Wat moet je zien?


Kilimanjaro
Voordat de Kilimanjaro in 1848 werd ontdekt door de missionaris Johannes Rebmann, vertelden Arabische en oude Swahili legenden over een grote berg, waarin een verschrikkelijke God leefde.

Hij bestrafte mensen die te dicht bij de top kwamen door hun handen en voeten te verlammen. Het was de manier waarop de toenmalige bewoners een voor hen vreemd verschijnsel beschreven, namelijk het bevriezen van ledematen door de extreme koude.

Vanuit het Amboseli park heb je een perfect uitzicht op deze enorme berg van 5.985 meter hoog. Alhoewel de berg in Tanzania ligt, worden de bekende foto’s van olifanten met op de achtergrond de met sneeuw bedekte Kilimanjaro altijd vanuit Kenia genomen.

Wanneer je het verloop van de grens bekijkt, zie je dat de kaarsrechte lijn precies bij de Kilimanjaro een buiging maakt.

Toen Oost-Afrika verdeeld werd tussen Engeland en Duitsland kreeg Engeland twee bergen en Duitsland geen. Daarop deed koningin Victoria de Kilimanjaro cadeau aan keizer Willem II van Duitsland en sindsdien ligt de berg in Tanzania.

De berg bestaat uit drie uitgedoofde vulkanen: de Kibo, Mawenzi en Shira en heeft veel invloed op het klimaat, de vegetatie en het wild in zijn omgeving. Overdag is de Kilimanjaro vaak verstopt in de wolken. De beste momenten om hem te bekijken zijn vroeg in de ochtend en tegen de avond.

Mount Meru
Met zijn 4.566 meter hoogte, is deze vulkaan veel kleiner dan de Kilimanjaro, maar eigenlijk niet minder indrukwekkend. De wanden zijn zeer steil en de berg is gedeeltelijk beschadigd, omdat een grote vulkaanuitbarsting in het verleden een stuk weggeslagen heeft.

De top is kaal en rotsachtig, maar de hellingen zijn bijzonder vruchtbaar en bedekt met bossen en stroompjes. De berg ligt in het Arusha National Park in Tanzania, maar is goed zichtbaar vanuit Amboseli.

Obervation Hill
Observation Hill ligt in het zuiden van het park en biedt een prachtig uitzicht op de omgeving en op de Kilimanjaro. Je moet er wel naar toe lopen en de vele toeristen die er rondlopen kunnen soms wel vervelend zijn, maar niettemin is de klim zeker de moeite waard.

Vlakbij ligt het grootste moeras van het park – de Enkong Narok – waar altijd olifanten, buffels en neushoorns rondlopen.

Lake Amboseli
Dit meer, door de lokale bevolking ’the ghostly lake’ genoemd, staat het grootste deel van het jaar droog. Het is dan een grote, kale vlakte waar geregeld wervelwinden voorkomen. Vermoeide en terneergeslagen kuddes gnoes en zebra’s doorkruisen het broeiende gebied. Lake Ambroseli maakt daardoor een zeer desolate indruk.

Tijdens het regenseizoen loopt het meer vol water en komt het hele gebied tot leven. Toch zorgt deze overvloed aan water niet voor een gevarieerde vegetatie. Dat komt doordat het hoge zoutgehalte in de meerbedding een uitbundige plantengroei verhindert.

Daarom staan er ook maar weinig bomen in het park. Je ziet slechts een enkele acacia of palmboom. Wel zorgt het water voor zoutrijke weilanden en dat trekt veel wild uit de omgeving aan.

Masai cultuur
De Masai leven in volledige harmonie met hun omgeving en het wild dat er leeft. Overal verspreid door het park vind je verlaten Masai dorpen. De dorpjes zijn een verzameling hutten van hout en koeienmest. Ze worden in de haast gebouwd en weer even snel verlaten, wanneer de kuddes alles leeg gegraasd hebben.

De Masai zien er indrukwekkend uit met hun lange, tengere lichamen, hun trotse gezichten en kleurige kleding en haren. Masai in het droge landschap leveren zeer mooie foto’s op, maar vraag altijd eerst even of ze het goed vinden dat je hen fotografeert.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content