Luxor

Luxor, het oude Thebe, vormt een majestueus gezicht: elegante feloeken die het water doorklieven, het prachtige tempelcomplex vlakbij de oever en de roze voorgevel van het eerbiedwaardige Winter Palace.

Luxor blijft één van de grootste opgravingssites in Egypte. Aan de oevers van de Nijl staan indrukwekkende tempels (Luxor, Karnak, Ramesseum, Medinet Habu, Deir El-Bahari) en in de bergen van de woestijn vindt men de necropolissen van de valleien van de koningen en koninginnen van het Middenrijk en het Nieuwe Rijk.

Wetenschappers uit heel de wereld komen hier graven. Tweeduizend jaar bouwwerken op 130 hectare, uitgestrekte ruïnes bezaaid met palmbomen en omringd door een wal van baksteen: de omvang van de restauratiewerkzaamheden is de farao’s waardig.

Honderd jaar geleden was Luxor niet meer dan een dorp met twee hotels. Eén daarvan was het Winter Palace waar koning Faroek, de laatste koning van Egypte, zijn eigen appartementen had. Ook Agatha Christie kwam er graag, evenals gekroonde hoofden van Europese en Aziatische koningshuizen.

Het Winter Palace staat nog steeds in volle glorie te pronken op de oostelijke oever van de Nijl, met een grandioos uitzicht over de westelijke. Zo was het en zo is het nog steeds: de oostelijke oever behoort aan de levenden, de westelijke – waar de zon ondergaat – aan de doden.

Vanaf het terras van het Winter Palace ontwaar je aan de overkant in de verte, aan de voet van dorre bergen, de dodentempel van Hatsjepsoet en daarachter liggen de Valleien de Koningen, Koninginnen, Nobelen en Artiesten. In 1922 werd in de Vallei der Koningen het graf van Toetanchamon, het enige dat ongeschonden zijn onschatbare rijkdommen had behouden, ontdekt

In de andere graftombes zie je prachtige fresco’s waarop slag wordt geleverd in een warboel van vechtende mannen en steigerende paarden. Figuren zonder hoofd marcheren langs de muren, hele scènes staan ondersteboven, en slangen met vleugels en mensenbenen beelden een avant la lettre Jeroen Bosch-visioen uit. De muurschilderingen hebben frisse, heldere kleuren alsof ze gisteren zijn geverfd en niet 3500 jaar geleden. En veel goud, overal goud.

Hoewel de oostelijke oever van de Nijl aan de levenden behoort, is het één groot openluchtmuseum. Honderd jaar geleden woonden er nog talloze gezinnen tussen de zuilen in de tempel van Luxor. Nu niet meer, al staat er midden in die tempel nog een moskee, versierd met feestelijke lichtjes.

Die tempel is deels het werk van Ramses II, die van zijn vader een harem kreeg toen hij tien jaar oud was. Later had hij vijf ‘koninklijke echtgenotes’ en officieel 50 zonen en 53 dochters. Voor de ingang van de tempel plaatste hij zes grote standbeelden van zichzelf, en ín de tempel liet hij twee obelisken voor zichzelf oprichten.

Ook in de tempel van Karnak, de grootste van Egypte en amper vier kilometer verderop, liet deze Ramses zich niet onbetuigd. Hij voorzag de entree van de tempel van een lange colonnade van sfinxen met ramshoofden en tussen de poten een klein standbeeld van Ramses II, de schenker van de erehaag. De tempel zelf is een doolhof van tempels, hoven en schrijnen, gebouwd, herbouwd en bijgebouwd door diverse farao’s. Een paleis voor reuzen, met een woud van zuilen.

Kersvers is er de Rode Kapel van Hatsjepsoet, een bouwwerk dat tot puin werd geslagen na de dood van de vrouwelijke farao die mannenkleren droeg en een valse baard. Het ineenpuzzelen van de brokstukken en de heropbouw zijn begonnen in 1987, sinds half november 2001 is het werk klaar. Al die tijd werd eraan gewerkt door 24 – vooral Franse – egyptologen en 120 lokale arbeiders.

Bron: Weekend Knack

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content