Parijs: De nieuwe Belg aan het modefirmament

Cédric Charlier ontwierp tot vorig jaar de veelgeprezen collecties van Cacharel. Tot hij werd buitengebonjourd door de baas van dat merk, de hoogbejaarde Jean Bousquet.

Charlier ging daarop in zee met de ontevreden licentiehouder van Cacharel, de Italiaanse groep Aeffe, die nu zijn eigen merk lanceert.

Een voorlopig happy end aan een van de drama’s die vorig jaar de modesector op zijn kop heeft gezet.

Persoonlijke ontvangst Charlier verwelkomde gisteren zijn gasten in persoon aan de ingang van zijn show (bijzonder gracieus). Dat de ontwerper indruk heeft gemaakt tijdens zijn passage bij Cacharel, bleek uit de vertegenwoordiging van gerespecteerde media en aankopers op de front row, ver van zelfsprekend voor een debutant.

En de collectie? Die was bijzonder overtuigend — ergens tussen Céline en typisch Belgische mode (een Bruno Pieters, bijvoorbeeld), maar tegelijk toch met een heel eigen gezicht.

Succesvol catwalkdebuut

De show opende met een marineblauw mantelpak met bonten rugpaneel en koperen knopen. We zagen hoge, nauwe rolkraagtruien, in metallieke tinten of leder. En rokken en broeken in een industrieel blauw leder (gecombineerd met koperen ritsen: geknipt voor sexy electriciennes), en een vinylachtig, hoogglanzend materiaal. Begerenswaardige brillen ook, in samenwerking met Cutler and Gross.

Allicht het catwalkdebuut van het seizoen.

Anthony Vaccarello, de tweede Belg gisteren op de officiële kalender, won vorig jaar de prijs van l’Andam, een Franse modeorganisatie. Met het prijzengeld huurde de ontwerper vorig seizoen een leger topmodellen. Dit keer opende hij zijn show met Karlie Kloss (haar eerste verschijning op de catwalks: het topmodel kwam niet opdagen in New York en Milaan). De mode van Vaccarello is erg bloot, en misschien lijkt hij daardoor meer op zijn gemak in zomercollecties. De show opende sterk, met tailoring in glanzend gendarmeblauw, met militaire invloeden. Later in de show stuurde hij minirokjes met door de fifties geïnspireerde glitterbustiers over de catwalk.

Bloot Het gros van de collectie (blote billen, blote schouders, blote ruggen) had iets vulgairs, om niet te zeggen, iets vrouwonvriendelijks, en die indruk werd alleen maar groter toen een van de modellen op haar stiletto’s (van Giuseppe Zanotti) tijdens de finale herhaaldelijk viel.

De show van Aganovich werd gedomineerd door wit en beige outfits van het niveau van een academiestudent, met onder meer een reliëfstof in de stijl van papieren tafellakens.

De mysterieuze Yeti De jonge Franse ontwerper Julien David is gevestigd in Tokio, waar hij zijn atelier heeft, en ook zijn stoffen laat maken door artisanale fabrikanten. Na twee uitstekende shows leek hij dit seizoen klaar voor de grote doorbraak.

Hij opende met wijde bolrokken (in double-face gebreide wol die van ver lijkt op sweatshirtjersey), en speelde dan met de clichés van wintersportkleren: een update van Tiroolse dessins (gebruikt voor anoraks, maar ook hemdskragen), en hier en daar een verwijzing naar de mysterieuze Yeti.

Japanse streetwear Dat wilt niet zeggen dat Julien David plotseling de landelijke toer is opgegaan. De collectie trok van berg naar stad. David blijft sterk in streetwear, maar dan wel met een allicht Japans geïnspireerde avantgarde-aanpak.

Hoogtepunten: de rokken, maar ook de regenjassen (waarin verschillende materialen en prints door elkaar zijn gebruikt) en een verschrikkelijk elegante mantel in een speciaal ontwikkeld pied-de-poule-materiaal. Fris, en tegelijk fashionable.

Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content