Ngo’s vragen aandacht voor Bangladesh: veiligheidsakkoord sweatshops in gevaar

Lieve Blancquaert trok samen met Jef Van Hecken van Wereldsolidariteit naar Bangladesh om er de huidige toestand op te meten © Lieve Blancquaert

Wereldwijd worden protesten georganiseerd in solidariteit met de textielarbeiders in Bangladesh.

In België protesteerden de Schone Kleren Campagne, Franstalige tegenhanger achACT en hun lidorganisaties deze week voor de ambassade van Bangladesh in Brussel. Ze eisen veilige fabrieken, leefbare lonen en een einde aan repressie. De reden? Het Akkoord voor Brand- en Gebouwveiligheid in Bangladesh, een programma om de veiligheid in kledingfabrieken te verbeteren, wordt misschien niet verlengd. Dat zou een ramp zijn voor de arbeiders die in textielateliers kleren maken voor de Europese markt.

Onder andere deze merken & retailers tekenden het Akkoord:

Bel&Bo, C&A, Euro Shoe Group, JBC, Bestseller, Esprit, Hugo Boss, Inditex, H&M, America Today, Hema, G-Star Raw, O’Neill, Wibra, Zeeman, …

Klik hier voor de volledige lijst.

Daarnaast wordt er geprotesteerd tegen de loonherziening die sinds kort in werking is getreden. Het nieuwe minimumloon is namelijk nog steeds veel te laag en dwingt de textielarbeiders om in armoede te leven. Toen de werknemers in december en januari op straat kwamen om vreedzaam te protesteren, werden hun acties op agressieve wijze de kop in gedrukt. Er vielen gewonden en zelfs een dode tijdens de hardhandige aanpak van de politie. Fabrieksbazen ontsloegen bijna zesduizend werknemers voor deelname aan de stakingen en tientallen werknemers en vakbondsvertegenwoordigers werden opgepakt.

Er bestaat sinds enkele maanden onzekerheid over de toekomst van het Akkoord. De Bengaalse regering wil er korte metten mee maken.

Akkoord op de helling

‘The Accord on Fire and Building Safety’ werd in mei 2013 ondertekend, meteen na de instorting van de kledingfabriek Rana Plaza in Bangladesh. Om een gelijkaardige ramp te vermijden, werd een bindend contract tussen kledingmerken, internationale en Bengaalse vakbonden en ngo’s opgesteld. Sindsdien is de veiligheid van de fabrieken verbeterd, maar er is nog veel werk aan de winkel. Toch bestaat er sinds enkele maanden onzekerheid over de toekomst van het Akkoord. De volgende uitspraak over het voortbestaan van het Akkoord valt op achttien februari.

De regering van Bangladesh wil het Akkoord zien vertrekken. Volgens de Bengaalse overheid hebben ze zelf een inspectieprogramma klaar dat een alternatief kan zijn voor het Akkoord. Verschillende internationale organisaties stellen echter vast dat het programma van de regering nog niet op punt staat en dat de veiligheid in de fabrieken zal achteruit gaan als het Akkoord moet verdwijnen.

Textielarbeiders
Textielarbeiders© Reuters

Europese druk

In november vorig jaar nam het Europees Parlement een resolutie aan waarin het de regering van Bangladesh opriep om zo snel mogelijk de verslechtering van de mensenrechten aan te pakken. In die resolutie vraagt het Europees Parlement om het Akkoord verder te zetten tot 2021, zoals het oorspronkelijke plan.

‘De veiligheid in de naaiateliers is door het Akkoord sterk verbeterd. Als het Akkoord haar werk niet kan voortzetten betekent dit dat werknemers weer vogelvrij worden verklaard. De Europese Unie heeft daarom als grootste handelspartner van Bangladesh de plicht om de druk bij de regering van Bangladesh op te voeren, zodat het Akkoord haar werk kan doen’, aldus Nederlands Europees parlementslid Agnes Jongerius.

Bang voor economisch verlies

Het Akkoord onderscheidt zich van andere pogingen om de veiligheid in textielfabrieken te verbeteren door de effectieve gevolgen voor fabrieken die onveilig blijven. Wanneer een fabriek na ettelijke waarschuwingen en herinneringen onveilig verklaard blijft, wordt de samenwerking met deze fabriek stopgezet. Dat wil zeggen dat geen enkel modemerk dat het Akkoord heeft getekend nog zaken zal doen met deze fabriek. Bovendien worden deze bevindingen publiekelijk gemaakt. Het is een afspraak die echte gevolgen heeft en die transparantie in de hand werkt.

Het Akkoord onderscheidt zich van andere pogingen om de veiligheid in textielfabrieken te verbeteren door de effectieve gevolgen voor fabrieken die onveilig blijven.

Dat baart de Bengaalse regering zorgen, want momenteel zijn er zo’n vijfhonderdtal fabrieken afgekeurd door het Akkoord. Handelsminister Tofail Ahmed vindt het onaanvaardbaar dat de merken die het Akkoord tekenden geen bestellingen meer zullen plaatsen bij deze fabrieken. Het zou een groot verlies aan jobs en aan inkomsten voor Bangladesh betekenen. Maar als het Akkoord wordt opgeheven, komt de veiligheid van de arbeiders weer in het gedrang. Een rapport van de Schone Kleren Campagne stelt dat de nationale inspectie in Bangladesh er niet in slaagt om transparant te handelen en veel te weinig inspecteurs in dienst heeft.

Daarom roepen verscheidene ngo’s en vakbonden de Bengaalse regering op om het Akkoord niet te verbieden en de mensenrechten te respecteren. Het is dus afwachten wat de overheid van Bangladesh op achttien februari beslist.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content