Geschiedenis


De Nabateeërs worden algemeen beschouwd als de bouwers van Petra. Dit van oorsprong nomadische volk uit het Arabische schiereiland heeft de stad ook tot grote bloei gebracht, maar de eerste bewoners zijn het niet.

De Edomieten – een volk bekend om hun wijsheid, schrijfkunst, keramiek, textiel en metaalbewerking – gingen hen voor en woonden er sinds 1200 voor Christus. Over deze periode weten we weinig.

We weten wel dat de Nabateeërs in 312 voor Christus de stad veroveren en de Edomieten verdrijven naar het zuiden van Palestina. Omdat Petra zo strategisch ligt – verscholen tussen de rotsen en langs belangrijke handelsroutes naar de Rode Zee en Middellandse Zee – maken de nieuwe bewoners Petra tot de hoofdstad van Nabataea, het begin van een grote bloeiperiode.

Florerende handel

De handel floreert in deze dagen en in de regio verrijzen nieuwe steden zoals Philadelphia (het huidige Amman), Gerasa (Jerash in het noorden van Jordanië), Palmyra in Syrië en Basra in het huidige Irak.

Petra groeit uit tot een stad met zo’n dertig- of veertigduizend inwoners. De Nabateeërs breiden Petra uit met talloze huizen, tempels, monumenten en graven en gebruiken daarvoor elementen uit de klassieke Griekse bouwkunst en combineren dat met hun eigen traditionele decoraties.

De Nabateeërs bouwen ook een ingenieus afwateringssysteem, zeker voor die tijd. Petra ligt in een dal en de siq (de kloof waardoor je de stad bereikt) liep in de winter vaak vol met water. Om dat te voorkomen bouwen de Nabateeërs overal kanalen en dammen. Grote delen daarvan kan je nog zien.

Romeinse tijd

In 106 na Christus bezetten de Romeinen Petra, maar dat betekent geenszins het einde van de Roze Stad. De Romeinen maken Petra de hoofdstad van hun provincie Arabia Petraea. De Romeinen voegen nieuwe gebouwen en monumenten toe en vermengen hun Romeinse bouwstijl met elementen van de Nabateeërs.

Twee eeuwen later komt er een einde aan de hoogtijdagen van Petra. In 363 wordt Petra getroffen door een zware aardbeving die grote delen van de stad met de grond gelijk maakt. De inwoners gebruiken de stenen van de ingestorte gebouwen om nieuwe bouwwerken te maken waaronder enkele kerken.

Wanneer ook nog eens de handelsroutes verlegd worden gaat het steeds slechter. In 551 volgt een nog zwaardere aardbeving en is het helemaal gedaan met Petra. Tijdens de Kruistochten in de dertiende eeuw verblijven er nog een tijd Kruisvaarders, maar dan raakt Petra helemaal in verval. Alleen Bedoeïenen uit de buurt weten nog van het bestaan van Petra en dat blijft eeuwen zo.

De verborgen parel

In 1812 maakt de Zwitser Johann Ludwig Burkhardt een reis door het Midden Oosten en hoort hij Bedoeïenen spreken (hij beheerst de Arabische taal en heeft zich vermomd als Arabier) over een Rode Stad verscholen tussen de rotsen. De Bedoeïenen houden vreemdelingen angstvallig uit de buurt van Petra omdat ze bang zijn dat die komen zoeken naar verbogen schatten.

Burkhardt weet met een smoesje – hij zegt dat hij een offer wil brengen aan Aaron die hier overleden en begraven is – de Bedoeïenen over te halen hem Petra te tonen. Hij wordt overrompeld door de schoonheid en grootsheid van zijn ontdekking.

Toch blijft het voorlopig rustig in Petra. In 1839 krijgt de Schotse schilder David Roberts vijf dagen de gelegenheid om schilderijen te maken, maar daarna duurt het nog tot het begin van de 20e eeuw voordat archeologen aan het werk gaan.

Dat archeologisch onderzoek is nu al ruim een eeuw gaande, maar vermoedelijk is nog maar één procent van Petra blootgelegd.

Sinds 1985 staat Petra op de Werelderfgoedlijst van Unesco en in 2007 wordt Petra uitgeroepen tot één van de nieuwe Zeven Wereldwonderen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content