Wat moet je zien in Peking?


Tian An’men (Plein van de Hemelse Vrede)
Beelden van dit plein gingen in 1989 de hele wereld over. Chinese studenten protesteerden hier een maand lang voor meer democratie. De demonstratie werd met harde hand onderdrukt. Hoeveel doden erbij vielen is tot op heden onbekend.

Het plein kreeg zijn huidige vorm in 1958, maar bestaat al veel langer. De Tian An’menpoort stamt uit 1651. In 1949 riep Mao op dit Plein van de Hemelse Vrede, met 440.000 km² het grootste plein ter wereld, de Volksrepubliek China uit. Tot op de dag van vandaag wordt hier iedere ochtend en avond op plechtige wijze de vlag gehesen en neergelaten.

Om het plein liggen een aantal belangrijke gebouwen: de Grote Hal van het Volk waar het Nationale Volkscongres (Chinese parlement) vergadert, het Mausoleum van Mao, het Monument voor de Helden van het Volk, het Nationaal Museum van China en via de Poort van de Hemelse Vrede kom je in de Keizerlijke Stad met daarin de Verboden Stad.

Keizerlijke en Verboden Stad
Dit 9.999 kamers tellende paleizencomplex vormde tussen 1422 en 1924 de residentie van de keizerlijke familie. Het werd gebouwd op het hoogste punt in de stad zodat de onderdanen omhoog moesten kijken naar de keizerlijke verblijfplaats. De keizer werd om diezelfde reden altijd rondgedragen op een stoel.

De Verboden Stad in het noordelijke deel van de Keizerlijke Stad was verboden terrein voor de gewone mensen. Hier woonde de keizer met zijn concubines en hofhouding.

De keizerlijke stad is een geometrisch doolhof van pleinen, paleizen, marmeren trappen bewaakt door bronzen leeuwen, tempels en paviljoenen. Eromheen staat een tien meter hoge muur met op de vier hoeken observatietorens en vier toegangspoorten.

Hier zie je de traditionele Chinese architectuur op zijn best. Geel was de kleur van de keizerlijke familie en dat komt overal terug in de gebouwen: geel vormt de dominante kleur in de decoraties, wandkleden en serviezen en de daken zijn geel.

Hutongs
De Hutongs zijn de oudste woonwijken in de stad. Je vindt hier een wirwar van woonerven en steegjes omzoomd door bouwvallige en bemoste huisjes met gemeenschappelijk sanitair. De laatste jaren werden de kleine grijze huisjes in sneltreinvaart gesloopt, maar de Chinese regering ontdekte dat de hutongs een grote aantrekkingskracht hadden op toeristen.

Daarom besloten ze om er een paar te laten staan en op te knappen, speciaal ter vermaak van de toeristen. De oorspronkelijke charme gaat zo een beetje verloren, maar het is nog altijd leuk om hier rond te wandelen of fietsen.

Tempel van de Hemel
Deze tempel in het zuiden van de stad was de belangrijkste tempel voor de keizerlijke familie. De keizer verliet de Keizerlijke Stad enkel om twee maal per jaar deze tempel te bezoeken: één maal om te bidden voor een goede oogst en één maal om de Goden te danken.

De blauwe daken en alomtegenwoordige wolkenmotieven moesten de keizer de illusie geven dat hij zich op een bergtop dichtbij de hemel bevond. In de architectuur zijn allerlei kosmologische en numerieke regels verwerkt.

Het is leuk om deze tempel vroeg in de ochtend te bezoeken wanneer in het park rond de tempel Chinezen hun ochtendgymnastiek komen doen.

Lama Tempel
Deze kleurrijke Tibetaanse tempel werd in 1694 gebouwd als paleis, maar werd in 1744 omgebouwd tot tempel. Kaalgeschoren jonge monniken in bruine gewaden slaan hier op een gong of brengen offers aan boeddhabeelden. Het indrukwekkendst is dat van de Maitreya Buddha, een beeld van 26 meter gemaakt van één enkel stuk sandelhout.

In een klein museumpje wordt de Chinese versie van de bezetting van Tibet uit de doeken gedaan.

Confucius Tempel
Vlakbij de Lama Tempel ligt deze tempel ter ere van de grote Chinese geleerde Confucius (551-479 v. Chr.). De tempel werd oorspronkelijk in 1302 gebouwd, maar in de loop van de jaren diverse keren heropgebouwd.

Tegenwoordig is het Capital Museum over de geschiedenis en cultuur van Peking in de tempel gevestigd. Met de schitterende architectuur, unieke exposities en bijzondere technologische snufjes behoort dit museum tot de topmusea ter wereld. Sinds maart 2008 is het gratis te bezoeken.

Ondergrondse Stad (Dixiacheng)
In 1969 was China in een grensconflict gewikkeld met Rusland over Zhenbaodao, een eiland in het noordoosten van China. De spanning liep zo hoog op dat de Chinezen uit angst voor een Russische aanval een enorme stad onder de grond aanlegden.

Deze grootste ondergrondse stad ter wereld is dertig kilometer lang en moest onderdak kunnen bieden aan één miljoen mensen – 40 procent van de toenmalige bevolking van Peking. De overige inwoners zouden in geval van een aanval hun toevlucht moeten zoeken in de bossen en heuvels rondom de stad.

De ondergrondse stad met slaapzalen, keukens, een ziekenhuis, theater, bioscoop… verbindt alle belangrijke punten in Peking met elkaar. Voor de aanleg werden heel wat oude torens en poorten afgebroken.

Toen een gewapend conflict met Rusland uitbleef vergat men het bestaan van de stad. Pas in 2000 ging Dixiacheng weer open. Het is wel zoeken naar de verschillend ingangen die nogal goed verstopt in of tussen de winkels liggen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content