Mannenmode: de woeste winter in Parijs

Een beeld uit de 'uitmuntende show' van Lucas Ossendrijver voor Lanvin. © Belga Image

In Parijs liep tot gisteren de mannenmodeweek. De veiligheidsmaatregelen voor de shows waren fors opgedreven en er waren minder celebrities dan gewoonlijk, maar de ontwerpers deden gewoon hun werk, met uitmuntende shows van onder meer Lucas Ossendrijver voor Lanvin, Dries Van Noten, en Kris Van Assche voor Dior.

Er was ons David Bowie voorspeld. Maar in de plaats daarvan kregen we Lemmy van Motorhead. De mannenmodeweek van Parijs, die gisterenavond afliep, was (onder meer) doordrongen van heavy metal.

Met wat verbeelding zag je op de catwalks in Parijs de hele tijd hardrockers. Niet de zwaar opgemaakte headbangers uit vervlogen hitparades, wel de eerder gewone jongens die je van de late jaren zeventig tot de vroege jaren negentig in veelvoud achter Vlaamse schoolbanken vond, en allicht ver erbuiten. Vettige krullenkop, een versleten jeansjasje met logo van Iron Maiden. En eventueel een met viltstift bewerkte soldatenparka uit een Stock Américain.

Mannenmode: de woeste winter in Parijs
© Ambush

Er waren hardrocklogo’s bij Givenchy, waar Riccardo Tisci zich liet inspireren door foto’s van metalfans uit Botswana, en bij Palm Angels, het streetwearlabel van de artistiek directeur van Moncler dat voor het eerst in Parijs een presentatie gaf, met Bob Marley als belangrijkste referentie.

Er lag ook heavy metal in de uitstalkasten van het übercoole Japanse label Ambush, dat onder meer oorringen aanbod in de vorm van gekromde nagels en vijzen, en denim jasjes.

De hardrocker in Van Noten

Walter Van Beirendonck was, zoals headbangers dat plegen te zijn, WOEST, en dat was meteen ook de titel van zijn collectie. Zijn collectie, met kettingzagen in 3D, opvallende sieraden, en heel veel luipaardprints, was deels een verontwaardigd manifest (voor de natuur en de wilde dieren, tegen gratuit geweld). Stop terrorizing our world, sprak Van Beirendonck vorig seizoen, enkele dagen na de aanslag op Charlie Hebdo, en dit keer herhaalde hij die slogan. Met model Tsubasa, onze favoriet van het seizoen, als uithangbord.

Mannenmode: de woeste winter in Parijs
© Dries Van Noten

Dries Van Noten dipte in de oertijd van de hardrock. Hij bedrukte een aantal kledingstukken met psychedelische affiches van grafisch ontwerper Wes Wilson voor bands als The Grateful Dead, pioniers van de achtenzestig minuten durende gitaarsolo. De show van Van Noten was spectaculair: hij installeerde zijn toeschouwers op tribunes aan weerszijden van de scène van de Opéra de Paris in het Palais Garnier, een kolossale ruimte. De 53 modellen stapten in marstempo over het podium, tot aan de rand van de majestueuze, verlaten zaal.

Hun felgedecoreerde, militair geïnspireerde plunje was net zo rococo als wat de alom bejubelde Alessandro Michele dezer dagen bij Gucci over de catwalk stuurt. Van Noten heeft die stijl uitgevonden, en met deze show claimde de ontwerper zijn eigen esthetisch erfgoed. Maar alles welbeschouwd verkiezen we hem toch met een ietwat lichtere hand.

Louis Vuitton
Louis Vuitton

Het label OAMC, dat voor het eerst showde in Parijs, bracht een jongere, frissere variant van soldatenkleren, met meer street credibility. Ook Louis Vuitton ging militair, met berets en opvallend functionele details. Ontwerper Kim Jones is vijf jaar aan de slag als mannenontwerper bij Vuitton, en hij concipieerde deze collectie als een eerbetoon aan Parijs. Maar ook het merk zelf werd geëerd, met uitvergrote oude advertenties van het merk afgedrukt op dure truien en jassen.

Raf Simons
Raf Simons© AFP

Bij Dior Homme boog Kris Van Assche zich over newwavers, en in het bijzonder de fans van Electric Body Music: in wezen de hardrock van de newwave, met groepen als Front 242 en Nitzer Ebb. De collectie, veruit de sterkste van Van Assche sinds hij bij Dior aan de slag ging, kleurde bijna geheel rood, wit en zwart, hier en daar doorprikt met een bloemenprint uit de archieven van het Franse huis.

En verder?

Raf Simons kon zich, na zijn vertrek bij de dameslijnen van Dior, voor het eerst sinds jaren weer voluit concentreren op zijn eigen label. Hij bouwde een labyrint in een oude parkeergarage. Er was geen catwalk: de modellen slalomden voorbij pers en buyers, die, zoals gewoonlijk bij Simons, rechtstonden. Het was een gemakkelijke, hapklare collectie, in het teken van (we citeren) Angelo Badalamenti, David Lynch, Martin Margiela, Cindy Sherman, Detroit, Tulsa, Twin Peaks, Elm Street, American Youth, Belgian Youth, The Boy Scout, The Breakfast Club, et cetera. Resultaat: een parade van fantastische, half vernietigde oversized truien en mantels, begeleid door de sixtieshit Crimson and Clover van Tommy James & The Shondells.

Lanvin had de beste kleren van het seizoen. Ze waren vergelijkbaar met die van Simons, jong en ruig, ergens tussen rockabilly en grunge, maar verfijnder, en op een bepaalde manier ook sexyer. Mannenontwerper Lucas Ossendrijver is dit jaar tien jaar aan de slag bij Lanvin, en dit was zijn eerste collectie sinds het vertrek van Alber Elbaz.

De fijnste, meest excentrieke presentatie was die van het van oorsprong Spaanse luxehuis Loewe, waar Brits designer van het jaar J.W. Anderson zich liet gaan met rotsen, paddenstoelen, luipaardprints, en de grootste tassen en rugzakken in de geschiedenis van de mode (ook hier militaire invloeden).

Beklijvend modemoment

De show van Kenzo met het (min of meer) honderdkoppige koor van de Académie de Musique de Paris.
De show van Kenzo met het (min of meer) honderdkoppige koor van de Académie de Musique de Paris.© AFP

Het pakkendste défilé was dat van Kenzo. Carol Lim en Humberto Leon hadden het (min of meer) honderdkoppige koor van de Académie de Musique de Paris ingehuurd. Het bracht een acapella versie van Janet Jacksons Rhythm Nation, over hoe muziek de wereld samenbrengt. Je moest vanzelf denken aan de aanslag in concertzaal Le Bataclan. Zo’n koor is in wezen kitsch, maar het zorgde wel voor een beklijvend modemoment — je vergat bijna naar de kleren te kijken.

Er werd, in vergelijking met vorig seizoen, veel minder gespeeld met noties van gender. Bij nader inzien zijn jongens toch geen meisjes. Labels die de Gewone Man in hun vizier hebben, deden het over het algemeen erg goed. Bijvoorbeeld Ami, waar Alexandre Mattiussi een erg donkere show afsloot met een hoopvolle, gesimuleerde zonsopgang (het was 10u ’s avonds), en Officine Générale, waar Pierre Mahéo voor het eerst zwart gebruikte. “Ik heb dat altijd geweigerd,” zei Mahéo. “Voor mij was die non-kleur te zeer geassocieerd met experimentele modelabels, of met mannen die al te zeer hun best deden om er terug 23 uit te zien. Dat was een vergissing.” Officine Générale, een relatief betaalbaar label, nodigde uit in het door Oscar Niemeyer ontworpen hoofdkwartier van de Parti Communiste, en speelde Marvin Gaye’s What’s Going On? Het was niet de spectaculairste show van het seizoen, en zeker niet de spannendste, maar het was misschien wel de meest relevante show van de modeweek, realistisch en menselijk.

Toch Bowie

Sinds de komst van Hedi Slimane als artistiek directeur sloot Saint Laurent altijd het mannenmodeseizoen af. Dit keer reist het Franse merk naar de legendarische concertzaal The Palladium in Los Angeles, voor een show in februari. Waarmee Parijs verstoken blijft van wat naar alle waarschijnlijkheid een historisch modemoment wordt: het afscheid van Slimane bij Saint Laurent, waar hij zou worden opgevolgd door de Belgische ontwerper Anthony Vaccarello.

Dit keer was Paul Smith de laatste grote naam op de kalender. In zijn finale werd Bowie er nog eens bijgehaald. Oh! You Pretty Things barstte door de luidsprekers, een hommage aan wijlen de zanger, maar net zo goed aan de springlevende jonge sprieten op de catwalk.

In Parijs is intussen de couturevierdaagse begonnen. Vanavond organiseert Dior in het Musée Rodin zijn eerste show na het vertrek van Raf Simons.

Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content