Delft ligt op slechts 15 kilometer van Rotterdam, maar zo modern als Rotterdam is, zozeer lijkt de tijd in Delft te hebben stilgestaan. Delft is Johannes Vermeer, Delfts Blauw en Willem van Oranje.

In de Gouden Eeuw groeide het uit tot één van de rijkste steden van Nederland, onder meer dankzij een progressief asielbeleid. Het gemeentebestuur deed alle moeite om de gevluchte Vlamingen en Brabanders aan te lokken. Het beloofde hen zelfs premies.

In de 17e eeuw bestond zowat een vierde van de Delftse bevolking dan ook uit Vlamingen. Zij hadden de kunst van het porselein van de Portugezen geleerd, die het op hun beurt hadden ontdekt tijdens hun reizen naar China.

In Delft kwam Willem van Oranje aan zijn einde. In het knap gerestaureerde Prinsenhof is het niet moeilijk om zich een voorstelling te maken van het familieleven van de Oranjes. De aanslag gebeurde in 1584 door de huurmoordenaar Balthazar Gerardts. Onder de trap die naar de eetzaal leidde, wachtte hij de prins met een pistool op toen die van een maaltijd terugkeerde. Willem ligt in de kerk van Delft begraven.

Delfts blauw

Dit wereldberoemde aardewerk is ongeveer vier eeuwen geleden ontstaan als ersatz voor Chinees porselein. Toen dat een tijdje minder vlot kon worden ingevoerd, ontwikkelden lokale plateelbakkers een product dat dit blauwe serviesgoed uit China nabootste.

Het leidde tot een traditie van vele eeuwen. Ooit waren er in Delft vele tientallen ceramiekbedrijven, die naast tegels vooral schotel- en siergoed produceerden. Slechts één manufactuur overleefde, de in 1653 opgerichte De Porceleyne Fles. Een bedrijf dat nog steeds actief is, ook op het terrein van de moderne ceramiek.

Bron: Plus Magazine

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content