Geschiedenis


Krakau werd in de 7e eeuw gesticht. De nederzetting wordt geterroriseerd door een draak en de held Krak vergiftigt de draak en redt daarmee de stad. Als dank wordt de plaats naar hem genoemd: Krakau. Natuurlijk is dit maar een legende. In werkelijkheid woonden er op de plaats van het huidige Krakau al mensen in het Stenen Tijdperk en in de 7e eeuw werd er een fort gebouwd.

Rond 1030 verhuist de Poolse koninklijke familie naar Krakau en in de 12e eeuw wordt het de hoofdstad van Polen. Tegelijk wordt het een belangrijk commercieel centrum en Krakau groeit uit tot een prachtige kosmopolitische stad.

Deze ontwikkeling wordt onderbroken door opeenvolgende invallen van de Tataren in 1241, 1242, 1259 en tenslotte in 1287. Onder invloed van Duitse kolonisten bloeit de stad daarna echter opnieuw op. Koning Kazimierz de Grote sticht de eerste universiteit van Polen, waar ook Copernicus zal gaan studeren.

Zwarte pest

In 1569 gaat Polen een verband aan met Letland en omdat Krakau zich te ver van de Letse hoofdstad Vilnius bevindt, wordt Warschau de hoofdstad van Polen. In de 17e eeuw wordt Krakau getroffen door de Zwarte Pest en door invallen van de Zweden. Een deel van de stad en een deel van de bevolking wordt vernietigd.

In 1794, tijdens de Franse Revolutie, wordt Krakau het centrum van de mislukte revolutionaire opstand onder leiding van Kosciuszko, maar het jaar daarop wordt Polen ingelijfd bij het Oostenrijkse rijk.

In 1809 verovert Napoleon die Krakau inlijft bij het graafschap Warschau. Dit duurt echter niet lang, want tijdens het Congres van Wenen in 1815 wordt Krakau de hoofdstad van de onafhankelijke republiek Krakau. Dat blijft zo tot in 1846 want dan wordt Polen weer bij Oostenrijk gevoegd, maar er blijft een grote vrijheid bestaan om de Poolse cultuur levend te houden.

Krakau groeit uit tot een cultureel en wetenschappelijk centrum. Studenten, kunstenaars en andere intellectuelen kunnen niet goed overweg met de burgerlijke zelfgenoegzaamheid in die tijd en treffen elkaar in het Café Michalik (dat tegenwoordig nog bestaat) om te discussiëren.

Eerste Wereldoorlog

Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt er in Krakau hevig gevochten tussen het Duits-Oostenrijkse leger en het Russische leger. Meteen na de oorlog, in 1918, wordt Krakau opnieuw een Poolse stad. Polen slaagt er niet in een democratie tot stand te brengen. Arbeiders komen in opstand en het antisemitisme groeit zo sterk dat er nog maar een beperkt aantal Joden aan de universiteit mogen studeren..

Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog wordt Polen ingelijfd bij het Duitse rijk en vooral de Joden krijgen het dan zwaar te verduren. Al sinds de 13e eeuw wonen er Joden in Krakau. Sinds het begin zijn er steeds problemen met de Poolse bevolking geweest, bijvoorbeeld in de 15e eeuw als er een universiteitsgebouw midden in een drukbevolkte Joodse wijk gebouwd wordt. De studenten vallen geregeld de Joodse bevolking aan.

De Joodse bevolking

In 1469 wordt er daarom besloten dat de Joden de wijk moeten verlaten en vanaf 1495 mogen ze zelfs helemaal niet meer in Krakau wonen. Ze moeten allemaal verhuizen naar Kazimierz. Tot 1761 mogen ze nog handel blijven drijven in Krakau, maar ook dat mag vanaf dan niet meer. Deze situatie blijft bestaan tot in 1867. Vanaf dat moment mogen Joden weer in Krakau wonen. Daar komt met het begin van de Tweede Wereldoorlog een abrupt einde aan.

De 60.000 Joden die dan in de stad wonen krijgen het bevel Krakau binnen vier maanden te verlaten. 35.000 mensen gaan daadwerkelijk weg en 15.000 anderen krijgen de toestemming om te blijven. In maart 1941 beginnen de Duitsers met de bouw van het Joodse getto. 20.000 mensen worden daarin samengebracht. Ongeveer een jaar laten beginnen de deportaties naar het zeer nabijgelegen Auschwitz.

Het getto van Krakau werd bij het grote publiek doordat de film ‘Schindler’s list’ daar opgenomen is. Oskar Schindler had ook in werkelijkheid een fabriek in Krakau en die heeft hij kunnen gebruiken om 1.098 Joden te redden. Direct na de oorlog zijn er nog slechts 2.000 Joden over in Krakau. Er is ook daarna nooit meer een Joodse gemeenschap opgebouwd in Krakau.

De nog overgebleven bewoners waren veel te bang voor pogroms. In 1968 is de laatste Joodse bewoner van Kazimierz overleden en in Krakau wonen op dit moment nog ongeveer 200 joden.

Er is wel sprake van een heropleving van de interesse voor het Joodse erfgoed en er bestaat een drang om dit erfgoed te bewaren. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het Joodse culturele festival dat om de twee jaar in Kazimierz georganiseerd wordt.

Communisme

Met het verdwijnen van de Joodse bevolking verdwijnt ook een groot deel van de culturele en intellectuele elite, waardoor het een gemakkelijke prooi wordt voor de communisten. Omdat ze Krakau een té burgerlijke stad vinden beginnen die met het bouwen van de industriële stad Nowa-Huta, vlakbij Krakau en dat zorgt voor de nodige vervuiling.

Het verzet tegen het communisme groeit, gesteund door de katholieke kerk. De bisschop Karel Wojtila (de vorige paus) werkt nauw samen met de oppositie en betekent een grote steun voor de bewoners van Krakau. Er breekt een golf van stakingen en protesten uit. Het regime dreigt daar met geweld tegen op te treden.

Dat gebeurt uiteindelijk niet en in 1989 vinden de eerste vrije verkiezingen plaats. De oppositiebeweging Solidarsnoc onder leiding van Lech Walesa wint. Krakau is ondertussen weer uitgegroeid tot een cultureel centrum en in 2000 was het één van de culturele hoofdsteden van Europa.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content