Leuven

“Leuven. Eeuwenoud, springlevend.” Die toepasselijke slogan slaat zowel op de universiteit als op de rest van de stad. Want hoewel je bij Leuven natuurlijk meteen aan studenten denkt, is de provinciehoofdstad van Vlaams-Brabant veel meer dan enkel een universiteitsstad.

Leuven is eeuwenoud: de geschiedenis van de stad gaat terug tot in de 9e eeuw. Toch groeide ze pas in de elfde en twaalfde eeuw uit tot een bloeiend handelscentrum. De eerste ringmuur en verschillende kerken, kloosters en abdijen werden gebouwd. Uniek is het 13de-eeuwse begijnhof met een interessant huizencomplex uit de 17de eeuw.

In de vijftiende eeuw onderging Leuven een spectaculaire metamorfose. Zowel het stadhuis en de Sint-Pieterskerk op de Grote Markt als de Lakenhalle, de huidige Universiteitshal, en het Huis van ’t Sestich in de Naamsestraat stammen uit die gotische periode. Aan die oude gebouwen dankt de stad een groot deel van haar huidige gedaante.

Ook de schilder Dirk Bouts leefde in de 15e eeuw in Leuven. Hij maakte voor de stad onder andere het werk ‘De marteling van de heilige Erasmus’ en ‘Het Laatste Avondmaal’. Die twee topwerken zijn nog steeds in Leuven, je kan ze zien in de ‘Schatkamer van Sint-Pieter’.

Tenslotte stamt de universiteit uit diezelfde 15e eeuw. In 1425 werd ze opgericht door Paus Martinus V via een pauselijke bul als Studium Generale. Daarmee is de K.U. Leuven de oudste nog bestaande katholieke universiteit ter wereld. Ook is ze de oudste universiteit van de Lage Landen.

Haar gebouwen bepalen voor een groot deel beeld van de stad. Zo zijn er de talrijke universitaire colleges uit de 16de en 17de eeuw. De meeste zijn verfraaid en verbouwd in de 18de eeuw. Ze vertegenwoordigen allemaal een bepaalde stijl: zo is het stijlvolle Van Dalecollege pure renaissance, terwijl het college De Valk, het Paus- en het Atrechtcollege opgetrokken werden in classicistische stijl.

Leuven is dus eeuwenoud. Maar ook springlevend. De laatste jaren zijn er dan ook heel wat moderne gebouwen opgetrokken. Vooral de stationsomgeving heeft een drastische gedaanteverwisseling ondergaan. Ook de nieuwe gebouwen van Inbev rond de Vaartkom drukken hun stempel op de stad.

Voor die levendigheid zorgt ook de universiteit met haar nieuwe ontwikkelingen in de talrijke bedrijven zoals Imec, haar nieuwe proffen uit de hele wereld en natuurlijk haar steeds nieuwe generaties studenten. Die worden verpersoonlijkt door ‘Fonske’, de eeuwige student. Want studenten blijven natuurlijk belangrijk voor Leuven. Overdag lopen ze tussen de lessen door op straat of vind je ze in broodjes- en kopieerzaken. ’s Avonds brengen ze animo in de talrijke restaurantjes en cafés. Niet voor niets ligt de langste toog van Europa, de Oude markt, in Leuven.

In het weekend, als de studenten naar huis zijn, komen de ‘echte’ Leuvenaars naar buiten. ‘Echte’, want veel inwoners zijn voormalige studenten die blijven hangen zijn. Leuven ondergaat op zaterdag en zondag dus een gedaanteverwisseling. De hoofdstad van Vlaams-Brabant wordt dan vooral een winkelstad, waar je na het shoppen gezellig iets kan eten en drinken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content