Avonturier en bergbeklimmer Jelle Veyt: ‘Een mens moet ook de teleurstelling toelaten’

© FOTO KOEN DE GEZELLE

Jelle Veyt (34) is kinesist en woont in Gent. Hij beklimt sinds 2013 de hoogste bergtop van elk continent en reist er telkens op eigen kracht naartoe. Na de Elbroes, de Mount Everest, de Carstenszpiramide, 38.000 kilometer fietsen en 4000 kilometer roeien, was hij dit voorjaar op weg naar de Kilimanjaro, tot het coronavirus hem dwong om terug te keren.

Op de fiets heb je veel tijd om plannen te maken. Als student had ik niet veel geld om te reizen, dus reisde ik per fiets onder meer naar de Mont Blanc, de Pyreneeën en Tsjechië. In 2011 had ik ook kennisgemaakt met Willy Troch, een Belg die de hoogste toppen van de zeven continenten heeft beklommen. Nadien begon ik op mijn fiets van een nog grotere uitdaging te dromen.

Je kunt vandaag al je zin doen. Aan die woorden van mijn broer Peter heb ik veel gehad, want er waren ook mensen die vonden dat ik me op mijn werk en een vast inkomen moest focussen, en pas daarna mijn droom mocht waarmaken. Mijn familie, vriendin en beste vrienden stonden wel altijd achter me. Mijn challenge vraagt veel van hen, maar ik ben dankbaar dat ze me nooit op andere gedachten probeerden te brengen.

Ik wil landen niet alleen zien, maar ze ook voelen. Fietsen gaat traag, waardoor je veel meer oppikt en meer contact met de bevolking hebt. Ik zit niet dagenlang in grote steden, maar in Afrikaanse dorpen vraag ik toestemming aan het dorpshoofd om mijn tent op te zetten, en dan breng ik een hele avond door met die mensen. Op de fiets ben je ook niet zo snel weg wanneer het ergens niet zo leuk of veilig lijkt. En gelukkig maar: ik heb al meermaals vastgesteld dat mijn eerste, negatieve, indruk fout was.

Ik begrijp dat mensen zich soms voor me afsluiten: hoe minder ze aan mijn onderneming denken, hoe minder zorgen ze zich maken

De wereld zien betekent niet zoveel als je daardoor je eigen wereld verliest. Gelukkig kan ik via mijn laptop en de sms-functie op mijn gps-tracker contact houden met het thuisfront. Het maakt de tocht soms zwaarder voor mij, omdat ik dan nog meer besef hoezeer ik hen mis, maar zo weten ze dat ik oké ben en dat ik hun steun waardeer. Ik begrijp ook dat mensen zich soms afsluiten voor me: hoe minder ze aan mijn onderneming denken, hoe minder zorgen ze zich maken.

Elke tegenslag is een kans. Als ik een etappe niet moet onderbreken door de weersomstandigheden of visumproblemen, dan wel door ziekte. Toen ik langs de Indonesische archipel naar Papua roeide, werd ik eerst geveld door een tropisch virus en vervolgens door bedorven water. Tijd die ik dan gebruik om me fysiek en mentaal nog beter voor te bereiden en nog meer materiaalkennis op te doen, al krabbel ik niet meteen recht: een mens moet ook de teleurstelling toelaten.

Avonturiers met weinig tijd leven niet lang. Een challenge als deze is een levenswerk en vergt geduld. Ik heb even diep gezeten toen ik in april vast kwam te zitten in Congo-Brazzaville, maar ik weet dat er belangrijkere dingen zijn. Ik kon terugkeren naar België, terwijl de mensen daar moeilijkere tijden te wachten staan. Thuis houd ik wel mijn conditie op peil. Wanneer de grenzen heropenen, heb ik nog 6000 kilometer te gaan in Afrika, en na de Kilimanjaro volgen nog drie toppen. Daarvoor moet ik 35.000 kilometer fietsen, 9500 kilometer roeien (onder meer over de Atlantische Oceaan, red.) en 1400 kilometer skiën op Antarctica.

Afzien is ook een training van de geest. Af en toe ben ik fysiek en mentaal helemaal op, maar de ervaring leert dat je daarvan herstelt. Daardoor ben ik mettertijd anders tegen fysieke ontbering gaan aankijken en kan ik daar nu zelfs van genieten. De top van een berg geeft me een doel, maar uiteindelijk gaat het om de tocht ernaartoe.

Mijn angst om niet voluit te leven is groter dan die voor de gevaren. Ik wil me later geen wat-als-vragen stellen. Bij mijn tweede poging om de Mount Everest te beklimmen in 2015 ontsnapte ik in het basiskamp ( op 5300 meter, red.) op het nippertje aan een lawine, maar ik doe niets onbezonnen: elk risico dat ik kan vermijden, sluit ik uit. Voor mij is het vreemd dat sommigen mij een waaghals noemen, maar dan wel te hard rijden of dronken achter het stuur kruipen.

Zolang je maar een passie of een droom hebt. Mensen zeggen weleens dat hun leven saai is in vergelijking met het mijne, maar ik heb evenveel respect voor postzegelverzamelaars of iemand die zijn gezinsdroom waarmaakt. Nog grotere uitdagingen hoeven niet voor mij straks, als ik maar dingen doe waar ik me goed bij voel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content