Nederlandse Antillen

Geen hagelwitte stranden noch wuivende palmen op de Nederlandse Antillen. Het ware paradijs schuilt er onder water: kilometers koraalrif waartussen zich een hele encyclopedie vissen beweegt.

Bonaire en Curaçao zijn de bekendste eilanden van de Nederlandse Antillen en liggen samen met Aruba op een kluitje voor de Venezolaanse kust. Men noemt ze ook wel de Benedenwindse Eilanden omwille van hun ligging ten zuiden van de noordoostpassaat.

Ten noorden van die passaat liggen de Bovenwindse Eilanden waaronder de overige Nederlandse Antillen: Saba, Sint Maarten en Sint Eustatius.

CURAÇAO

Curaçao is een dor, vulkanisch eiland met een fascinerende onderwaterwereld. Dat Curaçao al driehonderd jaar onder Nederlands bewind staat, is meteen duidelijk. De hoofdstad Willemstad lijkt met zijn Nederlandse koloniale stads- en landhuizen uit de zeven- en achttiende eeuw wel een tropische versie van Volendam.

Een oude pontonbrug verbindt het hartje van Willemstad met de oostelijke wijk Otrobanda. Verschillende keren per dag draait de brug open wanneer een vracht- of cruiseschip dwars door de stad vaart.

Vooral Amerikanen brengen graag een bezoekje aan Willemstad. De talrijke souvenirshops met windmolentjes, klompjes en Delfts blauw spelen hier handig op in. Veel pittoresker is de drijvende markt langs de kades waar de lokale bevolking haar voedingswaren koopt.

De zee rondom het eiland is beschermd gebied. De koraalriffen zijn daardoor vrijwel onaangetast en de vispopulatie is onvoorstelbaar gevarieerd. Het tropische klimaat is heel aantrekkelijk en er is op het eiland veel natuurschoon te ontdekken zoals de duizenden karakteristieke flamingo’s.

Het binnenland van Curaçao kan je verkennen tijdens een island safari. Langs de ruige noordkust heeft de onstuimige zee kliffen geslagen die aan de voet zijn uitgehold tot grotten zoals de spectaculaire Boka Tabla.

BONAIRE

Bonaire is het meest oostelijke van de ABC-eilanden, en even dor als Aruba en Curaçao. Het landschap spreekt enkel woestijnliefhebbers aan. De echte schoonheid van Bonaire schuilt onder water. Het hele eiland is omringd door helder, kalm water en kilometers koraalriffen vlakbij de kust. Het grootste deel van die kustwateren is inmiddels beschermd als marinepark.

Ondanks deze uitzonderlijke attractie is Bonaire nog altijd een oase van rust. Het toerisme is er maar langzaam op gang gekomen. De hotelgebouwen liggen over het eiland verspreid en de hoogte ervan is beperkt tot twee verdiepingen.

Op het zuidelijke puntje van het eiland, vlakbij witglinsterende zoutpannen, herinneren kleine stenen huisjes aan de tijd dat Afrikaanse slaven voor de Nederlanders in de zoutmijnen werkten.

Net achter het zoutwinningsgebied ligt de ondiepe lagune Lac Bay. Een tiental kleurrijke windsurfzeilen scheren over het turkooizen water. Niet alleen op het water is het zalig vertoeven, vooral onder water is het paradijselijk. Overal rond het eiland kan je urenlang snorkelen.

Langs de westelijke kust liggen gemoedelijke dorpjes als Hato en Karpata en bij het Gotomeer komen jaarlijks zo’n tienduizend flamingo’s broeden. Hogerop ligt het Washingtonpark, een natuurreservaat met achter elke heuvel van het park een ander soort landschap.

SINT-MAARTEN

Negentig vierkante kilometer. Sint-Maarten/Saint-Martin is piepklein. Vanuit het vliegtuig gezien een dopje groen verloren in azuurblauwe zeeën: een zalig cliché. Een Caribisch eiland opgesplitst in een Frans en een Nederlands deel. Dat alleen al bezorgt Belgische reizigers een bijzonder déjà-vu gevoel: een Nederlands-Franse taalgrens op 10 uur vliegen van huis, in een exotische omgeving.

Op Sint-Maarten draait alles rond toerisme. De cocktail van zon, zee, taxfreeshops en casino’s zijn voldoende om te zorgen voor een toeristische explosie. De hoofdstad Philisburg en omgeving zijn helemaal veramerikaniseerd. Op weg naar het centrum passeer je fastfoodketens, casino’s, hotelmastodonten. Het hartje van de stad is niet meer dan twee winkelstraten met de duurdere boetieks in Front Street, de goedkopere in de groezelige Back Street.

Saint-Martin is charmanter dan het Nederlandse deel. Met Marigot, de gezellige hoofdstad, met enkele drukke, geanimeerde stranden voor wie dat wil, maar ook nog voldoende, bijna verlaten paradijselijke hoekjes als Plum Bay en Long Bay.

Vanuit Saint-Martin zijn er bootverbindingen met naburige eilanden als Saba, een minuscuul maar prachtig eilandje met een tropische flora en fauna.

Bron: Weekend Knack

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content