Parijs dag 3: Vlinders, India en Mondriaan
Gisteren showden onder meer Ann Demeulemeester, Balmain en Carven in Parijs. En een van onze favorieten: de jonge Julien David, een van de weinige ontwerpers op de kalender met een zekere street credibility.
Het was andermaal een hectische dag in Parijs, met shows van vroeg tot laat in alle uithoeken van de stad, plus een reeks presentaties. Bruno Pieters leidde ons in zijn Parijse onderkomen (Indiase sitarmuziek op de soundtrack) door de nieuwe levering van Honest by, zijn label voor eerlijke mode. De kleine, beeldige collectie staat in het teken van India (felgekleurde printcombinaties), Japan (gedomineerd door blauw) en Antwerpen (zwart/wit). De collectie kan vanaf maandag besteld worden op de site van het merk.
Guillaume Henry beschreef de sfeer van zijn collectie voor Carven als “verloren in India, in het midden van de twintigste eeuw”. Hij noemde ook art-nouveauster Emile Gallé, architect Hector Guimard en Afrikaanse safari’s als zijn inspiratiebronnen. Wij onthouden vooral dat de collectie meer volwassen en gesofisticeerd is dan vorige seizoenen. De silhouetten zijn langer (A-lijn tot op de knie in plaats van minirokken) en het materiaal rijker (dikke tweed, seizoenen zijn passé). Henry’s handelsmerk, uitsnijdingen (dit seizoen als vleugels), kwamen terug op borst, het middenrif en in de taille.
India stond ook op het programma bij Manish Arora (niet toevallig: de ontwerper is van daar afkomstig). Maar de sfeer was meer Disneyland dan Bollywood, met schreeuwerige printjurken — tijgers, kristallen — eventueel gedragen over collants met gouden schubben; of een jeansbroek uit de denimcollectie die Arora voor Notify tekent — alles gecombineerd met de nieuwe, allesbehalve discrete accessoires van de ontwerper. Overdreven, dat zeker, maar misschien de meest draagbare collectie van Arora tot nog toe.
Balmain was, in de lijn der verwachtingen, al even opulent: schouders die breder leken dan de grootste excessen van de late jaren tachtig, en een soort harnasjurken gevlochten uit wit plastic (te vergelijken met Thonetstoelen). Olivier Rousteing, de jonge ontwerper van Balmain, noemde Cuba en zangeres Sade (en hoe die een blazer droeg over een beha) als invloeden. Het was grote kitsch, in een decor dat daartoe uitnodigt: de grote balzaal van het Grand Hotel. Maar ook: fantastische, vrolijke mode.
Peter Copping zorgde bij Nina Ricci wel voor verrassingen, door elementen uit de Britse straatcultuur te introduceren in het chique, Franse modehuis. Wat ons betreft geen geslaagde zet. Het begon nochtans poëtisch, met een gedicht van Baudelaire in het programmaboekje en een regen van witte blaadjes uit het dak van de Tuileries. Tot het openingssilhouet: een zwarte rok en vest, visnettopje en leren accessoires. Verder waren er ook zilveren cocktailjurken met franjes, polkadotprints, een plastic trenchcoat met visnetpatroon, glanzende, tweed mantelpakjes en zelfs een leren broek. Copping had dit seizoen duidelijk zin in een feestje, maar eentje dat wij liever niet bijwonen.
Eerder op de dag toonde Ann Demeulemeester een collectie geïnspireerd op “de dualiteit van vlinders”, het insect versus zijn etherische vleugels. Ook de collectie was een van contrasten: lange, over de grond slepende gewaden versus korte shorts, donkere stoffen versus lichte, transparente materialen, leren harnassen (het geraamte van de vlinder) versus mouwen van fluïde chiffon (de vleugels). Goed samengevat door style.com als “(Demeulemeesters) butterflies didn’t flutter by – they kicked butt.”
Wat ons betreft was de mooiste prestatie van gisteren die van Julien David, de naar Tokio uitgeweken Fransman die onlangs de grote prijs van l’Andam in de wacht sleepte en het mooie bedrag dat eraan verbonden is. David toonde veel collagewerk, net als Dries Van Noten eerder deze week (nog een overeenkomst: beide ontwerpers tonen pyjamajurken).
David is lichtvoetiger (blouses in broderie anglaise waarover kleine dinosaurusjes en sneakers zijn gedrukt), en zijn stijl is jonger. Bombers, trainingbroeken, een baseballshirt met opschrift Mondrian (gedragen over een gesublimeerd katoliekeschooltenue), gevolgd door een koppel YSL-eske Mondriaanjurken waaraan de ontwerper Zijn eigen draai had gegeven — geniaal. De mode van Julien David heeft meer street credibility dan die van de doorsnee ontwerper in Parijs, en alleen al daarom was dit de coolste show van de week tot nog toe.
Van onze verslaggevers in Parijs, Jesse Brouns en Ellen De Wolf
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier