Verdrag dat veiligheid Bengalese kledingarbeiders moet verbeteren op de valreep verlengd

Textielarbeiders in Bangladesh © Getty

Het Bangladesh Akkoord, dat de veiligheid in de kledingfabrieken in het land wil garanderen, is op het laatste nippertje opnieuw verlengd, deze keer voor een periode van twee jaar. Het akkoord kwam tot stand na de instorting van Rana Plaza, waarbij 1138 kledingarbeiders het leven lieten.

Honderden Europese kledingmerken en sloegen na Rana Plaza in 2013 de handen in elkaar met lokale en internationale vakbonden. In de hoop dat er nooit nog zo’n industrieramp zou plaatsvinden, richtten ze het Bangladesh Akkoord voor Brand- en Gebouwveiligheid op.

Het gaat om een juridisch bindende overeenkomst die onder meer structurele reparaties aan de gebouwen, onafhankelijke inspecties, brandoefeningen voor de arbeiders, voldoende blusapparaten en veilige vluchtroutes garandeert. Voor de kosten moeten de aangesloten merken zelf opdraaien.

Uit een rapport van arbeidsrechtenorganisaties Schone Kleren Campagne, Worker Rights Consortium, International Labor Rights Forum en Maquila Solidarity Network blijkt dat eerder dit jaar 90 procent van alle vastgestelde veiligheidsproblemen in kledingfabrieken waarin de aangesloten merken produceren geremedieerd zijn.

Merkenmonitor

Op 31 augustus zou het Akkoord aflopen en zou het Ready Made Garment Sustainability Council (RSC), een inspectiedienst aangestuurd door de overheid van Bangladesh, de veiligheid garanderen. De betrokken arbeidsrechtenorganisaties geloven niet dat het mechanisme, dat geen afdwingbaar of juridisch bindend kader heeft, klaar was om die verantwoordelijkheid op zich te nemen. Zij voerden campagne onder de noemer #ProtectProgress en hielden via een tracker bij welke merken gewonnen waren om het Akkoord alsnog te verlengen – en welke niet.

Op 24 augustus bereikten onder andere H&M en Inditex (het moederbedrijf van Zara), die volgens de merkenmonitor van de Schone Kleren Campagne lange tijd een verlenging van het Akkoord tegenhielden, een nieuwe regeling. De uitkomst is dat het Bangladesh Akkoord van kracht blijft tot oktober 2023.

Schone Kleren Campagne en achACT, vertegenwoordigers van het internationale netwerk Clean Clothes Campaign in België, zijn verheugd over dit nieuwe akkoord. ‘Wij zijn verheugd over het resultaat van de onderhandelingen en zullen er alles aan doen om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk kledingmerken en -ketens die produceren in Bangladesh het nieuwe akkoord ondertekenen. We zullen ons ook richten tot de Belgische bedrijven,’ klinkt het bij Sanna Abdessalem, coördinator van achACT.

Vakbonden in Pakistan vragende partij

Voor Uniqlo, een van de merken die al langer gewonnen was voor een nieuw Akkoord, is het vooral belangrijk dat de regeling ‘onafhankelijk gecontroleerd wordt’ en dat die ‘mogelijk kan herhaald worden in andere landen’.

Lokale vakbonden in buurlanden als Pakistan benadrukken in persconferenties in aanloop van de deadline van het Akkoord dat ook hun fabrieken nood hebben aan een juridisch afdwingbare veiligheidsregeling. Ook in Pakistan zijn er immers rampen gebeurd in kledingfabrieken, waarvan de brand in Ali Enterprises in Karachi de bekendste is. Daarbij kwamen in september 2012, zo’n half jaar voor Rana Plaza dus, in totaal 250 mensen om het leven.

Sara Ceustermans, coördinator van de Schone Kleren Campagne, hoopt ook op een uitbreiding naar andere landen waar het leven van kledingwerkers nog dagelijks op het spel staat: ‘De recente incidenten in kledingfabrieken in Marokko en Egypte tonen aan dat ook in andere productielanden snel moet worden opgetreden. Vakbonden en ngo’s in Pakistan vragen al jaren maatregelen voor veiligere fabrieken. De veiligheid van de werknemers blijft een groot probleem in de mondiale kledingindustrie.’

In juli heeft de internationaal bekroonde mensenrechtenactivist Kalpona Akter, het hoofd van het Bangladesh Centre for Workers Solidarity, nog een brief geschreven gericht aan Didier Reynders en Thierry Breton, de Europees Commissarissen voor Justitie en Interne Markt. Daarin benadrukte ze het belang van het Bangladesh Akkoord en riep ze de Europese Commissie op om ‘de slachtoffers van Rana Plaza niet te vergeten’.

Wat is het Bangladesh-akkoord precies?

Het Bangladesh-akkoord werd opgericht in 2013, na de ramp van Rana Plaza en werd in 2018 verlengd tot eind mei 2021. Intussen raakte bekend dat het Akkoord opnieuw met twee jaar verlengd wordt, omdat de Ready Made Garment Sustainability Council (RSC), de inspectiedienst van de Bengaalse overheid, ‘nog niet klaar is’ om de veiligheid in kledingfabrieken te garanderen. Het bestaat uit een reeks juridisch afdwingbare afspraken tussen een tweehonderdtal, voornamelijk Europese, kledingmerken en -retailers. Onder andere Inditex (de koepel boven onder meer Zara, Pull&Bear, Berschka en Massimo Dutti), de H&M Group, C&A en Adidas tekenden samen met internationale en nationale vakbondsfederaties.

Alle fabrieken die produceren voor deze merken doen dit onder de voorwaarden van hetAccord on Fire and Building Safety Bangladesh, zoals het Bangladesh-akkoord voluit heet. Hierin staan afspraken over het verbeteren van de veiligheid door middel van onafhankelijke inspecties, het trainen van fabrieksmedewerkers en een onafhankelijk bureau om klachten te melden. Arbeiders konden dankzij het akkoord dus ook zelf aangeven of ze in onveilige omstandigheden moeten werken en dat hebben ze massaal gedaan. Daarnaast werd afgesproken dat producenten financiële steun van modemerken konden krijgen om benodigde veiligheidsmaatregelen uit te voeren.

De overeenkomst geldt voor meer dan duizendzeshonderd fabrieken die werk verschaffen aan ongeveer twee miljoen van de in totaal vier miljoen kledingarbeiders in Bangladesh. Het akkoord heeft in de jaren dat het actief was vele levens gered.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content