Lingeriedesigner Liesbeth Van de Velde: ‘Vrouwen moeten weten dat stille werkers altijd benadeeld zijn’

© Fred Debrock

Liesbeth Van de Velde (57) is een kleindochter van de oprichters van lingeriefabrikant Van de Velde in Schellebelle. Ze ging in 1990 aan de slag in het nu honderdjarige familiebedrijf en stuurt als hoofd van de designafdeling Marie Jo en Prima Donna aan.

Iets waar je niet in gelooft, kun je nooit echt goed doen. Zo werkte ik na mijn rechtenstudie in Leuven vijf jaar in de banksector – een aantrekkelijke sprong in het onbekende, maar ook een wereld waarin je weinig te zeggen hebt over wat je doet. Van de Velde is net zo goed een commercieel bedrijf, maar wel een dat de zorg voor een goed product vooropstelt. Voor minder kan ik vanuit mijn karakter niet gaan: wat ik doe, wil ik goed doen.

Eens kleinste zus, altijd kleinste zus, heb ik weleens gedacht. Als jongste van vijf kinderen voel je je soms als een enig kind in een groot gezin, en dat gevoel had ik in het begin ook in het familiebedrijf. Het voordeel was dat ik nooit onder druk stond om het werk van mijn grootouders en vader verder te zetten en mijn eigen weg kon uitstippelen. ‘Zou je dat wel doen’, zei mijn vader toen ik hem vertelde dat de familiale microbe voor mode en lingerie opspeelde. ( lacht) Uiteindelijk heb ik gekozen voor de passie, niet voor een job met aanzien.

Mannen worden van jongs af aan aangemoedigd om hun ambities uit te drukken, maar niets houdt vrouwen tegen om dat ook te doen.

Ik ben gelukkig wanneer ik in de diepte kan gaan. Lingerie is een technisch product, en daar heb ik me op toegelegd. Als kind wilde ik niets liever: onderzoeken hoe dingen in elkaar zitten en ze dan verbeteren. Daarom wilde ik toen geneeskunde studeren. Ondertussen hebben mijn kennis en ervaring me genoeg zelfvertrouwen gegeven om voluit voor mijn ideeën te gaan, al voel ik me af en toe de boeman van de designafdeling. Ik geef ontwerpers en stylisten graag ruimte om creatief te zijn, maar in lingerie geven de pasvorm en het draagcomfort de doorslag.

Zonder inspanningen raak je nergens. Daarom ben ik ook geen voorstander van positieve discriminatie van vrouwen op de werkvloer. Dan draaien aanwervingen toch weer om gender, en niet om wat je kunt. Als vrouw moest ik me soms harder bewijzen, maar uiteindelijk kreeg ik wel erkenning voor wat ik deed. Vrouwen moeten wel weten dat stille werkers altijd benadeeld zijn. Mannen worden van jongs af aan meer aangemoedigd om hun ambities uit te drukken, maar niets houdt ons tegen om dat ook te doen.

Ik ben een ondernemerskind. Thuis was het motto: ‘Voortdoen, je hoofd niet laten hangen.’ Bovendien vind ik het niet gemakkelijk om over gevoelens te praten en druk ik me misschien niet altijd even diplomatisch uit. Maar je moet op sommige momenten wel zeggen waar het op staat. Daar hou ik ook van bij anderen. Een andere mening hebben is niet erg, maar ik wil weten wat ik aan je heb.

Als vrouw moest ik me soms harder bewijzen, maar uiteindelijk kreeg ik wel erkenning voor wat ik deed.

Een familiebedrijf is maar zo sterk als zijn familieleden. Je moet respect hebben voor andere meningen en al eens een compromis kunnen sluiten, maar je moet elkaar ook het licht gunnen en elk individu laten doen waar hij goed in is. Mijn oudere broers en neef, die het roer overnamen in de jaren tachtig, waren perfect complementair: Karel was de man met de creatieve ideeën, Herman de ondernemer met de praktische instelling en Lucas de marketeer. Onder hen zijn we ook geëvolueerd naar een modern bedrijf met een duidelijke structuur. Familieleden hebben vaak weinig woorden nodig om elkaar te begrijpen, maar een duidelijke taakverdeling maakt alles dubbel zo makkelijk.

Ik ben geen boom die je zomaar kunt verplanten. Ik ben met mijn man van Berchem naar Sint-Niklaas verhuisd en later naar Waasmunster, maar niet voordat ik de omgeving had leren kennen en er zeker van was dat ik me er thuis zou voelen. Een overblijfsel van drie maanden op internaat op mijn twaalfde, tot de directrice mijn ouders zelf vroeg om me terug naar huis te laten komen. Mensen missen is een ding, maar ik heb een vertrouwde omgeving nodig om me goed te voelen.

Ik leer stapvoets om te genieten. Onze vier kinderen zijn nu volwassen, maar het verantwoordelijkheidsgevoel blijft. Zelf mijn vrije tijd kunnen invullen met lezen, opera, theater en andere dingen is ook nieuw, want die had ik vroeger niet. Tegelijk wil ik zoveel mogelijk samen met mijn man genieten. Als dokter weet hij maar altijd te goed hoe onvoorspelbaar en kort het leven kan zijn. Het is nu dat we ervan moeten profiteren, hoor ik vaak, niet later.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content