Sint-Petersburg

De stad van tsaar Peter de Grote heeft iets van Venetië, iets van Amsterdam. Maar ze heeft vooral veel melancholie overgehouden aan het voorbije tijdperk.

Tsaar Peter de Grote (1672-1725) is in vele gedaanten in deze door hem gestichte stad aanwezig, maar nergens zo heroïsch als op zijn steigerend ros op het Senaatsplein aan de Neva. Paard en ruiter staan op een al even indrukwekkende rots.

Dit is het belangrijkste standbeeld van Rusland, niet het minst omdat Poesjkin er een schitterend verhalend gedicht aan wijdde. Liefhebbers van de grote Russische literatuur komen nergens beter aan hun trekken dan in Sint-Petersburg, waar Gogol, Tolstoj en Dostojevski veel van hun meesterwerken situeerden. Locaties die nu nog altijd tot de verbeelding spreken.

Net zoals de figuur van Peter de Grote zelf trouwens. Op 27 mei 1703 stak de tsaar de eerste paal in de moerassige grond van de nieuwe vesting, die de naam Sankt-Pieterburg zou krijgen. De stad vertoont nogal wat bindingen met Nederland, maar ook Vlamingen met een voorliefde voor rariteiten kunnen hun hart ophalen: in de Kunstkamer kan men het geraamte bewonderen van Peters geliefde Vlaamse lijfknecht Bourgeois, een reus van 2,26 meter.

Voor liefhebbers van meer cultureel verantwoorde rariteiten is er de Hermitage. Het voormalige Winterpaleis van de Romanovs en het grootste museum ter wereld is op zich al meer dan reden genoeg voor een bezoek aan de Sint-Petersburg. Dit enorme complex van meer dan duizend vertrekken met een weelde van goud en malachiet, marmer, kristallen kroonluchters en schitterende ingelegde parketvloeren bezit meer dan drie miljoen kunstwerken.

Vanaf het Winterpaleis kan je met de boot naar Peterhof, het Zomerpaleis van Peter de Grote. Stel je Versailles voor, maar dan met een zeebriesje. Voeg er nog een dertigtal paleizen en paleisjes aan toe, de grootste waterpartij ter wereld, met cascades en meer dan honderdvijftig fonteinen, een paar grotten en een massa vergulde kikkers, dolfijnen, vazen en schelpen. En dat alles verspreid in veertien parken en lusthoven, het geheel vormgegeven door de beste bouwmeesters, tuinarchitecten, kunstenaars en ambachtslieden die de tsaren konden strikken.

Het oudste gebouw in Sint-Petersburg is de Petrus- en Paulusvesting. Deze onneembare burcht was vroeger een politieke gevangenis. Zowel Gorki als Dostojevski zaten er gevangen en verder werden er hele horden ontevredenen gekerkerd en gefolterd. Binnen de vestingmuren vormt de barokke Petrus- en Pauluskathedraal met haar fijne gouden torenspits en de graftomben van de tsaren het onbetwiste hoogtepunt.

Ook aan de Christi Verrijzeniskathedraal is een bijzonder verhaal verbonden. Alexander II schafte in 1861 de lijfeigenschap af, vierde de teugels van de dictatuur en was dus als tsaar lang niet de kwaadste. Toch werden er ettelijke aanslagen op zijn leven beraamd, waaraan hij telkens als bij mirakel ontsnapte. De terreurbeweging De Volkswil slaagde er uiteindelijk toch in hem om het leven te brengen. Op de plek van zijn dramatische dood werd een kleurrijk mozaïekbouwsel met knolvormige torens opgericht, waaromheen zich nu een toeristenmarktje genesteld heeft.

“Er gaat niets boven de Nevski Prospekt”, schreef Gogol in zijn Peterburgse vertellingen. “Alles wat de stad te bieden heeft, vind je hier.” Het is de slagader van de stad, die ontelbare beroemde bewoners kende: Toergenjev, Moessorgski en Tsjaikovski, om er een paar te noemen.

Tegenwoordig is de Nevski stevig in de greep van Esprit, Hugo Boss, Gucci en co. Toch is een wandeling over de Nevski met zijn theaters, kathedralen, woonpalazzo’s en bruggen versierd met leeuwen, sfinxen of griffioenen nog altijd de moeite waard. Het is prettig flaneren langs de vele grachten en gekanaliseerde rivieren. Hier en daar zijn er ook caféterrassen, waar je bij een kop koffie het zicht op een dwarsdoorsnede van de Russische maatschappij cadeau krijgt.

Bron: Weekend Knack

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content