Atlantische Loire

© Thinkstock

Als u pretendeert Frankrijk te kénnen, is het hoog tijd u af te vragen of u de Atlantische Loirestreek al hebt bezocht. Indien niet, vindt u hier acht goede redenen.

Als u pretendeert Frankrijk te kénnen, is het hoog tijd u af te vragen of u de Atlantische Loirestreek al hebt bezocht. Indien niet, vindt u hier acht goede redenen.

1. Nantes – La Cigale
Is het niet om je maag te vullen, dan zeker om je ogen de kost te geven. Want dankzij het spel der spiegels is deze belle-époquetempel niet alleen een beschermde brasserie, er vonden ook tientallen films hier hun gedroomde decor.

Ten tijde van de vorige eeuwwisseling was deze rijkelijk gedecoreerde plek trouwens de ontmoetingsplaats waar heren van stand vele aangename uren doorbrachten in het pikante gezelschap van dames van lichte zeden. Wie zich in dit verbluffende spiegelpaleis een tijdje installeert en argeloos ” le regard de ceux qui passent” observeert, begrijpt als snel waarom deze plek nog steeds in staat is bij velen de hartslag en de adrenaline de hoogte in te jagen.

2. Nantes – Le Passage Pommeraye
De weg van Nantes uptown naar de benedenstad verloopt stijlvol via de passage Pommeraye, die met gemak de vergelijking met de Brusselse Koninklijke Galerijen kan doorstaan.

Uiterst sfeervol valt het gefilterde zonlicht door de overwelfde passage die via een centrale trap drie verdiepingen verbindt. Als bezoeker word je zo verrast door de sfeer, de oorspronkelijke houten treden en authentieke uithangborden, dat je haast vergeet een blik in de etalages te werpen.

3. Nantes – de kathedraal
In deze prachtige kathedraal liggen de hertogen van Bretagne begraven. Aan elke kant van het graf sporen jonge, stenen maagden je tot vier schone deugden aan: gematigdheid, morele kracht, wijsheid en rechtvaardigheid.

Historisch gezien is Nantes een Bretonse stad, maar gelegen op de uiterste rand van dit eigenzinnige gewest, is ze in de Franse invloedssfeer verzeild geraakt. Eeuwenlang hebben Rennes en Nantes gestreden om de titel van hoofdstad van Bretagne.

Natuurlijk kreeg Nantes een fikse opdoffer toen Rennes officieel als Bretonse hoofdstad werd aangeduid. Bovendien zou het tot de achttiende eeuw duren voor Nantes als havenstad een gouden eeuw zou beleven. Maar officieel en administratief behoort Nantes niet langer tot Bretagne, maar tot de Loire Atlantique.

4. Guérande
Vanuit Nantes is het slechts een boogscheut naar het schiereiland van Guérande. Een aanrader want dit omwalde laat-middeleeuwse stadje is een kleinere, maar minstens even charmante en bovendien minder toeristische variatie op Carcassonne. Dé grote troef op de marktjes en in de rekken van de artisanale winkels is het witte goud dat zomaar uit de oceaan komt aangewaaid: zout.

Vooral het fleur de sel, het zuivere, witte zout dat op de zoutmoerassen vanzelf bovendrijft, is zeer begeerd. Nog altijd is de zoutwinning de draaischijf van de lokale economie en vormen de zoutmoerassen een mysterieuze charme in het onwezenlijke landschap.

5. Pornic
Pornic is een pareltje. Een oord van verkleinwoorden. Een idyllisch haventje en badplaatsje, op amper vijftig km van Nantes, zo gezellig en charmant omdat de 21ste eeuw hier nog ver weg lijkt te zijn. 1850 ademt de sfeer.

Geen wonder dat de schilder Renoir hier zijn gading vond. Geen beton, geen flatgebouwen. Wel kleine villaatjes, een kronkelende kustlijn en talloze kreekjes. Een gedroomde bestemming voor smachtende, romantische zielen.

6. Ile de Noirmoutier
Ile de Noirmoutier is een sprookjesachtig schiereiland, bezaaid met lage, witte huisjes, getooid met blauwe luikjes. Alles is hier trouwens wit en blauw. Het blauw van de lucht en de zee, van de luikjes, de deuren en portieken. En verder, uitnodigende velden waar de mannen van het land hun schatten koesteren: Aminca, Lady Christel en Charlotte.

Maar de mooiste, de beste, de trots van jong en oud is: La Bonnotte. Een aardappel zo vol en puur dat haar smaak, volgens de Noirmoutiers, onmogelijk te evenaren is. Zelfs zonder de andere culinaire troeven van het eiland op je bord – zout, oesters en vis, vis, vis – is de bonnotte een lekkernij op zich.

Verder is le plat pays Noirmoutier een paradijs voor fietsers. Met negentig kilometer uitstekend onderhouden fietspaden langs de meest idyllische plekjes verkiezen zelfs de meeste autochtonen de fiets boven de auto.

7. La Baule
La Baule is Het Knokke van dit stukje West-Frankrijk. Met zijn negen km lange baai klopt La Baule elke Europese kustplaats met vele lengten. Een lange strook zandstrand, afgezoomd met fraaie hotels, statige villa’s en chique appartementen. Daar kan de Vlaamse kust een puntje aan zuigen!

8. Oesters, oesters, oesters

Bron: Weekend Knack

Foto: Maison de la France Benelux

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content