Ik ben al van kindsbeen af dol op mode. Kleren kunnen me gelukkig maken, maar tegelijkertijd ook woest, droef en gefrustreerd. De kledingindustrie helpt het milieu om zeep en lapt mensenrechten aan z’n laars, wat moeilijk verzoenbaar is met mijn idealen. Ik zet dus resoluut een hand op de knip.
Waar ik die liefde voor mode vandaan heb is mijn ouders een raadsel. Het is in ieder geval niet met de paplepel ingegoten. Ik verslond als jonge tiener modemagazines, vergaapte me aan etalages in de winkelstraten, verknipte stof om mijn vier Barbies aan te kleden en vond bijna iedere dag een excuus om in de verkleedkoffer te duiken. Maak u geen zorgen, ik had ook tal van andere hobby’s en schepte evenveel of meer plezier in de literaire klassiekers als in Vogue. Voor mij maakt mode deel uit van zelfexpressie en vrijheid. Met mode bedoel ik geen trends, maar mooie en creatieve outfits, met liefde gemaakt.
Hoe meer ik me onderdompel in de ‘klerewereld’, hoe meer ik schoorvoetend moet toegeven dat een groot deel van de mode-industrie oppervlakkig is
Dat de modewereld oppervlakkig is, komt me vaak ter ore. Een mening die ik niet ben toebedeeld als het aankomt op de modeontwerpers die hard knokken om hun inventieve ideeën te vertalen naar collecties. Maar hoe meer ik me onderdompel in de ‘klerewereld’, hoe meer ik schoorvoetend moet toegeven dat een groot deel van de mode-industrie inderdaad oppervlakkig is en – veel tragischer – mensonterend.
De werkelijke kost van onze kleren
De harde feiten: de kledingindustrie is de tweede meest vervuilende industrie ter wereld, er wordt nu 400% meer kleding geproduceerd dan twintig jaar geleden, er is 10.000 liter water nodig voor één kilo conventioneel katoen en bijna de helft van alle wereldwijd geproduceerde kleding wordt van katoen gemaakt. De keten van de mode-industrie is zo complex dat oneerlijke handel in ontwikkelingslanden veel te moeilijk wordt ontdekt en dus gewoon blijft bestaan, ondanks alle acties en protesten.
De kledingindustrie is de tweede meest vervuilende industrie ter wereld en er wordt nu 400% meer kleding geproduceerd dan twintig jaar geleden
Textielarbeiders ontvangen een minimumloon of minder, worden mishandeld, verkracht, krijgen geen plas- of adempauzes, zijn ondervoed, werken in onveilige fabrieken en worden ziekteverlof en andere sociale zekerheden ontzegd.
Wie gemakkelijker overtuigd geraakt door beelden dan woorden raad ik De slag om de klerewereld, een undercover reportage van de Nederlandse journalist Teun van de Keuken, en de documentaire The True Cost aan. Probeer het daar maar eens droog bij te houden.
De modemallemolen
‘Langzaam maar zeker shoppen we onszelf de verdoemenis in’ schreef Sarah Van Liefferinge recent in een opiniestuk op Knack.be en ik vrees dat ze daar gelijk in heeft.
5 tot 6 procent van de Belgen is koopverslaafd. Maar dat valt meestal niet op als deze mensen hun geldproblemen kunnen verbergen of rijk genoeg zijn om te blijven shoppen. Mensen hebben geen argwaan wanneer ze iemand vaak naar webshops zien surfen of iedere dag in een nieuwe outfit zien opdagen. Shoppen is voor verslaafden een vorm van zelfdestructie, maar kunnen het voor de buitenwereld vaak verborgen houden omdat die buitenwereld volledig in teken staat van koopjes, nieuwigheden en geld laten rollen.
De kip of het ei
Om de zes weken vinden we nieuwe collecties bij fast fashion ketens, bovendien tegen zo’n lage prijzen dat vrijwel iedereen het zich kan veroorloven om meerdere items in het al dan niet digitale winkelkarretje te droppen. ‘Consumenten verlangen naar verandering’, klinkt het bij deze ketens. Maar hoe komt het dat mensen telkens nieuwe kleren willen? Het is zoals het vraagstuk met de kip of het ei: waren het ketens die steeds meer producten gingen aanbieden en het volk verleiden met hun aanbod of waren het de klanten die aangaven dat ze hun gading niet vonden en meer collecties eisten?
‘Consumenten verlangen naar verandering’, klinkt het bij de ketens. Maar hoe komt het dat mensen telkens nieuwe kleren willen? Het is zoals het vraagstuk met de kip of het ei.
Hoe het ook zij, meer trendgevoelige stuks de wereld in bombarderen aan een moordend tempo is niet de oplossing. Trends vergaan, de niet-kwalitatieve kleren verslijten, impulsaankopen belanden overal behalve aan het lijf van de koper en een groot deel van het aanbod wordt gewoon niet verkocht. Dit systeem creëert een gigantische overschot aan kleren, die na verloop van tijd op de afvalberg terechtkomt.
Een van de droomoplossingen van de mode-industrie voor dit probleem is het close-the-loop concept, waarbij alles wat wordt weggesmeten opnieuw kan worden gebruikt. Misschien is dit over enkele jaren werkelijkheid, maar voorlopig nog utopie. Milieuonvriendelijk textiel recycleren is beter dan het laten rotten op het stort, maar ervoor zorgen dat dit textiel niet wordt geproduceerd lijkt me een meer efficiënte aanpak: voorkomen in plaats van genezen weet je wel.
Bewuste bezinning
Als kind had ik een T-shirt van Greenpeace met de alom bekende slogan ‘No Time To Waste’. Ja, lekker geitenwollensok, maar voor rationeel denkende mens is het vijf over twaalf. En daarom zeg ik resoluut neen tegen kleding die in oneerlijke en milieuonvriendelijke omstandigheden werd gemaakt. Want we – de gemiddeld tot goed verdienende medemensen – moeten spreken met onze portemonnee, die goed gevuld is en waar retailers en fast fashion ketens met gulzige blikken op azen. Er zijn al heel wat duurzame alternatieven op de markt en wie z’n neus ophaalt voor fair fashion moet misschien maar even op kledingdieet tot duurzame mode mainstream is geworden. Iets wat ik mezelf eveneens opleg, hoe moeilijk dat ook is en hoe hard de nieuwe collecties in etalages me ook de ogen uitsteken.
Mijn geld wordt niet meer gebruikt om textielarbeiders in sweatshops uit te buiten, om water te verspillen tegen 1000 km/u en het belachelijk snelle tempo van de mode-industrie een duwtje in de rug te geven. De rem erop en even rustig bezinnen. Want er is al genoeg tijd verspild.
Wie zich ook vragen stelt bij deze verziekte industrie, kan voor hij of zij aan het shoppen slaat surfen naar de website van Rank a Brand. Daar ontdek je welke merken duurzaam te werk gaan en zal je ondervinden dat er nog veel werk aan de winkel is. Roep je favoriete merken op via sociale media om bewuster te werk te gaan, steun onderzoek naar duurzame labels en besteed je welverdiende geld alleen aan dingen waar je echt naar verlangt. p>
Meer lezen: Hoe ‘schoon’ waren onze kleren in 2016?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier