Paraguay

Niemand gaat naar Paraguay en toch is het een wonderlijk land vol tegenstellingen, met een diepgewortelde Indiaanse cultuur. Een kennismaking, maar zonder grote monumenten.

Alleen onderduikers gaan naar Paraguay, of zonderlingen, of ontdekkingsreizigers. De berichten over de Zuid-Amerikaanse republiek die volledig door land wordt omringd zijn tegenstrijdig. Sommigen noemen het land het meest authentieke van Zuid-Amerika, terwijl anderen zich alleen de dictatuur van Stroessner (tot 1989) herinneren.

De vlag van Paraguay telt twee verschillende kanten, een unicum in de wereld. De indianentaal Guarani is er een officiële taal: nog een unicum. De hoofdstad Asuncion mag dan 600.000 inwoners tellen, iedereen kent er iedereen. Paraguay is een gastvrij land. Te gastvrij volgens buitenstaanders: enkele beroemde nazi’s hebben er na de oorlog onderdak gevonden, van Dr. Mengele tot Martin Bormann.

Maar er zijn ook massa’s Oekraïners, duizenden Japanners en zeer herkenbare, blonde Anabaptisten die opvallen in het stadsbeeld. Zij hebben in de onherbergzame Chaco – een immens onvruchtbaar gebied in het noordwesten dat 60 procent van het land beslaat – de melkindustrie opgezet en spreken Spaans met een Duits accent.

Onder de bloeiende jacaranda’s

Het verkeer is chaotisch, de voetgangers hebben geen rechten maar toch is Asuncion een prettige stad. Elke maand bloeien andere bomen in de hoofdstad.

Kennismaken met de lokale helden doe je bij het Pantheon. De onbekende soldaat ligt er centraal, met enkele grootheden eromheen maar ook de Niños Martires de Acosta Ñu, de kinderen die tijdens de Chaco-oorlog tegen Bolivia (1933-35) met imitatiegeweertjes naar het front werden gestuurd om de vijand te imponeren. Jammer genoeg bleken de imitaties zo goed dat de vijand meteen ingreep. Met het gekende tragische gevolg.

Imponerende jezuïtenruïne

Trinidad in het zuiden staat bekend om zijn indrukwekkende jezuïtenruïne, ook al zijn grote delen ervan door de tand des tijds geveld. De site is een groene vlakte die nog het meest op een voetbalveld lijkt, omgeven door lage gebouwen en aan de verst verwijderde zijde een imponerend gebouw: wat rest van de hoofdkerk van de Reduccion (missiepost) van Trinidad, de grootste die door de jezuïeten uit de grond werd gestampt.

Een stuk geschiedenis dat onder een zes meter dikke aardelaag bedolven lag, toen archeologen in 1973 de monumenten begonnen vrij te maken en het levenswerk van vele jezuïeten ontdekten. Die begonnen hun bekeringscampagne in Paraguay in 1609 en studeerden daartoe het Guarani. Ze creëerden werkplaatsen voor de indianen, gemeenschappelijke groentetuinen, bekommerden zich om het lot van wezen en ouderlingen.

In Trinidad specialiseerden ze zich onder meer in het maken van klokken en gebruikten daarvoor metaal dat uit Peru werd ingevoerd. De nederzetting in Trinidad was een van de laatste orgelpunten vooraleer ze in 1767 door de Kerk omwille van hun eigenzinnigheid werden teruggefloten en vervangen door de franciscanen.

Helaas bracht die tweede golf weinig soelaas: de meeste Guarani konden het met de nieuwe opvoeders maar slecht vinden en keerden in groten getale naar de jungle terug. Van de cultuur van de jezuïeten ging veel teloor, de dom in Trinidad zakte in 1775 in elkaar.

Maar op een kwartier rijden van Trinidad, in Santa Rosa, zijn de gebouwen van de missiepost gewoon een onderdeel van het kleurrijke dorp gebleven. In de kapel is een wonderlijk mooi fresco bewaard en er staat een handvol houten heiligenbeelden waaronder een piëta die met grote handvaardigheid door de Guarani werd gekapt.

Drama

Onder de jezuïeten voelden de Guarani zich beschermd. Hun nederzettingen lagen verder weg van de hoofdwegen en ze ontsnapten daardoor voor een deel aan het toezicht van de Spaanse kroon. Problemen ontstonden toen de Spanjaarden wapens gaven aan de Guarani in hun strijd tegen de Portugezen.

Een echt drama voltrok zich niet eens zo lang geleden, toen men begon met de vernietiging van het oerwoud. Tot in 1950 was Paraguay één groot woud met een bijna prehistorisch karakter. Maar de gronden werden zonder medeweten van de indianen verpatst en vandaag is nog slechts twee procent van het land met bos bedekt.

Bron: Weekend Knack

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content