie de bedoeling had om voort te blijven bestaan.

Ondertussen had Washington heel wat zwarte bewoners aangetrokken. Steeds meer vrije zwarten waren in de loop van de tijd naar de stad getrokken om daar te gaan werken, maar tot 1850 woonden er ook nog veel slaven. Twee wijken – LeDroit Park en Anacostia – waren uitsluitend bedoeld voor blanke inwoners. Tegenwoordig zijn dat juist de wijken met de grootste Afro-Amerikaanse gemeenschap. Vanaf 1850 moment mochten slaven niet langer in de stad verblijven en twaalf jaar later – negen maanden voor de officiële afschaffing van de slavernij – werd de slavernij volledig uitgebannen in de stad.

Internationale bevolking

Rond 1900 begon Washington eindelijk een beetje te lijken op het statige en ruimtelijke ontwerp dat l’Enfant honderd jaar eerder had opgesteld. Toch bleef de stad nog lange tijd de reputatie behouden van een achtergebleven zuidelijke stad. John F. Kennedy deelde die mening totaal niet en noemde Washington ‘a city of Southern efficiency and Northern charm’. Het Kennedy Center dat ter ere van hem in de stad gevestigd werd heeft overigens veel bijgedragen aan het ontstaan van een kosmopolitische cultuur en reputatie.

Washington heeft tegenwoordig een unieke, internationale bevolking. Regeringsvertegenwoordigers uit alle landen van de wereld verblijven in de belangrijkste stad van de machtigste democratie op aarde. Ook de Afro-Amerikaanse bevolking is er nog altijd aan zienlijk, net als het aantal inwoners afkomstig uit Latijns-Amerika. Opvallend is de grote groep uit El Salvador en Ethiopië. Deze immigranten brengen natuurlijk ook hun eigen cultuur mee met als gevolg een kleurrijke mengeling van culturen en restaurants.

Zoals in veel Amerikaanse steden verlieten veel rijkere inwoners de binnenstad in de jaren negentig om in de buitenwijken te gaan wonen. Washington heeft die trend weten te keren door nieuwe woningen te bouwen en meer aandacht aan stedelijke planning te besteden. Steeds meer mensen trekken nu terug naar het centrum en daardoor bloeit het uitgaansleven daar ook weer helemaal op.

Opmerkelijk is dat de inwoners van Washington zeggenschap over zichzelf missen. De 50 staten hebben allemaal eigen bestuurders en vertegenwoordigers in de Senaat en in het Huis van Afgevaardigden. Washington heeft enkel een schaduw-senator en een vertegenwoordiger in het Huis van Afgevaardigden zonder stemrecht. Pas in 1964 mochten de Washintonians voor het eerst hun stem uitbrengen tijdens de presidentsverkiezingen.

Tegenwoordig is Washington eigenlijk de Amerikaanse samenleving in het klein: enerzijds statige monumenten en weidse parken en aan de andere kant armoede, misdaad en achterbuurten. Maar dat is misschien ook wat een hoofdstad moet zijn, de belichaming van grootse idealen én van de soms grimmige werkelijkheid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content