Zambia

Te veel nijlpaarden, veel roofkatten en de bakermat van wandelsafari’s: in de Zambiaanse bush beleef je Afrika ongerept, in tentenkampen in onvervalste ‘Out of Africa’-stijl.

Zambia, dat zichzelf het best bewaarde geheim van Afrika noemt, blaakt van zelfvertrouwen. Enkele jaren geleden beperkte het toerisme in Zambia zich nog tot een daguitstap uit buurland Zimbabwe, om de beroemde Victoriawatervallen, op de grens tussen de twee landen, eens van de andere kant te bewonderen.

Naarmate de problemen in Zimbabwe toenamen, openden almaar meer hotels hun deuren op de Zambiaanse oever van de Zambezi. Zambia trok veel investeerders, en niet alleen in het toerisme. Veel boeren, die onteigend en verdreven werden uit Zimbabwe, vestigden zich in Zambia.

Maar de Victoriawatervallen vormen nog altijd de grootste toeristische trekpleister. De rustig voortkabbelende Zambezi, bevolkt door duizenden krokodillen en hippopotamussen, ontbindt zijn duivels in een kloof van 1800 meter breed, en stort met kolossaal geweld langs de zwarte basalten rotswanden 100 meter naar beneden.

Het debiet kan sterk verschillen, volgens de seizoenen, van 20.000 tot 700.000 kubieke meter per minuut. Het lawaai van de neerstortende stroom is oorverdovend, het water spat honderden meters op en valt als een malse regenbui weer neer, de dampende kolken zijn doorkringeld met regenbogen.

De rivier zoekt nieuwe wegen

Na de watervallen ontwikkelt het South Luanga National Park zich tot dé troef van het toerisme in Zambia: wild, nog ongerept, met veel dieren en weinig toeristen. Het reservaat ligt langs de meanderende oevers van de Luanga. Die rivier ontspringt in het Tanzaniaanse hoogland en vloeit duizend kilometer zuidelijker in de Zambezi op het drielandenpunt van Zambia, Zimbabwe en Mozambique.

Elk regenseizoen verandert de loop van de rivier, als het snelstromende regenwater kortere bochten en nieuwe geulen zoekt. In de droge tijd ontstaan zo telkens nieuwe lagunes, schuil- en drinkplaatsen voor vogels, nijlpaarden en krokodillen. Het park telt de hoogste concentratie luipaarden in Afrika en pioniert met wandelsafari’s, twee sterke wildlife troeven.

Rond Mfuwe Lodge, een van de twee permanente lodges in het Nationaal Park, leeft een onwaarschijnlijke diversiteit wild. Je ziet er olifanten, waterbokken, zebra’s, giraffen, impala’s, puku’s, wrattenzwijnen, buffels, nijlpaarden, zebramangoesten, nijlvaranen, krokodillen, ijsvogels en met een beetje geluk luipaarden.

Nationaal park Kafue

Het echte diepe land moet je zoeken in het nationale park van Kafue, een van de meest afgelegen parken van de Afrikaanse wildernis. Zeer afgelegen, moeilijk toegankelijk, een wilde natuur van 22.000 vierkante kilometer, je zult tijdens je tochten niemand tegenkomen. Met het comfort van de lodge en een rijke fauna is dit een uniek park in Afrika.

Miombo-bos, een dozijn soorten antilopen, roofkatten en grote concentraties aan dieren, waarvan je sommige alleen nog vindt in Angola of Congo. Dit is het meest algemene bos in Zambia, gekenmerkt door verspreid staande groepen bomen en struiken met daartussen graslanden en vloedvlakten. Belangrijkste boomsoort is de brachystegia. Die is vuurbestendig en van grote waarde in Afrikaanse samenlevingen.

Leeuwen worden in dit grote park niet bedreigd. Toch neemt in heel Afrika de menselijke druk toe en sombere theorieën voorspellen dat in minder dan een halve eeuw de grote katten uit de vrije natuur verdwenen zullen zijn.

Bron: Weekend Knack

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content