De Antwerpse stedelijke musea kenden mede dankzij het wisselvallige weer een erg goede zomer met in totaal ruim 268.000 bezoekers. Dat zijn er 20.000 meer dan in dezelfde periode vorig jaar, zo heeft cultuurschepen Philip Heylen bekendgemaakt.
De Antwerpse stedelijke musea kenden mede dankzij het wisselvallige weer een erg goede zomer met in totaal ruim 268.000 bezoekers. Dat zijn er 20.000 meer dan in dezelfde periode vorig jaar, zo heeft cultuurschepen Philip Heylen (CD&V) bekendgemaakt.
Het pas in september 2013 geopende Red Star Line Museum zit daar met 24.000 bezoekers voor veel tussen, maar de overige musea lokten daardoor niet echt minder publiek.
Het Museum aan de Stroom (MAS) was ook deze zomer de koploper met 117.000 bezoekers die er onder meer de tijdelijke expo’s “Small Wars” en “Exodus” konden ontdekken. Ook het park van het Middelheimmuseum deed het ondanks het weer goed met 66.000 bezoekers (3.000 meer dan in
juli en augustus 2013). Vooral het succesverhaal van het Red Star Line Museum op het Eilandje wist de cijfers van de stedelijke musea echter op te smukken. Het voorbije jaar kwamen al bijna 200.000 mensen langs, oftewel dubbel zoveel als verwacht. Meer dan 19.000 onder hen waren buitenlanders, vooral Nederlanders maar ook heel wat Amerikanen en Canadezen.
Het museum brengt dan ook het verhaal van de vele tussen 1873 en 1934 naar Noord-Amerika geëmigreerde Europeanen die in Antwerpen een schip van rederij Red Star Line opstapten. “Die Amerikaanse markt heeft nog een enorm potentieel voor ons”, stelt schepen Heylen. “De komende jaren gaan we daar dan ook blijven promotie voeren. We plannen ook een reizende tentoonstelling in de VS en op Ellis Island in New York, waar de migranten arriveerden.” (Belga)
