Syrië

Terwijl duizenden mensen drukdoende sjacheren in de souk, schuilt onder hun voeten de bakermat van talloze beschavingen. Hettieten, Filistijnen, Israëlieten, Assyriërs, Babyloniërs… voor hen begon het in Syrië.

Toen de Andalusische schrijver Ibn Jubayr in de ochtend van 5 juli 1184 Damascus bereikte, noteerde hij: “Bij Allah, ze hebben gelijk als ze zeggen: wanneer er een aards paradijs is, dan is het hier, en wanneer er een hemel is, dan is Damascus de aardse afspiegeling ervan.”

Te midden van de groene valleien van Klein-Azië heersten hier ooit de kaliefen van de Omajadendynastie. Damascus was tot ver buiten de grenzen beroemd om haar allerfijnste rozenolie en haar kostbare zijden stoffen, de befaamde damast.

Vuurwater

In de nauwe straatjes en overhangende huizen van het oude stadscentrum hangt nog de sfeer van de grote jaren van weleer.

Het draaiende dakrestaurant van hotel Al Cham toont deze stad aan de Barada-rivier: de Arabische palazzo’s gebouwd rond intieme sprookjestuinen, en de krioelende luidruchtige mensenmassa waartussen de Cubaans aandoende oldtimers zich toeterend een weg banen.

De oude patricierswoningen hebben zachtgetinte cederhouten balkons, en de halfgeopende ramen vangen elke koele wind op. In de buurt van de Martelarenlaan, de Saahat al-chouhada, geurt de oosterse keuken uit de talloze eethuisjes: kebab, shahawarma en falafel, die men kan beproeven met een glas arak, het plaatselijke vuurwater.

Ten zuiden van de rivier ligt het oudste stadsgedeelte, omgeven door een Romeinse muur. Binnen de oudste stadsmuren ligt een caleidoscoop van duizenden jaren schoonheid: de gouden mozaïeken van de Omajadenmoskee, het graf van Saladin de bevrijder, het paleis, de koranschool Al Azam uit de 18de eeuw, het middeleeuwse Neredin-hospitaal, en de souks, leunend tegen een Romeinse Jupitertempel.

Blauwe ogen en blonde haren

Een prachtige stad als Damascus sprak tot de verbeelding van de Frankische kruisvaarders, de onterfde ridders uit het noorden die vanaf de elfde eeuw rond de stadspoort zwierven. Maar de honderdduizenden Franken die in Syrië toestroomden, zouden nooit de stad binnentrekken.

Het opvallend aantal blauwe ogen en blonde haren dat je in Syrië ziet, bewijst wel dat de Franken hier beter aardden dan de achterblijvers in het kille sneeuwland van de christenen wel dachten. Ze leefden er eeuwenlang, en bouwden er hun burchten en paleizen. Het meest indrukwekkende bouwwerk is dat van Richard Leeuwenhart. Het ligt hoog in de bergen, en heeft dertig massieve torens en een prachtige gotische kapel.

Handelspoort

De Franken verdwenen, maar de nieuwe Turkse pasja’s van de Sublieme Poort lieten de christenen toe om hun geloof trouw te blijven, en zo werd meteen de handel met de andere oevers van de Middellandse Zee bevorderd. De stad Aleppo, bij de Turkse grens, heeft een eeuwenlange traditie van Europese handelspoort: hier verbleven Venetianen, Engelsen en Fransen.

In de hectische souk liggen de winkeltjes verspreid over de grootste en mooiste bazaar ter wereld: een twaalf kilometer lange pelgrimstocht der zinnen langs kruideniers, ketellappers, wevers, goudsmeden, Turkse baden, koperbewerkers, tapijtenverkopers, bakkers, theeschenkers en vertellers. Met “Kaan ja ma kaan” begint hun verhaal: “Er was eens en er was eens niet.”

Er was eens en er was eens niet, een koningin, Zenobia, afstammelinge van Cleopatra, en haar schoonheid werd evenzeer geprezen als haar sluwheid werd gevreesd. Zij bouwde midden in de woestijn een stad, Palmyra, die de verbaasde bezoekers het Venetië van de woestijn noemen. Het is een magische stad met haar adembenemende tempel van Baal en haar colonnade met meer dan 300 zuilen.

Pilaarzitter

Tussen de kurkdroge heuvels van Qalaat Samaan slingert een eeuwenoud pelgrimspad naar de basiliek van de heilige Simeon, de pilaarzitter. Eenzaam duikt in de verte de massieve ruïne van deze reusachtige basiliek van vergeten vroomheid op. Simeon bracht er 37 jaar op zijn zuil door, achttien meter boven de grond, en zorgde bij leven en dood voor enkele sterke staaltjes van miraculeuze genezingen.

Langs de valleien van Orentes en Eufraat, langs de oasen en de steppen en langs monotone asfaltroutes vindt de aandachtige reiziger de puzzelstukjes van onze geschiedenis. Ze zijn willekeurig rondgestrooid tot in Doura Europos en Mari, de ruïnes van een vijfduizend jaar oude stad, met een reusachtig koninklijk paleis in het midden van het niets.

Bron: Weekend Knack

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content