Portugal

Portugal staat ten onrechte nog altijd een beetje in de schaduw van zijn grote buur Spanje. Maar wie eenmaal kennis heeft gemaakt met zijn prachtige zandstranden, kleurrijke vissersdorpjes, mooie steden, historische monumenten en afwisselende natuur zal voor altijd aan Portugal verslingerd blijven.

Portugal staat ten onrechte nog altijd een beetje in de schaduw van zijn grote buur Spanje. Maar wie eenmaal kennis heeft gemaakt met zijn prachtige zandstranden, kleurrijke vissersdorpjes, mooie steden, historische monumenten en afwisselende natuur zal voor altijd aan Portugal verslingerd blijven.

In Portugal is dan ook meer dan genoeg te zien: de sprookjespaleizen in Sintra, de onder Portugezen zeer geliefde universiteitsstad Coimbra, de duizelingwekkende ravijnen in de Serra da Estrela, Lissabon met haar romantische wijken en de sneeuwwitte dorpjes in de Alentejo. Je kunt er uitmuntend eten en ondertussen luisteren naar de weemoedige fadomuziek.

Dankzij de tochten van ontdekkingsreizigers als Vasco Da Gama, Ferdinand Magellan en Bartolomeu Dias behoorde Portugal in de 15e en 16e eeuw tot de machtigste en rijkste landen ter wereld. Maar een aantal gebeurtenissen in de 18e en 19e eeuw, waaronder de aardbeving in 1755 die Lissabon van de kaart veegde, luidde een lange periode van verval en armoede in. Pas sinds zijn toetreding tot de Europese Unie in 1986 gaat het geleidelijk aan weer beter met Portugal.

Portugal is niet langer ‘de zieke man van Europa’, maar nog wel een goedkoop en rustig vakantieland. De toeristen hebben massaal de Algarve ontdekt. Door de parelwitte stranden, havenstadjes met witte huizen versierd met schitterende azulejos (beschilderde tegeltjes) en het milde klimaat is de Algarve de populairste vakantiebestemming in Portugal geworden. Maar ondanks deze aandacht ademt de enorme kuststrook tijdloze rust uit waar je nog charmante strandjes, prachtige Moorse burchten en piepkleine restaurantjes vindt.

Net ten noorden van de Algarve ligt Alentejo, maar het verschil tussen de twee streken kan bijna niet groter zijn. In Alentejo, een rurale streek met slechts twintig inwoners per vierkante kilometer, voel je je ver weg van de bewoonde wereld.

Al reizend door het verstilde landschap merk je dat de bevolking sterk verouderd is. In de hogergelegen sneeuwwitte dorpjes, die binnen hun vestingmuren schatten verbergen van een eeuwenoud patrimonium, zie je, in de schaduw van stokoude eiken, stokoude mensen die al wachtend het leven zien voorbijgaan. Het hart van Alentejo is Évora, een ommuurd universiteitsstadje met zoveel historische bezienswaardigheden dat Unesco het hele stadje op de lijst van Werelderfgoederen plaatste.

Nog verder naar het noorden wordt het landschap steeds groener en ruiger. De noordelijke provincies Minho, Trás-os-Montes en Douro zijn veel minder bekend bij de toeristen dan Zuid-Portugal. Enkel de kosmopolitische stad Porto, thuishaven van de port, trekt veel bezoekers.

In Trás-os-Montes is het landschap indrukwekkend. De ruige bergen zijn vrijwel onbewoond en de boerendorpjes in de dalen zijn sinds de Middeleeuwen nauwelijks veranderd. Minho is het vruchtbaarste deel van Portugal. Natuurliefhebbers moeten hier zeker de imposante bergen in het Parque Nacional da Peneda-Gerês bezoeken.

Een ander nog niet ontdekt deel van Portugal zijn de Azoren, negen eilanden midden in de Atlantische Oceaan met een geheel eigen karakter, bloemrijke lagunes, heuvelachtige groene landschappen en historische stadjes.