Afghaanse archeologische sites bedreigd door Chinees mijnbouwproject
Eeuwenoude ruïnes met waardevolle kunsthistorische objecten in de Afghaanse bergregio Mes Aynak worden bedreigd door een Chinees mijnbouwproject.
De heuvels van Mes Aynak, ongeveer een uur rijden van de hoofdstad Kaboel, liggen bezaaid met ruïnes van eeuwenoude Boeddhistische kloosters. Op een oppervlakte van 4 vierkante kilometer liggen onder meer dorpjes van 2000 jaar oud, maar archeologen vermoeden dat de site al sinds 5000 jaar bewoond is. Sommigen spreken van het “Pompei van Afghanistan”.
Koper
Overal liggen ook opvallend groengekleurde rotsen en stenen: het is immers een van de meest koperrijke plekken ter wereld. Dat is de reden waarom archeologen een race tegen de tijd voeren in Mes Aynak. De Afghaanse overheid heeft de rechten op de site voor drie miljard dollar verkocht aan een Chinese firma – het grootste commerciële contract in Afghanistan.
“Het bedrijf zal de heuvels opblazen om bij het koper te komen”, zegt archeoloog Mohammed Rabi Sabiri. Hij helpt om te bewaren wat er gevonden wordt. “Het is duidelijk dat we onder druk moeten werken. Het werk dat je hier ziet, zou tien jaar moeten krijgen, maar wij hebben het in vier jaar gedaan. Maar we blijven voortdoen.”
Boeddhistische beelden van alle afmetingen zijn al gevonden, soms met verbazingwekkende details. Een selectie van de beelden wordt getoond in het Nationale Museum in Kaboel. Ze zijn gemaakt van hout, klei, koper en goud. Op de site zelf wachten nog eens tientallen beelden op transport.
Zijderoute
Archeoloog Philippe Marquis van de Franse organisatie DAFA graaft hier al sinds de site heropend werd in 2009. Hij zegt dat Mes Aynak cruciaal is om te begrijpen wat er in de regio gebeurde van de eerste tot de zevende eeuw. “We weten dat er een belangrijk commercieel netwerk was in deze regio – wat we de Zijderoute noemen”, zegt hij. “We vermoeden dat die Zijderoute ook een Boeddhistische route was, en mogelijk ook een Koperroute”.
Dat maakt de site uniek, zegt hij. “Bijzonder interessant is de connectie tussen de Boeddhistische kloosters en de kopermijnen. Daar is tot nog toe niet veel over bekend. Ik denk dat alles wat we uit deze site halen nieuwe informatie verschaft over een periode, een filosofische stroming – het Boeddhisme – en heel waardevol is voor de geschiedenis van dit land.”
Spoorweg
Mogelijk krijgen de archeologen iets meer tijd dan ze gedacht hadden. Er zijn al nieuwe gebouwen opgetrokken door het bedrijf, maar die staan voorlopig leeg. Er is geen elektriciteit of water, en er moeten nog wegen en een spoorweg aangelegd worden om het koper af te voeren. Daar is voorlopig nog maar weinig van te merken.
Intussen heeft de Unesco besloten om steun te verlenen aan het archeologische project. “We willen zoveel mogelijk bewaren en beschermen op de site”, zegt Irina Bokova van Unesco. “Tegelijk begrijpen we dat economische ontwikkeling een probleem is voor het land. Het goede nieuws is dat we nog wat tijd hebben, ik vermoed zo’n drie jaar, om hier te werken.” (IPS/MS)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier