‘Kledingmerken dragen bij aan kinderarbeid’

Kinderen zijn graag geziene werkkrachten in de goedkope sigarettenindustrie. Hier vullen ze hulzen manueel op met lokaal geteelde tabak in een fabriekje in de provincie Rangpur. © REUTERS

Internationale kledingmerken als H&M, C&A, Esprit en Marks & Spencer dragen indirect bij aan kinderarbeid in Bangladesh, stelt een studie van Stop Kinderarbeid en SOMO. Door de lage lonen in de textielsector zien veel ouders zich genoodzaakt hun kinderen uit werken te sturen.

Een gemiddelde werknemer in de Bengalese kledingindustrie krijgt slechts een derde betaald van wat wordt beschouwd als een leefbaar loon. “Lage lonen en lange werktijden blijken een belangrijke rol te spelen bij de beslissing van ouders om hun kinderen van school te halen en uit werken te sturen”, staat in het rapport ‘Branded Childhood‘.

Dit rapport richt zich volgens de organisaties echter op een “meer verborgen” aspect van kinderarbeid.

Volgens de SOMO (Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen) dragen veel kledingmerken en retailers, niet alleen de bovengenoemde, bij aan deze situatie. Bijna 50 procent van de textiel die in Bangladesh wordt geproduceerd, wordt geëxporteerd naar de Europese Unie.

Kinderarbeid afgenomen

Meer dan 3,5 miljoen Bengalese kinderen tussen 5 en 17 jaar oud werken. Kinderarbeid in op export gerichte kledingfabrieken is in de afgelopen jaren aanzienlijk afgenomen, meldt het rapport. Dat komt mede door een zero tolerance-beleid van inkopende bedrijven. Dit rapport richt zich volgens de organisaties echter op een “meer verborgen” aspect van kinderarbeid.

De werkende kinderen uit het rapport maken geen deel uit van de toeleveringsketens van de inkopende bedrijven, maar zijn kinderen van de textielarbeiders. Ze werken thuis of in andere bedrijven, soms in heel andere sectoren. Volgens de auteurs is dit een gevolg van de lage lonen en lange werkdagen in de textielindustrie.

“De verantwoordelijkheid van bedrijven om kinderarbeid aan te pakken strekt zich ook uit tot indirecte kinderarbeid”, zegt Gerard Oonk, beleidsmedewerker bij de coalitie Stop Kinderarbeid. “Daarom moeten bedrijven de invloed van hun inkooppraktijken op de werknemers én hun kinderen beoordelen.”

Passende maatregelen

Veel grote kledingmerken en retailers laten hun kleding in Bangladesh maken. In het rapport werd gekeken naar zeven bedrijven. Naast de eerder genoemde bedrijven waren dat GAP, VF Corporation en Kmart Australia. Er zijn echter nog veel meer bedrijven die hun producten laten maken in de onderzochte fabrieken. “De verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij de merken en retailers die in dit rapport genoemd worden”, zeggen de onderzoekers.

Stop Kinderarbeid en de SOMO dringen er bij alle bedrijven die inkopen in Bangladesh op aan om “passende maatregelen” te treffen om een leefbaar loon en goede werkomstandigheden voor de werknemers in hun toeleveringsketen te waarborgen. “Daardoor kunnen hun kinderen naar school en van hun kindertijd genieten.” (IPS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content