In de Gouden Eeuw was Leiden de tweede belangrijkste stad van Nederland, tegenwoordig is het de vijfde grootste stad van de provincie Zuid-Holland. Doorheen de eeuwen bleef de universiteit wel steeds haar stempel op de gezellige stad drukken.

In de Gouden Eeuw was Leiden de tweede belangrijkste stad van Nederland, tegenwoordig is het de vijfde grootste stad van de provincie Zuid-Holland. Doorheen de eeuwen bleef de universiteit wel steeds haar stempel op de gezellige stad drukken.

Wat moet je zien?
Musea
Wandeling door Leiden

Ook is het uitzicht van de stad niet erg veel veranderd. De grachtjes, de hofjes, de twaalf musea en bijna drieduizend monumenten maken van Leiden dan ook een historisch interessante stad. Die rijke geschiedenis leeft nog zeer sterk door in Leiden.

Als oudste universiteitsstad van Nederland leverde Leiden heel wat belangrijke wetenschappers. Zo zaten onder andere Justus Lipsius, René Descartes en Nobelprijs-winnaar Heike Kamerlingh Onnes er op de banken. En bracht de Vlaamse geleerde, arts en botanicus Carolus Clusius er in de zestiende eeuw de eerste tulpen tot bloei.

Straatjes, grachtjes en bruggen

Al bood Leiden niet alleen een wetenschappelijk, maar ook een artistiek rijke voedingsbodem. Zo hebben verschillende oude meesters een band met Leiden. De bekendste Leidenaar is ongetwijfeld Rembrandt van Rijn. Maar ook schilders als Jan Steen en Gerrit Dou zijn in Leiden geboren. En drie eeuwen later, in 1917, richtte Theo van Doesburg er samen met o.a. Piet Mondriaan het tijdschrift ‘De Stijl’ op. Nu nog zijn er heel wat schilders, schrijvers en dichters actief in Leiden.

De Sleutelstad, zoals Leiden ook wel genoemd wordt naar zijn beschermheilige Sint-Pieter, kan nog altijd bogen op een prachtige historische binnenstad vol pittoreske straatjes, grachtjes en bruggen. Typisch zijn de talrijke markten en de feesten zoals het Leids Ontzet, één van de grootste volksfeesten van Nederland.

Foto: Eduard Bergman voor Holland.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content