Waarom herdenken we de ramp in Rana Plaza met mode aan dumpingprijzen?

Soms lijkt het wel alsof de mode-industrie bitter weinig geleerd heeft van de ramp in Rana Plaza vijf jaar geleden. De game changers die radicaal het roer omgooien zijn nog steeds in de minderheid. Wordt april de maand van eerlijke mode of zal overconsumptie opnieuw zegevieren?

Op vierentwintig april herdenken we de ramp van Rana Plaza, de instorting van de Bengaalse textielfabriek die het leven kostte aan 1.138 textielarbeiders en de onderbuik van de mode-industrie blootlegde. De organisatie Fashion Revolution organiseert een week vol on- en offline acties om de mode-industrie op de korrel te nemen en na te denken over hoe het beter kan. Het Fair Fashion Fest is in Belgiƫ de kers op de taart: een festival dat eerlijke mode viert met lezingen, een modeshow, workshops en een fair fashion markt.

Met de slogan ‘Wear The Change’ wil de organisatie tonen dat duurzame mode dragen een oproep tot positieve verandering is. De mode veranderen? Gewoon doen. Een oproep die helaas in veel gevallen nog in dovemansoren valt.

Sta me toe het schandalig te vinden om Rana Plaza te herdenken met mode aan dumpingprijzen

Op enkele ethische influencers na, blijven ook modebloggers vaak oorverdovend stil over de omstandigheden waarin de nieuwe collecties van hun favoriete trendy merken geproduceerd worden. Dat slaafs de mode-industrie promoten moderne slavernij in de hand werkt, lijken ze niet te beseffen. Vragen stellen werkt nochtans, zo stellen experts en de modebedrijven zelf.

‘Meer, nieuwer en goedkoper’ blijft voor een groot deel van de consumenten als muziek in de oren klinken. Gezwind lentekuis houden in de kleerkast en vervolgens de winkelstraten afschuimen voor frisse looks. Leerden we dan niets van de tragedie vijf jaar geleden?

Leerden we dan niets van de tragedie vijf jaar geleden?

Blijkbaar niet, want tien april start het nieuwe seizoen van ‘Shopping Queens’ en eind april opent een nieuwe vestiging van Primark in Antwerpen de deuren.

Meer!

In ‘Shopping Queens’ worden fashionista’s uitgedaagd om tegen een laag budget een geslaagde outfit te shoppen. De vrouwen strijden om het begeerde kroontje van Shopping Queen door zichzelf te restylen volgens thema. In een tijdspanne van drie uur en met een beperkt budget gaan ze op pad in de winkelstraten. De deelneemsters en presentator Jani Kazaltzis beoordelen vervolgens de outfits en kronen samen de ultieme winnares.

Leuke televisie? Misschien, maar vooral een achterhaald concept.

Leuke televisie? Misschien, maar sta me toe dit een achterhaald concept te vinden. Zo snel mogelijk met een beperkt budget een outfit bijeen shoppen en daar een prijs voor uitreiken staat haaks op duurzaam omspringen met de kledingindustrie. Dit soort programma’s zwengelen zonder verpinken de consumptiemaatschappij aan. Van kleins af hebben we aangeleerd dat nieuwe spullen kopen ons status verschaft. Wil je erbij horen? Dan dien je gehuld te zijn in de laatste trends. Het baart me zorgen dat tv-makers hier doodleuk aan bijdragen. Het alternatief is nochtans behoorlijk simpel. Vivienne Westwood vat het helder samen: Buy less. Choose well. Make it last.

Leefbaar loon

Een slogan waar de bestuurders van Primark misschien wat ongemakkelijk van worden. Om het de shoppingkoning(inn)en extra gemakkelijk te maken zwaait de Ierse modeketen eind april in Antwerpen de deuren open van een flagshipstore op de Meir.

De werkelijke prijs van spotgoedkope kleren wordt als rekening gepresenteerd aan de textielarbeiders.

Paul Luster, hoofd ethisch ondernemen bij het bedrijf, kondigde via mediakanalen op voorhand aan dat ook zij verantwoord produceren. Hij verklaart de lage prijzen als volgt: Primark koopt grote volumes in, produceert in dezelfde fabrieken als de andere merken, houdt regelmatig audits en bestelt in rustige periodes.

Wat hij er niet bij vertelt, is dat de fabrieksbazen bang zijn dat de productie van de grote modespelers naar andere landen zal verhuizen als ze hun prijzen optrekken. Marge voor loonsverhoging is er niet, want de concurrentie is moordend.

Marge voor loonsverhoging is er niet, want de concurrentie is moordend.

Bovendien is een minimumloon niet hetzelfde als een leefbaar loon. Om een gezond dieet, toegang tot educatie en medische zorg voor hun kinderen en een degelijke huisvesting te garanderen is het minimumloon van de textielarbeiders lang niet genoeg. De werkelijke prijs van die spotgoedkope kleren wordt dus als rekening gepresenteerd aan de textielarbeiders. ‘Maar de anderen doen het ook, dus met de vinger wijzen naar Ć©Ć©n merk is niet eerlijk’, klinkt het als excuus.

Goed, los het dan maar samen op. In april 2019 maken we de balans op.

Primark tekende alvast het vernieuwde Bangladesh Veiligheidsakkoord, dat vanaf mei 2018 van start gaat. Het originele Bangladesh Veiligheidsakkoord werd opgericht kort na de instorting van het Rana Plaza complex in 2013. Het Akkoord wil de veiligheid van Bengaalse kledingfabrieken verbeteren. Het is een overeenkomst tussen kledingmerken, retailers en ngo’s zoals de Clean Clothes Campaign, waarbij het identificeren en oplossen van veiligheidsproblemen centraal staat. Het is juridische bindend en werd door meer dan 200 kledingmerken en -retailers ondertekend. Er werden volgens de vakbondsfederatie IndustriALL sinds 2013 meer dan 1600 fabrieken geĆÆnspecteerd en follow-up inspecties uitgevoerd. Daarbij werden 130.000 veiligheidsovertredingen vastgesteld. 82% van de geconstateerde veiligheidsproblemen zijn intussen opgelost. Het nieuwe Akkoord loopt door tot mei 2021.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content