Geschiedenis

Konstanz is een universiteitsstad in de Duitse deelstaat Baden-Würtemberg. De stad grenst aan Zwitserland en telt ongeveer 80.000 inwoners. Vanwege de vier grensovergangen die de stad rijk is, wordt hij wel eens de ‘poort naar Zwitserland genoemd.

Aan het begin van onze jaartelling richtten de Romeinen aan de Bodensee een nederzetting op. In een oorkonde van het jaar 523 dook voor het eerst de naam ‘Constantiae’ op, naar Keizer Constantius I Chlorus of naar Keizer Constantius II. In de loop van de zesde eeuw werd Konstanz een bisschopsstad en vanaf 1215 een vrije, onafhankelijke rijksstad.

In de middeleeuwen kende de stad zijn grootste bloeiperiode. Dit had vooral te maken met de betekenis en de invloed van het bisdom. Op het toppunt van zijn macht bouwde de stad aan de haven een groot gebouw. Daar werd begin 15e eeuw het Concilie van Konstanz gehouden. Otto von Colonna werd er verkozen tot paus Martinus V. Tot op de dag van vandaag is het gebouw in de haven bewaard gebleven.

Tussen 1548 en 1805 behoorde Konstanz bij Oostenrijk. In 1806 kwam de stad bij het hertogdom Baden.

De naam van de Praagse kerkhervormer Johannes Hus is sterk met Konstanz verbonden. Hij was op bezoek in de stad op het moment van het Concilie. Daar had men net besloten alle ketters met harde hand te bestrijden. Hoewel de toenmalige koning Sigismund een vrijgeleide had beloofd, werd Johannes Hus net buiten de stad op de brandstapel terechtgesteld vanwege zijn ketterse opvattingen. Ter nagedachtenis kan je in de ‘Hussenstrasse’ het Hus-museum bezoeken.

Door zijn ligging, dicht bij het neutrale Zwitsreland, ontsnapte Konstanz tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de bombardementen van de geallieerden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content