Geschiedenis

Volgens een legende zou Istanbul in 657 voor Christus door Dorische Grieken uit Megara gesticht zijn. De aanvoerder van deze kolonisten, Byzas, gaf zijn naam aan de stad: Byzantium.

Vooraleer hij Griekenland verliet vroeg Byzas aan het ‘Orakel van Delfi’ om raad omtrent waar hij zijn nieuwe kolonie moest vestigen. Zoals altijd gaf het Orakel een enigmatisch en verwarrend antwoord: “Tegenover de blinde!”.

Zonder te weten wat het Orakel daarmee bedoelde, zeilde Byzas de Bosporus af waar op de Europese oever ineens de prachtige natuurlijke haven van de Gouden Hoorn voor zijn ogen verscheen. Onmiddellijk meende Byzas dat de “blinde” diegenen waren die de pracht niet hadden ingezien.

In 133 voor Christus kwam Byzantium in handen van de Romeinen. En in 330 koos keizer Constantijn de Grote Byzantium als nieuwe hoofdstad van het Rijk. De stad kreeg meteen een nieuwe naam: Constantinopel, nadat ‘Nieuw Rome’ ongeschikt werd bevonden.

Na de splitsing van het Romeinse Rijk (395) bleef Constantinopel de hoofdstad van het oostelijk deel van het Rijk, later Byzantijnse Rijk. Constantinopel zou zo’n 1.000 jaar de hoofdstad van Eurazië blijven. Niet slecht voor een plek die ooit als Grieks vissersdorpje begon.

De volgende eeuwen hield de stad stand tegen de vele aanvallen van o.a. Attila de Hun. In de 5e en 6e eeuw – toen Rome zijn beste tijd wel had gehad – groeiden de rijkdom en het belang van Constantinopel aanzienlijk. Dat was vooral te danken aan keizer Justinianus.

Hij liet magnifieke gebouwen optrekken, maar zijn persoonlijke triomf was toch wel een nieuwe Sancta Sophia. Bij haar afwerking in 537 gold dit architecturaal meesterwerkje als de indrukwekkendste kerk in de Christelijke wereld. Dat zou zo blijven in de volgende 1.000 jaar, totdat de kerk een moskee werd.

Het Byzantijnse Rijk kende met Justinianus zijn hoogtepunt. Na zijn regeerperiode werd het voortdurend bedreigd. In de 11e eeuw rukten de tot de Islam bekeerde Turkse stammen vanuit Centraal Azië op. De Christenen reageerden hierop met kruistochten. Tot in de 14de eeuw bleven de Christenen in Constantinopel.

In 1453 viel de stad in handen van de Osmanen onder Sultan Mehmet II. Kerken werden moskeeën, maar de Grieks-Orthodoxe kerk bleef wel haar vrijheid behouden.

De Osmanen overheersten het Turkse territorium tot het begin 20e eeuw. Het hoogtepunt van het Rijk kwam onder Süleyman de Grote (1520-1566). Hij herbouwde de volledige stad. Süleyman’s moskee is een voorbeeld van zijn indrukwekkende bouwwoede. Ook opmerkelijk was dat deze sultan genoeg had aan 1 vrouw.

In deze periode duikt ook de naam ‘Istanbul’ meer en meer op. De naam komt van ‘eis ten polin’, wat ‘naar de stad’ betekent. ‘Istanbul’ werd echter pas officieel in gebruik genomen door Atatürk op het moment dat hij Ankara tot hoofdstad van de Turkse republiek uitriep in oktober 1923. Sedert 1932 is Istanbul de enig toegelaten naam.

Door oorlogen en wanbeheer brokkelde het Osmaanse imperium na Süleyman snel af. Na de 1e Wereldoorlog waarin de Turken de fatale fout maakte om de kant van Duitsland te kiezen, werd Turkije opgedeeld in Brits, Frans, Italiaans en Grieks grondgebied. Istanbul kwam onder internationale controle. Een jonge oorlogsheld uit Gallipoli Mustafa Kemal, alias ‘Atatürk’ (vader van alle Turken) verzette zich hiertegen.

Na een onafhankelijkheidsoorlog van 1920 tot 1922 herenigde hij Turkije en riep hij op 29 oktober 1923 de Republiek uit, met als hoofdstad het iets veiliger gelegen Ankara. Het sultanaat en het Osmaanse Rijk waren voorgoed verleden tijd en Istanbul verloor veel van haar glitter en rijkdom. Toch bleef de stad de belangrijkste commerciële, culturele en industriële stad.

Atatürk stelde ook alles in het werk om de oude tradities zoals de sluier voor vrouwen en polygamie te bestrijden. Hij installeerde de scheiding van Staat en Kerk en hervormde het onderwijs naar Westers model. Hij voerde het Latijnse schrift, de zondagsrust en het gebruik van familienamen in.

Na 1950 onderging de nieuwe republiek enkele tumultueuze militaire coups en corruptieschandalen. Ondertussen vond Istanbul in de jaren ’90 haar vergane glorie terug. Er werd heel wat geïnvesteerd in de historische infrastructuur en het openbaar vervoer van de stad waardoor toeristen weer massaal terugkwamen. Istanbul werd opnieuw de trots van Turkije.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content