Hongarije

Hongarije heeft zich sinds de val van het communisme ontwikkeld tot een geliefd vakantieoord. En met reden. Schitterende natuur, prachtige barokke steden, heerlijke wijnen, een bijzonder warm en gastvrij volk, één van de mooiste hoofdsteden ter wereld en een aangenaam klimaat.

Hongarije is een land waar de inwoners, de Magyaren, tradities in ere houden: folkloreshows met wervelende Hongaarse dansen, paardenshows die het leven op de poesta tonen en talloze festivals en theatervoorstellingen.

Hongarije heeft dan ook een lange geschiedenis. Die begint in de negende eeuw wanneer de Magyaren uit de Oeral naar Midden Europa trekken en het koninkrijk Hongarije stichten. Hongarije ontwikkelt zich in de Middeleeuwen tot één van de machtigste landen van Europa, maar wordt in 1526 verpletterend verslagen door de Turken. Tot 1690 maakt Hongarije deel uit van het Ottomaanse Rijk, maar dan moeten de Turken plaatsmaken voor het Habsburgse Rijk.

De Hongaren proberen zich tevergeefs te ontworstelen aan het Oostenrijkse juk. Ze slagen daar pas na de Eerste Wereldoorlog in. Korte tijd is Hongarije dan opnieuw een onafhankelijk koninkrijk, maar na de Tweede Wereldoorlog wordt Hongarije een satellietstaat van de communistische Sovjet-Unie. Een algehele opstand tegen de Russische overheersing in 1956 wordt door Sovjettanks neergeslagen met als gevolg 20.000 doden aan Hongaarse zijde.

Toch was Hongarije in de tijd van het IJzeren Gordijn het meest open en minst trieste communistische land. Hongarije speelt in 1989 een belangrijke rol bij de val van het communisme door de grens met Oostenrijk te openen waardoor duizenden Oost Duitsers naar het vrije westen kunnen vluchten.

Deze bewogen geschiedenis heeft overal in het land zijn sporen nagelaten. Zo liggen er door het land verspreid Romeinse ruïnes, Turkse monumenten, Romaanse kerken en Middeleeuwse kastelen en forten.

De hoofdstad Boedapest met het oogverblindende parlementsgebouw is één van de mooiste steden van Europa. Maar ook in de rest van het land liggen talrijke historische stadjes en schilderachtige dorpjes. Zo bezitten de koningssteden Esztergom, Székesfehérvár, Buda en Visegrád prachtige barokke centra. In de studentenstad Pécs vind je naast een Romaanse Dom uit 11e eeuw twee Turkse moskeeën uit de 16e eeuw en Kecskemét staat dan weer bekend om de vele Jugendstil gebouwen.

De natuur in Hongarije is zeer afwisselend. Alhoewel Hongarije grotendeels vlak is liggen in het noorden beboste heuvels en bergen. De befaamde Hongaarse poesta (grassteppe) is juist vlak en kaal en je kan er genieten van een weids uitzicht dat slechts wordt onderbroken door een enkele boom of eenzame waterput. Eeuwenlang al trekken hier ruiters te paard rond met hun kuddes schapen en runderen. Ook tegenwoordig kan je die nostalgische sfeer nog proeven tijdens één van de vele paardenshows waarin ruiters in traditionele kleding hun spectaculaire kunsten vertonen.

Één van de weinige dingen die Hongarije niet bezit is een kustlijn. Maar Hongarije biedt een prima alternatief: het Balatonmeer. Dat is het grootste meer in Centraal en West Europa. Langs het meer liggen zo’n 130 stranden en leuke dorpjes. Het is een zeer geschikt vakantieoord voor ouders met kinderen. Het meer is nergens dieper dan drie meter en aan de zuidkant kan je zelfs tot 600 meter het water inlopen. Dit is dan ook de meest toeristische zijde. Aan de noordkant is het iets kouder, de oevers zijn er steiler, maar de natuur is er mooier en hier liggen de meeste watersportcentra.

Wat een vakantie in Hongarije helemaal aangenaam maakt zijn de meer dan driehonderd kuur- en wellnesscentra. Hongarije bezit maar liefst 1300 bronnen waarvan er 300 gebruikt worden. De Romeinen ontdekten de geneeskrachtige werking al 2000 jaar geleden. Het bekendste en mooiste kuuroord is Szécsényi in Boedapest. Dit vijftien baden tellende complex werd in 1913 gebouwd en bezit een prachtig Jugendstil interieur.