Lugubere archeologische vondst in Peru

Een masker uit klei uit de Chimu-cultuur, gevonden tijdens eerdere opgravingen in Peru. © REUTERS

Archeologen hebben de restanten gevonden van meer dan 140 kinderen en 200 lama’s, wier harten werden uitgesneden als offer aan de goden tijdens één grote rituele offerplechtigheid in het vijftiende eeuwse Peru. De vondst wordt vermeld in een donderdag gepubliceerde studie.

De lichamen van de kinderen, tussen vijf en 14 jaar oud, en van de lastdieren werden aangetroffen op de site van Huanchaquito-Las Llamas in het noordelijke district Huanchaco. Dat gebied maakte destijds deel uit van het rijk van de Chimu, een dominante cultuur langs de Peruaanse kust die beëindigd werd met de opkomst van de Inca’s.

De archeologen hielden vijf jaar lang, van 2011 tot 2016, opgravingen op de site en legden de stoffelijke resten bloot van honderden lichamen, verspreid over een oppervlakte van 700 vierkante meter. Volgens hen gaat het om de grootst bekende slachtpartij onder kinderen (en lama’s) in de Nieuwe Wereld.

Na grote ramp

Sporen van messteken op de beenderen en verplaatste ribben suggereren dat de borst van de kinderen en de dieren werd opengesneden, vermoedelijk tijdens het ritueel en opdat hun harten verwijderd konden worden.

Doordat de restanten bedolven lagen onder een dikke laag slijk wordt vermoed dat het ritueel voorafgegaan werd door een zware regenstorm of een overstroming. Die ramp moet hebben plaatsgevonden omtrent het jaar 1450, aldus de vorsers in de studie die is verschenen in het tijdschrift PLOS ONE.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content