De 26-jarige Richard Quinn is de Winnaar van de H&M Design Award. Hij studeerde aan Central Saint Martins in Londen en valt op door zijn excentrieke prints en duurzame aanpak. Wij wisten de gepassioneerde ontwerper te strikken voor een interview.
Richard Quinn werd in Londen uitgeroepen tot winnaar van de H&M Design Award 2017. Hij gaat naar huis met 50.000 euro , een jaar mentorschap van H&M en het vooruitzicht van zijn eigen collectie bij de Zweedse modeketen. Vlak na de uitreiking konden we met hem samenzitten.
Proficiat met de Design Award. Wat ga je doen met het prijzengeld?
Richard Quinn: ‘Investeren in mijn eigen zaak, waar ruimte zal zijn voor verschillende dingen. Ik specialiseer me in women’s wear, maar ook in textiel. Er zal dus ook een textielstudio te vinden zijn, die open toegankelijk is, zodat jonge ontwerpers kunnen binnenwandelen wanneer ze willen en de stoffen aan betaalbare prijzen kunnen kopen. Alles zal er op een ethische manier gedaan worden. Het vakmanschap vindt plaats in Londen en alles wordt ook op een ecologische manier vervaardigd, zodat we het milieu niet schaden.’
Waarom werk je op een ethische manier?
De toekomst van de mode zal duurzaam zijn, daar is geen twijfel over mogelijk.
Richard Quinn: ‘De toekomst van de mode zal duurzaam zijn, daar is geen twijfel over mogelijk. Toen ik pas op de schoolbanken zat, was ik me nog niet zo bewust van de vervuilende en onethische kant van de mode. Maar door mode te studeren en een stage te mogen doen bij Stella McCartney, werd ik me er steeds bewuster van. Bij Stella McCartney leerde ik trouwens dat de conventionele gang van zaken meestal niet de meest creatieve of beste manier is. Dierenleed, vervuilende materialen, en een onethische manier van werken leidt niet per se tot een succesvolle en interessante collectie. Het is eigenlijk net de duurzame manier die ons uitdaagt om creatiever en innovatiever te zijn. Mijn schoenen zien er bijvoorbeeld wel uit alsof ze van leer gemaakt zijn, maar er werden geen dieren mishandeld tijdens het productieproces. Het een soort van faux leder.
We moeten ons realiseren dat we gasten zijn op deze planeet. Als we er niet beter zorg voor dragen, zal onze gastheer, de aarde, geen lang leven beschoren zijn. Je kan perfect mooie kleuren en patronen creëren zonder giftige verf te gebruiken, die de aarde vervuilt en de mensen die ermee moeten werken vergiftigt. Er zijn echt veel intelligentere en meer integere manieren om mode te maken. Ik denk ook dat de klant daar waarde aan hecht en mijn kleren wil kopen, niet alleen omdat het design hen aanspreekt, maar ook omwille van het duurzame verhaal. Waarom moet dat eigenlijk nog een actieve keuze zijn? Waarom is het niet gewoon evident? De mode-industrie is een van de meest vervuilende én een van de meest winstgevende, dus kom op, het moet beter. Tijd dat de mode die middeleeuwse toestanden achter zich laat.’
Dat zijn de juiste vragen die je stelt. Vind je dat modescholen voldoende aandacht besteden aan dit duurzame verhaal?
Richard Quinn: ‘Op Central Saint Martins zeker wel. Mijn ogen zijn echt opengegaan op school. In ons tweede jaar deden we een duurzaam project onder leiding van Orsola de Castro, een gastdocente op de school. Ze is echt fantastisch. Al haar collecties worden gemaakt van oude kleren.
De nieuwe generatie ontwerpers gaat de industrie redden, daar geloof ik echt in.
Ik kwam aan op Central Saint Martins met een glamoureus beeld van mode, maar ik heb er geleerd dat de ethische kant super belangrijk is en ook gewoon de meest creatieve. Studenten leren er vandaag de dag echt het belang van duurzaamheid. De nieuwe generatie ontwerpers gaat de industrie redden, daar geloof ik echt in.’
Een van de andere uitdagingen voor jonge ontwerpers is het leren om een business te leiden. Wordt daar genoeg aandacht aan besteed tijdens opleidingen?
Richard Quinn: ‘Central Saint Martins is geen business school en moest het dat wel geweest zijn, zou ik er mezelf niet hebben ingeschreven. Alles op deze school draait rond creativiteit en dat vind ik ook goed. Je leert er uiteraard wel wat over de business, maar het is voornamelijk het creatieve dat hoogtij viert. Dat is ook normaal denk ik, zo vroeg in je ‘carrière’. Je moet eerst nog alles leren op het creatieve vlak en kunnen experimenteren en je eigen stijl ontdekken. Je leert er een unieke stem te ontwikkelen en dat is uiteindelijk je Unique Selling Point, dat is wat mensen overstag zal doen gaan voor jouw collectie. Om producten te verkopen, moet je er uitspringen. Dat is hoe het bij mij werkt. Mijn kleren springen in het oog, dus mensen komen ze van naderbij bestuderen.
De zakelijke kant van mode kan je al doende leren.
De zakelijke kant kan je al doende leren. Er zijn ook bijscholingen die je kan volgen, bij Central Saint Martins zelf of via de British Fashion Council in Groot-Brittannië. Of je zoekt iemand die de zaken voor je regelt, als je er echt niets van snapt. Ik wil niet zeggen dat de zakelijke kant niet belangrijk is, zeker niet, maar zorg eerst voor het creatieve. Als je ethisch wil werken, moet je ook nadenken over je business model uiteraard. Maar gebruik je tijd op school om je onder te dompelen in de creativiteit.’
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Hoe actief ben je op sociale media en hoe belangrijk vind je deze vorm van branding?
Richard Quinn: ‘Ik focus me op Instagram. Ik heb geen Twitter of Snapchat, maar ben actief op Instagram en post daar alle content die ik wil delen. Ik vind Instagram super leuk en handig. Tachtig procent van alle trafiek naar mijn website komt via Instagram, dus het is ook echt belangrijk om klanten te vinden.
Of mensen het nu leuk vinden of niet – ik hou er dus van – sociale media is super belangrijk in de modewereld. Ik snap wel dat mensen het vervelend vinden dat iedereen met z’n telefoon in de aanslag naar modeshows kijkt, maar de aanwezigen hebben misschien miljoenen volgers en die zien dan allemaal jouw creaties. Ik ben van mening dat de voordelen de nadelen volledig platwalsen.
Op mijn Instagram zal je geen persoonlijke foto’s vinden of kiekjes van koffie. Het zijn allemaal beelden die te maken hebben met mijn merk en dat wil ik ook zo houden. Nu Instagram ook Stories heeft, zie ik ook niet goed in waarom ik Snapchat zou moeten gebruiken. Het is veel handiger om gewoon één medium te gebruiken. Er kruipt behoorlijk wat tijd in en het gaat al allemaal zo snel, dus ik verkies om me te concentreren op één sociaal medium. Zo hou ik tijd over voor de rest van mijn werk, namelijk ontwerpen en mijn merk uitbouwen.’
Zijn er toegevingen die je absoluut niet wil doen tijdens de samenwerking met H&M?
Richard Quinn: ‘Ik sta heel erg open voor samenwerkingen en vertrouw H&M dat ze op een integere manier te werk zullen gaan. Ik heb in het verleden al samengewerkt met teams en heb er alle vertrouwen in. Ik weet dat er dingen aangepast moeten worden, maar ik zit te popelen om bij te leren.
Ik vertrouw H&M dat ze op een integere manier te werk zullen gaan.
Mijn collectie nu was volledig handgemaakt en dat zal natuurlijk niet mogelijk zijn voor de samenwerking. Dat besef ik, maar het is leuk om naar creatieve oplossingen te zoeken, zonder af te wijken van mijn stijl en concept. Ik heb nog nooit op zo’n grote schaal gewerkt en ben heel leergierig. Als ik kijk naar de samenwerkingen uit het verleden, kan ik gerust zijn denk ik. Het is ook leuk om veranderingen door te voeren. Ik kijk er naar uit om met hun getalenteerde ontwerpteam te mogen werken en ideeën uit te wisselen. Ik denk dat mijn ogen zullen opengaan op bepaalde gebieden. Ik zal ook leren welke onderdelen van de kleinschalige manier van ontwerpen moeten blijven bestaan om tot een collectie te komen die voldoet aan alle eisen. Dat lijkt me super boeiend.
Ik wil dat mijn vrienden, zussen en fans mijn ontwerpen kunnen kopen. Ik vind het fijn dat de ontwerpen nu betaalbaar gaan zijn. Mode is leuk om naar te kijken, maar het dient ook om gedragen te worden en ik wil echt ontwerpen voor mensen, die de kleren effectief koesteren en dragen. Ik ben ervan overtuigd dat de snits die ik bedacht en geperfectioneerd heb ook tot hun recht zullen komen in meer betaalbare stoffen en uitvoeringen. Ik kijk er erg naar uit.
Je dromen lijken uit te komen. Heb je altijd al modeontwerper willen worden?
Richard Quinn: ‘Toen ik opgroeide hield ik van de Nineties mode, met Naomi Campbell en Kate Moss als muzen. Die glamour van de supermodellen trok me aan. Tijdens mijn puberteit kreeg ik interesse in fotografie, en zeker in modefotografie. De shoots van Tim Walker voor Vogue inspireerden me enorm. Toen wilde ik echt ontwerper worden en begon ik ook zelf kleren te maken. Een carrière in de mode zat er dus al van jongs af in ja.’
(LP vanuit Londen)
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier