‘Raf Simons leerde me om radicaal te zijn’: Pierre Debusschere en Glenn Martens over hoe je ’t maakt in de modewereld

Pierre Debusschere en Glenn Martens zetelen in de jury van het festival van Hyères.

De een is modeontwerper, de ander beeldend kunstenaar. Glenn Martens en Pierre Debusschere kennen elkaar goed, bewonderen elkaar en beoordelen in oktober samen vers talent op het Festival van Hyères. Tijd voor een dubbelgesprek.

De ene zit in Milaan, de andere in Parijs. We brachten ze virtueel bij elkaar omdat ze voorzitter zijn van de jury van het 37ste Internationale Festival van Mode, Fotografie en Accessoires in Hyères, bij de incrowd kortweg bekend als Hyères, dat zal plaatsvinden van 13 tot 16 oktober. Glenn Martens is er voor mode, Pierre Debusschere voor fotografie. Tijdens het gesprek is hun goede band voelbaar, ook al zijn ze slechts via schermen verbonden.

“Hyères en wij, dat is een verhaal dat ver teruggaat”, zeggen ze in koor. Ze trokken ernaartoe als studenten, en beleefden mee de spanning en de emoties van de deelnemers. Later keerden ze terug, altijd op uitnodiging van de oprichter Jean-Pierre Blanc. ‘Hyères’ werd een familie. Voor deze editie staan ze voor het eerst aan ‘de andere kant’: ze moeten de winnaars aanwijzen uit een selectie van twee keer tien kandidaten die uit de hele wereld komen. Om hen bij deze taak te helpen, verzamelden ze een jury van professionals, die ook deel uitmaken van de inner circle – vriendschap is zo belangrijk voor hen.

Jong talent

Wat verwachten jullie van jonge ontwerpers in het algemeen en van de Hyères-finalisten in het bijzonder?

Glenn Martens: “Ik wil verrast worden! En ik zoek integriteit in het werk. Toen ik de tien finalisten selecteerde, zorgde ik er natuurlijk voor dat er diversiteit was, dat alles en iedereen in de modewereld vertegenwoordigd was. Voor de rest is deze jury een democratie, we zullen met elf beslissen, en op het einde wint de beste.”

We zien het heel snel wanneer er potentieel is.

Glenn Martens

Pierre Debusschere: “Voor mij is het belangrijkste dat jonge ontwerpers heel persoonlijk zijn in hun werk; ik hecht belang aan een eigen stem. Omdat Hyères ook een modefestival is, wilde ik aanvankelijk diegenen selecteren die aan modefotografie doen, maar dit soort dossiers ontvingen we niet. Dus heb ik gekeken naar hoe ze het lichaam in beeld gebracht hebben. Zoals Glenn zegt, worden we ondersteund door een jury waarin mensen zitten met andere opvattingen en meningen over het vak. Sommigen vinden een inzending leuk, anderen net niet, dat maakt de discussie interessant.”

Martens: “We zien het heel snel wanneer er potentieel is. Ik vind het belangrijk om het hele spectrum van mode aan bod te laten komen: zowel conceptuele projecten als meer esthetische, ‘crafty’ of couture, zowel ontwerpen voor mannen als voor vrouwen… Mode is een manier van je uitdrukken en daardoor heel divers. Bovendien zou het onzin zijn om kandidaten te kiezen die bij mijn stijl aansluiten. Ze zijn allemaal verschillend en hebben allemaal hun eigen plek.”

Zo groen mogelijk

Lukt het hen nog om op te vallen in deze wereld vol beelden?

Martens: “Het lijkt mij ingewikkelder dan toen wij van school kwamen. Tegenwoordig is het moeilijker om je identiteit en je stem te vinden. Maar het lukt ze meestal wel, en als ze het doen, doen ze het heel goed.”

Debusschere: “Ik ben niet pessimistisch, ook al maken de sociale netwerken het inderdaad ingewikkeld. Daarom hebben we bij de selectie van het Festival besloten om ons te focussen op het ‘echte’. Ik zie op mijn domein een terugkeer naar print, dat is superinteressant. Het is voor jonge fotografen een manier om terug te vechten en zich te onderscheiden van het digitale. Velen maken echte afdrukken, werken met analoge camera’s. Ze hebben respect voor het medium. Dat is mooi.”

In 2022 is het van cruciaal belang te proberen een betere wereld te bouwen door middel van creativiteit.

Glenn Martens

Martens: “Ook in de mode zie ik een terugkeer naar het ambacht, naar de hand, het trage proces. Elke kandidaat van de vijftig die de eerste selectie vormden, heeft een sociale, duurzame of ecologische betrokkenheid. In 2022 is het van cruciaal belang te proberen een betere wereld te bouwen door middel van creativiteit. Zij hebben die wil en dat is heel mooi om dat te zien. Toen ik bij Diesel begon, was het eerste wat ik deed een manifest over duurzaamheid schrijven: aan de basis moet alles ‘as green as possible’ zijn. Als je een omzet in denim hebt van anderhalf miljard euro, kun je niet meer werken zoals voorheen. Ik vind het geweldig dat jonge ontwerpers en studenten tegenwoordig doordrongen zijn van die gedachte.”

Radicaal Raf

Hebben jullie tijdens je persoonlijke reis een mentor gehad?

Martens: “Bruno Pieters is niet alleen een mentor, maar ook een vriend. Ik ontwierp de eerste twee collecties van zijn merk Honest by. Het was het eerste volledig gecertificeerde luxemerk, met een waarachtig transparant beleid. Voor elk kledingstuk maakten we een dossier, waarin tot in het kleinste detail werd uitgelegd hoe het tot stand was gekomen, tot en met de prijs van de kleinste knoop. Dat is nu twaalf jaar geleden en het was veel te vroeg. Het kon niemand iets schelen hoe we precies tot de prijs van een hemd waren gekomen. Het is wel dankzij deze ervaring dat ik sindsdien heb geprobeerd ervoor te zorgen dat de merken waarvoor ik werk ‘evergreen’ zijn. Bij Y/Project is alles GOTS-gecertificeerd (de Global Organic Textile Standard is de wereldwijde standaard voor textielverwerking van biologische vezels, red.).

Ik heb van Raf Simons geleerd om radicaal te zijn: als je een idee hebt, moet je er helemaal voor gaan.

Pierre Debusschere

Debusschere: “Ik heb niet echt een mentor. Omdat ik niet echt visuele referenties had en mijn inspiratie meer muzikaal is. Dit gezegd zijnde, zou ik Raf Simons kunnen noemen, die me de artistieke leiding over het visuele heeft aangeboden, wat best crazy was. Het was geweldig van hem om mij zoveel ruimte en vrijheid te geven. Aan zijn zijde heb ik geleerd om radicaal te zijn: als je een idee hebt, moet je er helemaal voor gaan. En geloven in jezelf.”

Er is kopiëren en kopiëren

In hoeverre kan er geput worden uit het werk van anderen, vinden jullie?

Martens: “Als er verwijzingen zijn, moet je ze opnieuw interpreteren, het mag nooit een doorslagje zijn.”

Debusschere: “Het is door te kijken en dingen te appreciëren dat je je eigen stem kunt vinden. In de scholen, waar zoveel beelden en referenties zijn, gaan jongeren soms kopiëren, dat kan bijna niet anders. In het beste geval leidt het tot een eigen taal en als het uiteindelijk persoonlijk wordt, is het goed. Trouwens, Glenn, jij wordt de hele tijd gekopieerd…”

Martens: “In het begin irriteerde het me wanneer ik werd gekopieerd, maar het bewijst ook dat we onze tijd markeren. Maar er is kopiëren en kopiëren! We hebben ontwerpers de identiteit van bijvoorbeeld Martin Margiela van a tot z zien kopiëren. Margiela is bijna een school geworden, en ik ben een van degenen die daaruit is voortgekomen, met name in de manier waarop kleding werd geconceptualiseerd. Kopieer ik daarom Margiela? Allerminst.”

We hebben allebei de drang om goed te kijken wat er op de straat gebeurt.

Glenn Martens

Debusschere: “Margiela is echt een leerschool. Bij Bottega Veneta, in het team onder Mathieu Blazy, hebben we ons allemaal deze manier van denken eigen gemaakt dankzij het werk van Margiela. Hij opende deuren. Dus ja, sommigen doen het letterlijker dan anderen. Bij Glenn zie ik eerlijkheid en integriteit. Er zit echt werk in een kledingstuk, het is meer dan een logo op een T-shirt plaatsen. Behalve zijn unieke stem heeft hij een connectie met cultuur en een echt gevoel voor straatmode… zijn mode leeft.”

Martens: “Dat hebben we allebei, die drang om goed te kijken wat er op straat gebeurt en het daarna conceptueel weer te geven.”

Ups en downs

Welk advies zouden jullie geven aan een jongere die begint?

Martens: “Je moet doorzetten. En uitgesproken zijn. Je moet werken, hard werken, contacten hebben, connecties en een beetje geluk, het is een samenspel van dat alles. Mijn grootouders waren militairen, dat heeft mij gevormd. Ik had de mode geïdealiseerd, maar tegelijkertijd heb ik het in mijn geest erg georganiseerd en heb ik doorgezet wat ik in gedachten had. Natuurlijk waren er ups en downs. Toen ik pas in Parijs was, woonde ik in een flatje van elf vierkante meter – mijn bed raakte de koelkast – en daar ben ik vier jaar gebleven. Het is een lange weg geweest om te komen waar ik nu sta, maar het was ook buitengewoon opwindend.

Toen ik pas in Parijs was, woonde ik in een flatje van elf vierkante meter – mijn bed raakte de koelkast – en daar ben ik vier jaar gebleven.

Glenn Martens

Pierre, jij had het geluk dat je meteen na de school in de schijnwerpers stond. En terecht, je bent geniaal en je werk is altijd subliem geweest. Maar als je een modeontwerper bent, moet je veel stappen doorlopen, het is een vak met veel facetten en veel dingen die je moet leren – stoffen, patronen, productie, marketing… Het pad is langzamer en zeker ingewikkelder. Je kunt alleen een goede ontwerper worden als je alle stadia kent.”

Debusschere: “Het is maf hoe wij in ons vak blijven bijleren, elke dag. We zetten stapjes vooruit, we ontmoeten mensen… En we doen dit werk niet alleen. Ik heb mijn team er altijd bij betrokken, dat is belangrijk.”

Martens: “Dat lijkt me normaal. Bij Diesel zijn ze op het hoofdkantoor met negenhonderd. Dat zijn veel mensen, maar het toont wel de realiteit: we werken nooit alleen, we werken samen.”

Wat is het beste advies dat je zelf ooit hebt gekregen?

Martens:Just go for it, luister naar wat mensen je vertellen en luister op andere momenten net níét, zoek die balans.”

Debusschere: “De raad die Raf Simons me gaf: trust your gut.”

ID Glenn Martens

– Martens (Brugge, 1983) volgde een opleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen, de klas van 2008, waarna hij ging werken bij Jean Paul Gaultier en Honest By.

– Hij lanceerde zijn eigen merk en ging vervolgens aan de slag bij Y/Project, waar hij sinds 2013 de artistieke leiding heeft.

– Sinds 2022 is hij artistiek directeur van het jeansmerk Diesel.

ID Pierre Debusschere

– Debusschere (Kortrijk, 1984) is fotograaf en visueel kunstenaar. Na zijn studie aan de Ecole de Recherche Graphique in Brussel sloeg hij een zijweg in en richtte 254Forest op, een creatieve studio die ook andere vakgebieden omarmt.

– Hij werkt onder meer samen met Beyonce, Alicia Keys, Vogue Italia, Dazed & Confused, AnOther Magazine, Dior, Chanel, Nike, Comme des Garçons en Raf Simons.

– Sinds dit jaar is hij ‘directeur beeld en muziek’ bij het Italiaanse merk Bottega Veneta. Daar is hij verantwoordelijk voor de geluids- en visuele omkadering.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content