Mumbai

Chaotisch, kleurrijk, mythisch, hectisch, arm en trots, hoerig, gul en welvarend, koloniaal, westers en oud: Bombay is de fascinerendste grootstad van het Indische subcontinent. Een rondgang door ‘de mooie, wrede, onweerstaanbare metropool’.

Internationale verslagen stellen dat Bombay behoort tot de slechtste oorden om te leven. Niemand die door de straten loopt kan ernaast kijken: in de uitdijende stad woekeren armoe en misère.

Toch is Bombay, de hoofdstad van deelstaat Maharashtra en al enkele jaren officieel Mumbai, met veertien miljoen inwoners een fascinerende metropool, het economische hart en de rijkste stad van het land. India in het klein, met zijn verzuchtingen en rijkdommen.

Bombay is een overrompeling. Langs drie kanten omspoelt de Arabische zee Colaba, de wijk die met restaurants en hotels het toeristische kwartier, maar niet het volle Bombay oproept. Zuidelijker zijn de Sassoon Docks in een weeë visgeur gedrenkt. Ooit was Bombay niet meer dan een vissersgemeenschap op zeven eilanden.

In 1534 vestigen Portugezen zich in Bom Bahia, of De Goede Baai. Ze dragen de handelspost over aan de Engelsen, die een fort bouwen, vrijhandel toelaten en de haven uitbesteden aan de East India Company.

Duizenden mensen dempen moerassen, ze vullen de zee tussen de eilanden, bouwen een wereldstad op puin en afval. Bombay stond in de sterren geschreven. Handel, katoen, voorspoed, een magneet. Een mix van blanke minderheid, hindoes, moslims, parsen en jaïns, een ‘genencocktail. Jawel: een echte Bombaymix’, zoals Salman Rushdie schrijft in De laatste zucht van de Moor.

In een half millennium groeit Bombay uit tot urbs prima van India, een ‘mooie, wrede, onweerstaanbare metropool’. Bombay is ook de broedplaats van de onafhankelijkheid, met de oprichting van het Indian National Congress en de activiteiten van Mahatma Gandhi.

Acht godsdiensten

Met acht godsdiensten is Bombay een vreedzame melting pot, ondanks de rellen die in de jaren negentig honderden mensen het leven hebben gekost. Koeien en bloemenverkopers zwerven rond Mahalakshmi Mandir, de hindoetempel voor de godin van schoonheid en voorspoed. Lakshmi is de favoriete devi van Bombay.

De Banganga Tank is een bron die naar het epos Ramayana is ontsproten aan een pijl uit de boog van Rama. Om Shiva te eren, maakte de prins uit zand ook een lingam, de penis die in het schrijn van Walukeshwar vele pelgrims lokt. Dit is een van de belangrijkste bedevaartsoorden van Bombay, maar de sfeer is dorps.

De malende menigte

Victoriaanse architectuur is een waarmerk van de stad: universiteit, bibliotheek, klokkentoren, de kathedraal. Of de art-decogevels van de cinema’s Eros en Metro, voor een van de films uit het lokale Bollywood, met alle klassieke ingrediënten. Maar altijd weer is het de mensenzee die je verbaast.

Een wriemelende massa, verkeer, geuren en miljoenen beelden, de stad barst, scheurt en gromt in een eindeloze mensenstroom. Straatventers, briefschrijvers en bedelaars, kinderen met gebroken benen, koeien en een moedertje dat gras verkoopt om de koeien te voederen, zwartgele taxi’s met lachende chauffeurs, fietsen, bussen en vrachtwagens. Eetstalletjes op iedere hoek, met fruitsappen, vlees, linzen en bhelpuris, de bevoorrechte snack van rijst, aardappelen, ajuin, kruiden en chutney met brood.

Crawford Market, krotten, de tempel van Mumbadevi, de godin naar wie de stad zou genoemd zijn. Lachende mensen, werkzoekende koelies, ellende op straat. De Bhuleshwar-wijk of de moskee van Jama Masjid, de poort naar de bazaars en het labyrint van de moslims. Krottenwijken waar de straten met hun winkels en ateliers georganiseerd zijn naar bedrijvigheid: ijzer, banden, leder, textiel, werelden van gerecycleerde voorwerpen.

Drie gezichten

Vanuit de Gateway of India, de triomfboog waar in 1948 de laatste Britse troepen het onafhankelijke India verlieten, is het een uurtje varen naar Elephanta Island, met een tempel die ter ere van Shiva in de rots is uitgehakt. Iedereen die naar Bombay komt bezoekt de Elephanta.

Een lange trap leidt naar de grot met zuilen en beelden. Olifanten bewaken de ingang. In het halfduister staat Maheshmurti Shiva met drie gezichten, de Trimurti als schepper, bewaarder en vernietiger, een god in drie manifestaties.

Rechts, met vrouwelijke trekken en lotusbloem, is hij de schepper, in het midden bewaart Shiva een vrucht en links houdt de vernietiger een cobra in de hand. Maar er zijn nog andere beelden: Gangadharshiva met in z’n haar de drie heilige rivieren Ganges, Yamuna en Saraswati. Het hele pantheon van goden, Brahma, Visjnoe, de regen Indra, Parvati, elk met een voertuig.

Daar staat Ardhanarishvara, als vrouw met één borst. Dat is half man half vrouw, een van de mooiste beelden van de harmonie tussen man en vrouw. In iedere figuur schuilen een vrouw en een man, de ene is onvolledig zonder de andere.

Deze tempel vertelt je iets over de sociale leefvormen. Die beelden zijn rolmodellen, als kinderen van de goden leren we door verhalen. Shiva’s ogen zijn gesloten: kijk in jezelf om een betere wereld te vinden. Of om overeind te blijven in de chaos van Bombay.

Bron: Weekend Knack

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content